Ik hou van Holland
Het hyperindividualisme in de westerse samenlevingen holt de democratie uit en maakt ons bovendien weerloos tegen grote rampen, analyseert de Amerikaanse socioloog Robert Putnam. In de Vlaamse krant De Morgen gaf hij onlangs een interview.
Mijn toepassing van zijn verhaal is: ‘Zet je kapitaal in, kerk.’ Zo zegt hij het zelf niet, maar ik lees dat in zijn betoog. Uit onderzoek in de Verenigde Staten blijkt dat de hoogte van het dodental ten gevolge van corona in hoge mate samenhangt met het ontbreken van sociaal kapitaal. We hebben dringend een ‘ethische revolutie’ nodig, aldus Putnam.
Samenwerken
Hij verwijst daarbij naar een eerdere fase in de geschiedenis. Eind negentiende eeuw was er ook sprake van een golf van individualisme, gevoed door de gedachte van survival of the fittest (het overleven van de sterkste). Dit sociaal-darwinisme zette mensen ertoe aan vooral voor zichzelf op te komen en geen medelijden te hebben met de zwakkeren. Daar kwam een kentering in dankzij de helende invloed van bewogen predikanten die zeiden: ‘Dat is niet wat Jezus deed! Lees de Bergrede, daarin zegt Jezus: bekommer je om de ander, niet in de eerste plaats om jezelf.’
Terwijl ik op Putnams verhaal zat na te kauwen, hoorde ik een seculiere organisatiedeskundige een pleidooi houden dat hier naadloos op aansluit. ‘De samenleving heeft de kerk heel hard nodig’, zei zij expliciet. ‘Jullie hebben zoveel in huis. Focus als christelijke organisaties niet op allerlei verschillen, maar werk samen om er voor de samenleving te zijn.’
Onderlinge verschillen
In ons werkveld gaat het vaak over verschillen. Verschillen tussen gemeenten, verschillen binnen kerkenraden, verschillen tussen (kerkelijke/christelijke) organisaties. Soms zit er echt een inhoudelijk punt, maar draait het niet vaak om eigen territoriumdrift, het eigen bestaansrecht onder het mom van ‘het eigen geluid’? Gaat er niet te veel geestkracht, tijd en geld zitten in het oplossen van de conflicten, klein en groot, die met interne gevechten gepaard gaan? Hebben we tijd en energie over om naar onze naaste om te zien? Het gaat over existentiële nood, wanneer mensen zo eenzaam zijn dat ze niet meer willen leven; wanneer ze zo bang zijn dat woede de enige reactie lijkt. Het gaat over zeer reële problemen. Niet ver weg, maar dichtbij. Hier in de stad, het dorp, om de hoek, in de buurt.
Dieper
Natuurlijk, je kunt tegenwerpen dat de oproep aan het adres van de kerk om er te zijn voor de maatschappij uitgaat van een horizontale uitleg van het Evangelie. Gaat de boodschap van ellende en verlossing niet veel dieper? En de roeping van de kerk is toch niet zomaar plat te slaan tot ‘u vraagt, wij draaien’? Allemaal waar. De signalen die we hierover dagelijks kunnen oppikken uit de media, verwijzen inderdaad allemaal naar een dieper probleem. Het is niet goed dat een mens alleen is. Het is niet goed is dat een mens zonder God leeft. Dat is zonde, en daar is Jezus voor nodig.
Wij weten dat, omdat het ons is aangezegd. Hoe zouden zij dat kunnen weten, wanneer wij het niet vertellen? Hoe zouden zij iets van ons aannemen, wanneer we niet eens willen luisteren naar wat er aan de hand is; wanneer mensen niet aan ons merken dat de liefde van Christus ons drijft? Bij Jezus gingen heling en vergeving samen op.
Een beter slag mensen
Houden we van Nederland, van de mensen die hier wonen en leven, die hier en nu pijn lijden? Of zijn we onverschillig geworden voor de nood van de ander? Misschien, omdat we onszelf zijn gaan zien als een beter slag mensen, die, ironisch genoeg, dat betere moeten markeren in onderlinge gevechten? Waar de liefde verdwijnt, kwijnt zending weg. Zending is een vorm van God liefhebben boven alles en de naaste als jezelf.