Waar bent u naar op zoek?

column

Hoop

02-07-2013

‘U wilt ons toch niet bang maken?', vraagt een leerling uit de derde klas. De les gaat over christenvervolging in communistische landen.

Onwillekeurig moet ik haar een beetje gelijk geven. De lessen waarin ik geloof, geschiedenis en de actualiteit probeer te verbinden, hebben meestal geen vrolijke onderwerpen. Toch wil ik geen angst aanpraten, maar hoop geven.

Jongeren krijgen in de christelijke media weinig hoop voorgeschoteld. Er wordt veel gesomberd over de toekomst van de kerk en over de plaats van christenen in de samenleving. Soms is de toon zo weinig hoopvol dat je je afvraagt of opiniemakers zelf nog in een toekomst geloven. De kerk loopt leeg en D66 pakt al onze vrijheden af, zo is de teneur. Vervolging staat voor de deur.
Het zou niet eerlijk zijn de situatie van de kerk in Nederland rooskleurig voor te stellen. De kerkverlating blijkt ook orthodoxe gemeenten niet voorbij te gaan. Er is verwarring en verdeeldheid. In Den Haag wordt getornd aan wetten waar christelijke waarden in verankerd liggen. Zonder de ogen hier voor te sluiten, moeten we vaststellen dat we in ongekende vrijheid leven. Niemand staat ons naar het leven.

Tegelijk is het eerlijk om jongeren de bijbelse gegevens over christenzijn mee te geven. Daar horen lijden, kruis dragen en verdrukking bij. In een van de lessen keken we een filmpje van Open Doors. Een groepje Aziatische christenen moest ergens clandestien samenkomen in een bos. In hun verdrukking klaagden ze niet, maar zongen ze ʻAmazing grace’. Dat zijn de twee componenten die bij elkaar horen. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: ʻIk heb de wereld overwonnen.’

Jongeren hebben voorbeelden nodig: mensen die niet aflatend hopen op God. Een zwarte toekomst schilderen helpt daar niet bij. We mogen ons geen zorgen maken voor de dag van morgen. Er is niemand die kan zeggen dat het nooit meer goed komt met Gods kerk in ons land. Er is wel Iemand die Zijn Kerk beschermt en onderhoudt. Als christenen in Nederland niet meer op God hopen, wie moet het dan doen?

Arjan Baarssen