Waar bent u naar op zoek?

Hoop, ook voor de kosmos

ds. T. Jacobs
Door: ds. T. Jacobs
14-04-2022

De vraag wat Pasen voor ons persoonlijk betekent, is uiterst belangrijk. Toch moeten we oppassen om de christelijke boodschap niet te veel te versmallen tot de enkele mens.

In onze samenleving is het christelijk geloof in de marge terechtgekomen en tot een privézaak geworden. En voor je het weet, durven wij als kerk niet meer de volle breedte van de betekenis van de opstanding te omarmen en te verkondigen. De hymne in de brief aan de Kolossenzen wil ons leren dat Jezus Christus, als Hoofd van de kerk, helemaal betrokken is bij schepping en verzoening. Gods Zoon is de Eerstgeborene van de schepping en de Eerstgeborene uit de doden. Pasen laat zijn licht schijnen over heel het geschapene! Pasen is daarom ook het feest van de hoop voor de kosmos. Dit laatste is in onze tijd wel weer actueel. De zorgen over onze schepping zijn groot; voor de enkele mens veel te groot. Komt dat ooit goed?

Zuiver geloof

Een van de sleutelpassages over de relatie tussen Christus en de kosmos (Griekse woord voor de schepping; letterlijk betekent het ‘sieraad’) vinden we in de brief aan de gemeente van Kolosse. Paulus schreef hun een brief om hen op te roepen trouw te blijven aan het onderwijs dat ze van hem hebben ontvangen. De gemeente aldaar liep het gevaar meegenomen te worden in een bepaalde visie op de schepping in relatie met God; de zogenaamde Kolossensische filosofie (2:8). Het is een soort wijsgerige levensvisie die doet denken aan een mix van Joodse en heidense voorstellingen uit de toenmalige Hellenistische cultuur. Men probeerde door middel van ascese, voedsel- en kalendervoorschriften in contact te komen met de goddelijke sfeer om zich zo de ware wijsheid eigen te maken. Geloven in Christus Jezus hielp je in de zoektocht naar die wijsheid.

Dat is nu precies wat Paulus niet wil. Laat je geloof zuiver zijn. Zo komt hij met dat prachtige lied over God in de verzen 12-20 in hoofdstuk 1. De hymne begint in de meeste bijbelvertalingen bij vers 15. Dr. Geurt-Henk van Kooten (G.H. van Kooten, The Pauline Debate on the Cosmos) pleit ervoor om het lied al te laten beginnen bij vers 12. Dit lied heeft een mooie opbouw.

Toelichting op de hymne

Kolossenzen 1:12-20 is een hymnische passage, die volgens deze benadering dus gaat over God de Vader, de Zoon, de schepping, de verzoening en een samenvatting (zie kader op p.7). De gedachte van verzoening komt hier niet onverwacht ter sprake. Al in vers 13 en 14 wordt gezegd dat God ons getrokken heeft uit de macht van de duisternis en ons overgezet heeft in het Koninkrijk van Zijn geliefde Zoon, in Wie wij de verzoening hebben, de vergeving van zonden. Deze structuur laat zien dat Christus als Hoofd van de kerk in verbinding gebracht moet worden met het gegeven dat Hij de Eerstgeborene uit de doden is (vs.18). De kerk als gemeenschap van verzoenden heeft Christus als haar Hoofd, Hij is de Eerstgeborene uit de doden.

Eerstgeborene

Christus is de Eerstgeborene (protótokos) van de schepping (vs.15) en uit de doden (vs.18). Het begrip eerstgeborene betekent hier niet ‘eerstgeschapene’. Eerstgeborene is een eretitel die wil aangeven hoe uniek en hoog Christus is. Paulus grijpt hier terug op het Oud(s)te Testament (vgl. Ex.4:22 en Ps.89:28). Christus is de Eerstgeborene vóór de hele schepping en Hij staat als Schepper boven Zijn schepping.

‘Het al’ omvat niet alleen alles wat zichtbaar is, maar ook al het onzichtbare. In dit verband spreekt Paulus over tronen, heerschappijen, overheden en machten. Deze vier termen voor bovenmenselijke machten speelden een grote rol binnen die Kolossensische filosofie. Voor een deel van de gemeente was de verzoeking dus groot om die machten te vereren. De apostel brengt ze terug tot hun ware proporties. Alles staat onder de heerschappij van Christus.

In vers 18b wordt Christus de Eerstgeborene uit de doden genoemd. De opstanding van Christus wordt hier als een soort geboorte uit de dood geduid. Dat komen we in het Nieuwe Testament nog één keer tegen, en wel in Openbaring 1:5 (groet). En zo is Hij in alles de Eerste. In Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen geschapen. Hij is voor alles en alle dingen hebben hun bestaansgrond in Hem. Voor het geloof is de geschapen kosmos geen bedreigende werkelijkheid. Christus heeft haar geschapen en is haar Heer en Verlosser. Hij is het dragend beginsel van de kosmos. Met Pasen vieren we niet dat we verlost worden van de schepping, maar dat de schepping zelf verlost wordt.

Actueel

Mensen van toen waren met heel andere dingen bezig dan wij westerlingen nu. Die Kolossensische filosofie zegt ons niet zoveel, vermoed ik. Maar als we het proberen door te vertalen naar de negatieve machten die het goede leven op zoveel manieren aantasten, wordt het opeens actueel. H. Berkhof schreef in 1952 het boekje Christus en de machten. Ik pak het er nogal eens bij tijdens het schrijven van een preek. Hij opende mijn ogen voor zoveel destructieve krachten: politiek, militair, economisch, technisch, medisch, entertainment, mode enz.

Milieuvraagstuk

Ik wil eindigen met het milieuvraagstuk. De uitkomsten van de klimaatconferentie van Glasgow in 2021 zijn niet erg hoopvol. De kosmos kreunt in al zijn voegen. En wij wereldburgers gaan ongestoord door met maximaal consumeren. In de brief aan de Kolossenzen worden de lezers gewaarschuwd en gerustgesteld: je hoeft niet bang te zijn, die kosmische machten staan onder heerschappij van Christus. Maar het milieuvraagstuk is in dit opzicht precies andersom. Niet de kosmos is een bedreiging voor ons mensen, maar wij mensen zijn een bedreiging voor de kosmos.

Heeft dit bijbelgedeelte op dit punt ons dan nog wel iets te zeggen? Ja, dat denk ik zeker. De hymne van Kolossenzen 1 gaat ook over het toekomstige. Christus heeft het laatste woord. In het heden zien we er vaak bar weinig van. We zien zoveel destructie. De natuur kan genadeloos toeslaan (aardbevingen, tsunami’s, noodweer, enz.). Ziekten kunnen ons verbijsteren. Politieke grootmachten kunnen wreed naar de wapens grijpen. Techniek en economie zijn onverzadigbaar en willen alsmaar meer. Wie van ons kan hier van tijd tot tijd niet bang van worden? Ons leven is op velerlei wijze een bedreigd bestaan. In Romeinen 8 noemt Paulus dat de zuchtende schepping, die reikhalzend uitziet naar haar verlossing. De hymne in Kolossenzen 1 verwoordt het heel anders, maar de boodschap is dezelfde. Pasen is het feest van de hoop. Ook hoop voor de kosmos. Wij geloven dat er bij Christus’ terugkomst een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zullen komen, gelouterd door het vuur. Zo’n boodschap helpt ons om de moed niet te verliezen en nu al volop het rentmeesterschap over de schepping uiterst serieus te nemen.


De hymne uit Kolossenzen 1:12-20

ds. T. Jacobs
ds. T. Jacobs