Je land verdedigen bij een inval kan alleen met een kwaad geweten, betoogt prof. dr. Bram van de Beek. ‘Zeg niet dat het goed is.’ De emeritus hoogleraar Theologie is duidelijk geen nationalist. En ethiek mag van hem in de kerk wel iets minder op de voorgrond staan.
Het tweede deel van een gesprek naar aanleiding van de verschijning van Van de Beeks nieuwste titel Bevrijding. Een kleine geschiedenis van de wereld, onder andere over oorlog voeren, de positie van Israël en de rol van de kerk.
In uw boek ‘Bevrijding’ zegt u: Hitler, Stalin en Poetin waren ook gedoopt.
‘Ik noem die omdat zij voor ons symbolen zijn van het kwaad. Maar die symbolen van het kwaad zijn wel mensen en geen demonen. Ik wil daarmee zeggen: laten wij niet het laatste oordeel vellen. Wat God straks doet, kon wel eens heel anders zijn dan wij denken. We moeten oppassen dat we niet de rol van de oudste zoon innemen.
In feite is dat wat we doen op het moment dat we gaan steigeren bij Poetin: hij niet, nee. Waar houdt dat dan op? Wie mag er nog wel net mee? Laten we gewoon beginnen bij het begin: ‘Ik heb mij voorgenomen niets ander te weten onder u dan Jezus Christus en Die gekruisigd.’ Daar hebben we onze handen vol aan en het zou de theologie een stuk makkelijker maken.’
U bent ook nogal kritisch op Augustinus’ concept van een rechtvaardige oorlog.
‘De vroegste christenen waren pacifisten. Origenes zegt in zijn uitleg over de tekst ‘Die het zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan’: wij zijn vredemakers, vredestichters. Christenen zeggen: het is beter dat een ander jou doodt dan dat jij een ander doodt.
"*" geeft vereiste velden aan