Waar bent u naar op zoek?

Ignatius, de martelaar

25-10-2016

Ignatius werd als christen gearresteerd, zijn vergrijp was dat hij Christus beleed. Op bevel van keizer Trajanus werd hij daarom van Syrië naar Rome overgebracht om daar te sterven als martelaar, schrijft dr. M.A. van Willigen.

Ignatius van Antiochië werd geboren tussen 35 en 50 na Christus en stierf tussen 110 en 117 in Rome de marteldood. Over zijn leven is weinig meer bekend dan dat hij bisschop van Antiochië was. Tijdens zijn laatste reis schreef hij verschillende brieven aan christengemeenten in Klein-Azië.

Een reis met een missie

Eusebius van Caesarea vermeldt deze reis van Ignatius in zijn kerkgeschiedenis. Tijdens deze reis krijgt Ignatius bezoek van afgevaardigden uit verschillende christelijke gemeenten. In Smyrna ontmoet hij bijvoorbeeld Polycarpus en krijgt hij bezoek van medebroeders uit de gemeente van Efeze. Het gezelschap uit Efeze bestaat uit Onesimus (de bisschop van Efeze), een diaken en nog drie andere gemeenteleden.

Ondertussen is de reis niet gemakkelijk. Ignatius schrijft erover: ‘Van Syrië tot Rome strijd ik tegen de wilde dieren, bij dag en bij nacht, gebonden als ik ben aan tien luipaarden, ik bedoel aan een afdeling soldaten, die − zelfs als ik hen weldoe − steeds woester tegen mij [beginnen] op te treden. Hun onrechtvaardigheden zijn voor mij evenwel een les…’

Opvallend is de positieve manier waarop Ignatius zich over zijn medebroeders in Christus uitlaat. Ze worden tegelijk opgewekt hun bisschop van harte lief te hebben. Ondanks de moeilijke omstandigheden van de reis verliest Ignatius zijn medebroeders en -zusters niet uit het oog.

Eensgezindheid

Over de gemeenteleden van de kerk in Efeze en hun bisschop Onesimus zegt Ignatius: ‘Heel uw grote menigte heb ik in Gods naam ontvangen in de persoon van Onesimus, wiens liefde onbeschrijfelijk is en die in het vlees uw bisschop is. Bij Jezus Christus smeek ik u allen hem te beminnen en aan hem gelijkvormig te worden. Geloofd zij Hij, Die zo genadig is, dat Hij aan u, die dit ook verdient, zo’n bisschop geschonken heeft.’

In dezelfde brief aan de gemeenteleden van Efeze schrijft hij: ‘Als ik dus gedurende korte tijd met uw bisschop een zo innige omgang heb gehad, die niet menselijk, maar geestelijk was, hoezeer prijs ik u dan gelukkig, die zo met hem verbonden bent als de Kerk dit is met Jezus Christus en Jezus Christus dit is met de Vader, opdat alles in eenheid op een heerlijke manier met elkaar mag samenklinken.’ Bij dit laatste heeft Ignatius een citer in gedachten.

Hij ziet de snaren van dit instrument als beeld van de priesters in de gemeente: ‘Daarom past het u de mening te volgen van uw bisschop, gelijk u ook doet. Immers, uw eerbiedwaardig en God welgevallige priestercollege past zich bij de bisschop aan als de snaren bij de citer [op elkaar afgestemd zijn]. Daardoor wordt Jezus Christus door uw eensgezindheid en welluidende liefde [als het ware] bezongen.’

Lees de volledige tekst van dit interview in De Waarheidsvriend van 28 oktober 2016. (We hebben momenteel een mooi aanbod voor nieuwe abonnees.)