Op 7 oktober laaide het conflict tussen Israël en de Palestijnen weer op. Een stroom van alarmerende verhalen en afschuwelijke beelden kwam op gang. We drijven erin, maar waarheen? Ergens in die stroom kwamen woorden van ds. Oepke Noordmans me te binnen.
Het zijn woorden uit maart 1939, opgetekend in een brief aan ds. K.H. Miskotte: ‘Wat een felle tijd beleven we, Miskotte! Wat past deze tijd bij de Bijbel.’
Drie soorten mensen
Fel zijn de tijden volgens Noordmans omdat er weer drie soorten mensen te onderscheiden zijn: Joden, christenen en heidenen. Na een eeuwenlange verstrooiing over de wereld begonnen de Joden vanaf het einde van de negentiende eeuw terug te keren naar hun oorspronkelijke land aan de Middellandse Zee. Als Noordmans deze woorden schrijft, zijn er al plannen voor een Joodse staat. Tegelijk vervolgt het naziregime openlijk zijn Joodse burgers en toont zich puur heidendom dat leeft in verzet tegen de God van Israël. Dat de drie soorten mensen weer te onderscheiden zijn, maakt de tijden fel, het zijn bijbelse tijden.
In zulke tijden ontbreken Gods oordelen niet. De Heere laat dan zien hoe Hij erover denkt. Bij de uittocht uit Egypte verdronk de farao met al zijn volk in de Rode Zee en stortten de muren van Jericho in. Ook voerde een oordeel Gods een paar eeuwen later Israël in ballingschap, weg uit het eigen land. Noordmans maakte nog zulke oordelen mee: de afschuwelijke Holocaust; daarna de oprichting van de staat Israël.
Felle tijden
De gruwelijke aanslag van Hamas viel op de dag vóór Simchat Thora (het Feest van de Wet). Bekomen van de eerste klap begon Israël terug te slaan: hard en meedogenloos als een Simson. Tegenover aan razernij grenzende wreedheid bij Hamas hoorden we een verbeten Israëlische premier zeggen: ‘Onze vergelding zal het Midden-Oosten veranderen.’ We beleven felle tijden.
Zoals voorheen waren er ook na 7 oktober mensen die meteen stellingnamen vóór of tegen Israël. Maar mij viel op dat zich ook iets als moedeloosheid meester lijkt te maken van velen. Dat bij alle crises in de wereld nu ook dit oude conflict weer oplaait, maakt ons nog onzekerder over de betekenis van mens-zijn. ‘Waren we maar als beesten’, schreef iemand, ‘dan zou het niet zo lang duren, zouden er veel minder slachtoffers zijn.’
Een heilig volk
Israël is Gods oogappel; het is door de Heere weggeroepen vanuit de andere volken om een heilig volk te zijn. Israël is bedoeld als een volk van priesters. De Heere gaf het nageslacht van Abraham een eigen land om daar volgens de Thora te leven en zo een baken te zijn voor de volken. Ongehoorzaamheid aan de Thora maakt dat Israël het land verliest. Dat is al twee keer gebeurd. De eerste keer is gedocumenteerd in de Bijbel: de Babylonische ballingschap. De tweede keer was kort na de kruisiging en opstanding van Jezus. Toen stuurde de Heere hen 1800 jaar in verstrooiing over de wereld. Vijanden zijn niet Israëls grootste probleem, want God brengt redding – bijvoorbeeld Simson. Israëls grootste vijand is ontrouw aan zijn roeping.
Omwille van zijn heiligheid moest Israël van de Heere de volken die in Kanaän woonden verdrijven en uitroeien. Met hun verderfelijke praktijken (kinderoffers bijvoorbeeld) zouden die Israël verleiden tot onheiligheid. In Deuteronomium 7:2 staat de opdracht om die volken ‘met de ban te slaan’, hen ‘geen genade te verlenen’. Zulke stemmen gaan nu ook op in Israël: bombardeer de hele Gazastrook plat; drijf allen die daar wonen, de Middellandse Zee in. Met de wet van Mozes in de hand is dit te rechtvaardigen.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 23 november 2023. Neem een jaarabonnement (€ 52,50). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!