Waar bent u naar op zoek?

Icoon van genade

dr. P. Veerman
Door: dr. P. Veerman
28-10-2021

Op de omslag van Maria. Icoon van genade staat een vrouw in een blauwe mantel en met een aureool. De vrouw is duidelijk Maria. Ik bleef na ontvangst langer naar de kaft kijken dan gebruikelijk. Het maakte me onmiddellijk nieuwsgierig naar de inhoud.

Bij het lezen van bronnen uit de (vroege) Reformatie was het mij al vaker opgevallen dat de positieve aandacht voor Maria daar groter is dan de praktijk in het huidige protestantisme doet vermoeden. Dat roept op z’n minst vragen op bij de wijze waarop hedendaagse protestanten omgaan met Maria. Deze vragen worden in het boek opgepakt en uitgewerkt. Vanuit wat de Bijbel en de traditie over Maria zeggen, worden er door dr. Ar – nold Huijgen boeiende verbanden naar hedendaagse onderwerpen zoals gender, de Europese Unie en corona gelegd.

Waarom over Maria?

Een uitgebreid boek over Maria van een protestantse theoloog is verrassend te noemen. In de inleiding deelt dr. Huijgen, als hoogleraar systematische theologie verbonden aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, diverse overwegingen die hebben geleid tot een boek over Maria. Zo merkt hij op dat er in het gereformeerd protestantisme, met een sterke nadruk op waarheid, vaak weinig aandacht is geweest voor het schone. De auteur zelf is vooral onder de indruk van de liedcultuur rondom de lofzang van Maria, het Magnificat.

Met een boek over Maria is vanzelfsprekend de verhouding tussen Rome en de Reformatie in het geding. In het protestantisme is de rol van Maria, in tegenstelling tot de Rooms-Katholieke Kerk, marginaal. Met zijn prikkelende stijl opent Huijgen protestantse ogen voor de plaats van Maria in de Bijbel en de traditie van de kerk. De voornaamste reden om het boek te schrijven ligt in Maria zelf. Het boek draait om de vraag ‘wat de genade is voor de begenadigde, wat de zegen is voor de gezegende onder de vrouwen’.

De Bijbel open

Bij zijn overwegingen om een boek over Maria te schrijven benoemt prof. Huijgen ook expliciet het belang van de integratie van theologische discipli

nes. Het is zijn ervaring dat exegeten van bijbelteksten en specialisten in de theologie elkaar gemakkelijk uit het oog verliezen. Op een zorgvuldige wijze geeft hij invulling aan zijn verlangen om de exegese van de Bijbel en de systematische theologie meer aan elkaar te verbinden. Hij tekent hoe Maria vooral in het Lukasevangelie naar voren komt als de vrouw aan wie het wonder van de zwangerschap geschiedt.

Zij is de gelovige bij uitstek.

Ook het vervolg van het boek geeft ruim baan aan de exegese van bijbelteksten. Zo maakt Huijgen duidelijk dat de parallel tussen Eva en Maria, zoals die vaak in de traditie wordt getrokken, vanuit de exegese niet het meest voor de hand ligt. ‘Wie op grond van de Bijbel Maria in een parallel met een andere vrouw wil plaatsen, zal niet gelijk aan Eva denken.’

Ze staat eerder in lijn met andere vrouwen die God gebruikte om Zijn volk te verlossen zoals Debora, Jaël en Hanna. Vanuit de bijbelinterpretatie laat prof.

Huijgen mooi oplichten op welke manier God vrouwen gebruikt in Zijn verlossingsplan. Door op deze manier te luisteren naar de bijbelse gegevens komt er ruimte voor kritiek op een traditie waarin Maria veelal wordt neergezet als een toonbeeld van zuiverheid. ‘Te vaak is zij als projectiescherm gebruikt voor traditionele rollen van vrouwelijkheid.’

Eigentijdse vraagstukken

De verbanden die het boek legt met eigentijdse vraagstukken rondom gender, zetten aan tot verdere bezinning. Zo legt Huijgen er de vinger bij dat de Biblical Womanhood – een protestantse organisatie die onder andere achter de Nashville-verklaring zit – haar standpunten fundeert vanuit ernstig te betwisten theologische uitgangspunten. Het boek spoort aan om niet alles wat orthodox lijkt en klinkt klakkeloos over te nemen. De auteur is zich ervan bewust dat het boek met betrekking tot de actuele vraagstukken rondom gender veelal slechts een aanzet biedt. Huijgen geeft meestal geen pasklare antwoorden. Dit daagt uit om zelfstandig verder te denken.

Alleen Luther

Voor zijn positieve waardering van Maria gaat prof. Huijgen in de traditie vooral te rade bij Luther. Hij laat zien dat Luther met Rome brak, maar zeker niet met Maria. Voor de reformator is Maria een blijvend voorbeeld voor alle gelovigen. Zij is het toonbeeld van genade. In haar kunnen we zien wat Gods genade met mensen doet. Huijgen maakt inzichtelijk dat een positieve waardering voor Maria samen kan gaan met de grondgedachten van de Reformatie. Als het gaat om de Mariadogma’s uit 1854 en 1950 over de onbevlekte ontvangenis en haar ten hemelopneming, trekt Huijgen duidelijk een grens door dit kerkelijke bedrijfsongevallen te noemen. Hij onderkent dat er een Mariadevotie is die zo veel ruimte inneemt dat haar Zoon aan de kant wordt geschoven. Theologisch bakent Huijgen de grenzen helder af en maakt duidelijk welke plaats Maria in het protestantisme kan innemen.

Toch wil ik hier een kanttekening plaatsen bij Huijgens pleidooi om meer aandacht te schenken aan Maria. Zaken die in de systematische theologie goed te onderscheiden lijken, kunnen in de spiritualiteit verwarrend door elkaar gaan lopen. Diverse reformatoren hadden dit goed in beeld en namen steeds meer afstand van de in hun dagen gangbare devotie rondom heiligen. Hoewel prof. Huijgen onderkent dat Luther een man in ontwikkeling is, zet hij mijns inziens met zijn insteek bij Luther een vrij statisch beeld van de Reformatie neer. In zijn boek peilt Huijgen slechts summier de bezwaren die er vanuit het protestantisme zijn geuit tegenover uitwassen in de omgang met heiligen zoals Maria. Het bezoek aan diverse kerken in Zuid-Europa in de tijd dat ik het boek las, bevestigden voor mij dat het hier niet alleen gaat om discussies uit een ver verleden.

Mariafeesten

Wanneer Huijgen pleit voor een protestantse herwaardering van Mariafeesten – met name voor het feest van de geboorteaankondiging, de zogenaamde annunciatie – laat hij zich meer inspireren door de traditie dan door de Bijbel. Met de ‘bedrijfsongevallen’ uit het verleden in het achterhoofd is het binnenhalen van deze traditie wat mij betreft geen winst voor de kerken van de Reformatie. Wij hebben geen speciale Mariafeesten nodig om haar hoog te achten.

Zij is de gezegende onder de vrouwen, over wie de Bijbel in alle bescheidenheid spreekt. Zij neemt haar rol in naast andere vrouwen en mannen die een plaats krijgen in het verlossingsplan van God.

Dagelijkse lofzang

Het pleidooi om meer aandacht te geven aan de lofzang van Maria lijkt mij van een andere orde dan bovengenoemde feesten. Prof. Huijgen zou graag zien dat dit lied zo veel mogelijk en het liefst dagelijks wordt gezongen. Maria’s lofzang reikt woorden uit de Bijbel aan die leren wat genade is. In zijn boek heeft Huijgen duidelijk in beeld gebracht hoe de vrouw achter dit lied ‘laat zien hoe de kerk in de wereld bedoeld is: Gods genadige Woord ontvangend, gelovig, volhardend, dienend’.

dr. P. Veerman
dr. P. Veerman