Waar bent u naar op zoek?

In memoriam: ds. C. Snoei

25-09-2017

Al jaren geleden had ds. Cornelis Snoei voorbereidingen getroffen voor de dag van zijn begrafenis. Die dag kwam op donderdag 21 september, vijf dagen na zijn overlijden in Barneveld, schrijft ds. G. de Fijter.

Daar hij de laatste jaren van zijn leven samen met zijn vrouw doorbracht in het zorgcentrum NEBO-plus.

Al van jongs af aan is met hem meegegaan dat de dag komt dat we moeten sterven. Als jonge jongen uit Ouderkerk aan den IJssel kende hij de verhalen over het verschrikkelijke busongeluk waarbij vijftien veelal jonge mensen omkwamen, onder wie drie kinderen van ds. J.G. Woelderink. Later, in de gang van zijn leven, verloor hij zijn vrouw, Jopie Trouwborst, die slechts 42 jaar werd. Hij bleef met drie jonge kinderen achter.

In een mail uit 2003 schreef hij mij na bestralingen in het ziekenhuis dat hij daarna weer het heilig avondmaal mocht bedienen en gekozen had voor Psalm 130:5: ‘Ik verwacht de Heere; mijn ziel verwacht en ik hoop op Zijn Woord.’ ‘Het meest opvallende voor mij was,’ zo vervolgt hij, ‘dat de dichter van deze psalm geen houvast, geen grond om voor God te bestaan in zijn eigen leven vindt, maar leeft van de vergeving.’ 

Bewogenheid

Zo heb ik hem de jaren door leren kennen: diep geraakt door de levende God. En zó geraakt dat het niet anders kan dan anderen daarin te laten delen, zonder voorwaarden vooraf. Wat een hartelijke bewogenheid, terwijl je weet dat jij die ziel van de ander niet bereiken kunt, maar dat alles Gods eigen werk is. Zou het daarom zijn dat hij zelf heeft aangegeven wat er boven de kaart van zijn overlijden moet staan: ‘De Heere zal het voor mij voleindigen.’ In de rouwdienst op de begraafplaats Rusthof, waar velen uit de breedte van de kerk(en) bijeengekomen waren, stond pastoraal werker A.M.K. Peters op een bewogen manier bij die tekst stil.

Wie terugkijkt op het leven van ds. Snoei, ziet vanaf het begin van zijn ambtelijke werk de twee bijbelteksten doorlopen die bij zijn eerste bevestiging aan de orde waren: Ds. G. Spilt bevestigde hem in Langerak met de woorden ‘Maar wij hebben deze schat in aarden vaten’ (2 Kor.4:7), terwijl ds. Snoei intree preekte met ‘Het woord van Christus wone rijkelijk in u’ (Kol.3:16a). Ja, om Christus moet het gaan, zei hij tegen mij, ‘anders is het allemaal niks.’

IZB en GZB

Na Langerak werd hij predikant in Reeuwijk. In 1973 werd hij geroepen als predikant-directeur van de Hervormde Bond voor Inwendige Zending (IZB). Hij ving dat werk aan door bij die bevestiging aan te geven dat hij in het spoor van Filippus (Hand.8:26-40) wilde gaan om Jezus te verkondigen. ‘In deze wereld mogen we staan met het getuigenis van de gekruisigde en opgestane Jezus Christus, die regeert door Zijn Woord en Geest. Hierdoor maakt hij ruimte en worden mensen verslagen over zichzelf en getroost met Christus.’

Het was in 1981 dat ik hem in de Groningse combinatie Noordhorn, Niezijl en Saaksum met de tekst over de Bruidegom en Zijn vriend (Joh.3:29-30) mocht bevestigen. Reeds in 1984 werd hij weer tot landelijke taken geroepen en trad hij aan als predikant voor het gezamenlijke toerustingswerk van de GZB en IZB, om vier jaar later algemeen secretaris van de GZB te worden. Dat is hij gebleven tot zijn emeritaat.

Eenheid van christenen

Over zijn landelijke werk bij GZB en IZB mag gezegd worden dat daar zijn hart lag: de ontmoeting met christenen uit heel verschillende kerken hier in Nederland, maar ook waar wereldwijd de GZB zich inzet om de boodschap van de levende God door te geven. Daar komt zijn grote inzet uit voort voor de eenheid van christelijke kerken en geloofsgemeenschappen. Het heeft hem geraakt dat zoveel christenen uit andere werelddelen naar Europa zijn gekomen om hier te midden van secularisatie te helpen de boodschap van Jezus Christus levend te houden.

Dankbaar wil ik hier gedenken hoe hij mij en vele anderen tot vriend was. Hij hielp wanneer er belangrijke beslissingen genomen moesten worden in kerk en gemeente. Veel heb ik gehad aan zijn wijsheid in de periode dat ik mijn plek heb ingenomen in de landelijke kerk: ‘Concentreer je op het eigenlijke: de voortgang van het Evangelie in die eenheid van Woord en daad’, zo hield hij mij voor. Zelf bleef hij zich concentreren op het hart van het Evangelie in allerlei bestuurlijke verbanden. Ook na zijn emeritaat was hij druk met kerk en maatschappij, onder andere in Scherpenzeel, Renswoude en Aalst.

Het past hier om te memoreren hoe liefdevol Nel Snoei – na alle verdriet en zorg om de eerste vrouw van Kees – op zo’n bijzondere manier hem en het gezin meegedragen heeft. Wat heeft ze veel betekend vanuit haar eigen zendingsroeping om met passie met hem op te trekken. De Heere trooste haar en de familie met het verlies van deze gegrepen dienaar van het goddelijke Woord.