Waar bent u naar op zoek?

Houvast voor ons leven

ds. A. de Lange
Door: ds. A. de Lange
22-04-2021

Waar ontstaat ons geloof door? Waarmee wordt het gevoed? Waarin vindt het zijn houvast? Op zulke vragen zijn de beloften van God het antwoord. Het Woord van God wekt ons geloof, het onderhoudt en sterkt het. Wie door het geloof wil leven, moet bij de beloften van God zijn.

Volgens Calvijn is het geloof een vaste en stellige kennis van Gods goedgunstigheid jegens ons, die haar grond vindt in de waarheid van de genadige belofte in Christus en die door de Heilige Geest aan ons verstand geopenbaard en in ons hart verzegeld wordt.

Belofteboek

‘Leven uit Gods beloften’ is een centraal thema van de Reformatie. In mijn voorbereiding las ik van Luther en Calvijn, Kohlbrugge en de Erskines, dr. M. van Campen en dr. A. de Reuver. Ik hoef niet alles te herhalen wat zij al zeiden – al is het herlezen van boeken en artikelen echt de moeite waard. Ik wil wel proberen om ook in 2021 wat opgedolven goudstof uit deze mijn te tonen, met het gebed dat de Heilige Geest het in onze levens wil smeden tot een heerlijk sieraad.

Leven uit Gods belofte legt de nadruk op het beloftekarakter van het spreken van God. Als gelovigen zien wij God niet, hebben we de vergeving en het eeuwige leven niet in handen. Maar God belooft ze ons. De Bijbel is een belofteboek. Ons geloof mag zich vastklampen aan Gods belofte met vaste hoop op Zijn zorg voor vandaag, op Zijn bewaring door het leven heen, Zijn hulp in de strijd en de volle uitkering van al het toegezegde in Zijn heerlijke toekomst.

Fundament

Het alternatief voor leven uit Gods beloften zou zijn dat we ons geestelijk houvast zoeken in wat we zelf kunnen klaarmaken. Dan proberen we het met gezagsgetrouwheid, gulheid, gehoorzaamheid – zeg maar: goede werken. Voor God krijg je daarmee echter nooit grond onder de voeten. Geloof wordt er niet door geboren en vertrouwen wordt er niet door gevoed. Niet het geloof in onszelf, het steunen op onze prestaties kan onze rustgrond zijn. Alleen het werk van de Ander: Christus, Die door God gegeven is.

Christus wordt ons verkondigd, aangezegd en aangereikt in de belofte van God. Om Hem gaat het in de beloften en aan Hem ontspruiten alle beloften. Calvijn: ‘In Christus zijn alle beloften ingesloten. Hij is het ‘onderpand en het fundament’ van de beloften. In Hem zijn alle beloften Gods ja en amen. ledere belofte is een betuiging van Gods liefde. Maar aangezien niemand door God bemind wordt buiten Christus om, moeten wij onze ogen op Hem vestigen, zo dikwijls ons een belofte wordt aangeboden.’

Voor wie?

Zijn de beloften van God voor elke zondaar? Alle mensen mogen en moeten de belofte van God in ieder geval wel horen. De Dordtse Leerregels (II.5) zijn er helder over: ‘De belofte van het Evangelie is voorts dat eenieder die in de gekruisigde Christus gelooft, niet verloren gaat, maar het eeuwige leven heeft. Deze belofte moet aan alle volken en mensen tot wie God in Zijn welbehagen Zijn Evangelie zendt, zonder onderscheid verkondigd en voorgehouden worden, met bevel van bekering en geloof.’ Zo heeft Andrew Gray tot zijn gehoor in Glasgow gesproken: ‘O Glasgow, wilt u tot Hem komen?

Christus is gereed. Hij wacht op u. Uw bruiloftskleren liggen gereed. Is er ook maar iets wat niet gereed is?’ Een steeds weer opgeworpen bezwaar is: maar wat kan een zondaar met de belofte van God? Het antwoord is natuurlijk: niets. Wie verwacht het ook van een zondaar? God in ieder geval niet. Hij is Zelf als de verkiezende God de grote Initiatiefnemer. Zo belooft Hij. En Zijn belofte draagt wervende en levenwekkende kracht. De Heilige Geest is er om ogen en harten te scheppen die het heil zien en de belofte ontvangen. Er staan dus geen hekken om Gods beloften. Al zijn ze enkel effectief in de verkorenen, ze reiken uit naar nog steeds verlorenen. En het is: ‘Kom, koop en eet.’ ‘Hoor, en uw ziel zal leven.’ Met zachte of stevige aandrang werkt de belofte in op hardheid, koudheid, onwilligheid, ongeschiktheid en losbandigheid, zodat er telkens weer verliezers komen die winnaars worden. De belofte maakt immers de overwonnen arme rijk. Hoe rijk? Zo rijk als Jakob: ‘Ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht en mijn leven is gered.’ (Gen.32:30)

Stoorzenders

Een groot gevaar is het dat wij in onze tijd zoveel horen en zien – zoveel, dat horen en zien je ongeveer vergaat. We hebben een internet vol met kerkdiensten, lezingen, informerende video’s en geestelijke programma’s. Er is veel goed en soms ook boeiend. Maar wie hoort er nog naar de belofte van God? Wie laat zich voeden met het vaste voedsel van wat God te zeggen heeft? Laten we onszelf erop onderzoeken waar we in deze tijd onze voeding en ons houvast zoeken. Afgestemd worden op de belofte vraagt om uitschakeling van stoorzenders. Ons gebed mag wel zijn: ‘Heere, geef me een rustig hart, dat U mag horen spreken.’

God wil ons met Zijn beloften compleet verzorgen en van alles voorzien. Dat wil niet zeggen dat gelovigen inactief en gelaten mogen zijn. ‘Het ware geloof uit zich met name daarin, dat wij, steunend op Gods goedheid en beloften, smekend de toevlucht nemen tot Hem.’ (Calvijn) We worden geroepen tot bezig zijn met Gods beloften. Het gebed is daarvoor de aangewezen plaats. De binnenkamer en stille tijd zijn het vervolg van kerkdienst en bijbelstudie. Het is goed om te bidden met de vinger bij Gods beloften. ‘Heere, ik vraag U niets ongehoords – ik heb het Zelf uit Uw mond gehoord, ik vraag U wat U Zelf beloofd hebt.’ Wie de Bijbel als chequeboek van de bank des geloofs (Spurgeon) meeneemt naar God, heeft tal van cheques die hij bij Gods bankkantoor mag innen. Hij zal beslist geen mager en onverzorgd geloofsleven hoeven te leiden.

Sacramenten

Om ons geloof te helpen en te stimuleren heeft God naast Zijn hoorbare beloften doop en avondmaal gegeven. Deze beide sacramenten maken de beloften tastbaar en zichtbaar. Zo ligt er in de zuigelingendoop al een schat van beloofd heil klaar – op naam gesteld en wel – om door het geloof binnengehaald te worden. Zo mag de gelovige het in het avondmaal telkens weer meemaken dat het echt waar is dat God ons leven voedt en onderhoudt met Christus en Zijn verdiensten. En ook bij de sacramenten is het Gods Geest Die erbij is om Gods beloften werkzaam te laten zijn tot sterking van geloof en gelovige.

Amen

Leven uit Gods beloften is niet: leven uit wat ik verdien. Het is leven uit wat Christus verdiend heeft. Het is niet leven uit wat ik kan bedenken of begrijpen, maar uit wat God heeft bedacht en bekendgemaakt. ‘De enige reddingsboei voor een verloren mens is Gods belofte.’ (C. Harinck) Ons antwoord op Gods beloftewoord mag eenvoudig zijn, instemmend met bekende dichtregels van Nel Benschop:

Nu alleen maar: ‘Amen’ zeggen,

al is ’t met gebroken stem; (…)

Nu alleen zijn woord vertrouwen:

‘Altijd zal Ik met je zijn;’ (…)

Al je twijfel af te leggen

en alleen maar: ‘Amen’ zeggen.

ds. A. de Lange
ds. A. de Lange