Waar bent u naar op zoek?

In zicht

Redactie
Door: Redactie
23-03-2023

Journalist Huib de Vries doet in Schuurtjesvolk (uitg. de Banier) een boekje open over zijn jeugd in Kinderdijk, in een groot gezin, in de zogenoemde ‘gereformeerde samenkomst’, ‘zoiets als een vrije oud gereformeerde gemeente’. Twee passages eruit, eerst over bovenmeester Joost van Wijk, de vriend van zijn vader, die hij daarom ‘oom Joost’ moest noemen.

Ook met dominee (C.A., red.) Tukker kon de Kinderdijkse bovenmeester goed overweg. Hij had een beste beurt gemaakt door de kinderen in de hoogste klassen alle psalmen onder de twintigste te laten leren. In veel kerken hoorde je alleen bekende psalmen. Bij ons ook. Je zong bijna elke zondag Psalm 42 of 84. Sinds ze dominee Tukker hadden, was dat in de Grote Kerk niet meer het geval. Die gaf rustig Psalm 7 vers 2 op. Dan hoorden de mensen alleen hem luidkeels zingen. De rest mompelde maar wat mee. Nadat de nieuwe dominee zijn nood bij oom Joost had geklaagd, nam die maatregelen. In een halfjaar leerden ze in de vijfde en de zesde klas de melodieën van de eerste twintig psalmen. Dat was voor dominee Tukker een uitkomst.

Als de vader van de auteur in het kerkbestuur komt, moet hij zondags in de ‘gereformeerde samenkomst’ geregeld een preek lezen.

De preken van Kohlbrugge bleken niet geschikt om te lezen in de kerk, vanwege zinnen die gerust een halve pagina konden beslaan. De Nederlandse oudvaders waren nogal breedsprakig. De predikanten van recenter datum hielden er vaak geestelijke onderscheidingen op na die vader nergens in de Bijbel kon vinden. Hij voelde zich het meest thuis bij Engelse predikanten. Mensen zoals Boston, McCheyne, Spurgeon en Ryle. ‘Bij veel Nederlandse predikanten ruik je de geur van pruiken en studeervertrekken, bij de Engelsen de geur van het volk en van de strijd’, liet hij zich ontvallen. Met kerkelijke scheidslijnen had hij gelukkig niet te maken. Wat dat betreft hadden de ouderlingen van de gereformeerde gemeente het moeilijker. Die konden slechts een smal pad bewandelen en haalden het niet in hun hoofd om preken van de christelijke gereformeerde dominee (F.) Bakker, de hervormde dominee (C.B.) Holland of de in hun kerkverband geschorste dominee (R.) Kok te lezen. Preken die in de gereformeerde samenkomst geregeld vanaf de katheder klonken.


Ds. J.G. Schenau uit Nunspeet, preses van de laatstgehouden synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken, was samen met veel anderen uit bestuurlijk Nederland uitgenodigd op de nieuwjaarsreceptie van de koning en de koningin. In de Wekker vertelt hij wat hem daar opviel.

Laat ik zeggen dat ik me op die receptie vooral klein voelde. Letterlijk. Bestuurlijk Nederland lijkt overwegend te bestaan uit lange mannen. Wat mij betreft kan dat in elk geval als achtste worden toegevoegd aan de zeven vinkjes van Joris Luyendijk: een rijzige gestalte. Gelukkig was er een statafel met mannen uit de moslimgemeenschap. Die kon ik daar dan weer recht in de ogen kijken. We hadden een mooi gesprek over geloven in Nederland. Er waren natuurlijk ook bestuurlijke vrouwen, maar verbeeld ik me dat nu, of zijn die ook van bovengemiddelde lengte? Ze zijn in elk geval een stuk langer dan mijn Josien, maar dat is geen kunst. Misschien verder nog wat ik namens u de koning en koningin heb toegewenst? ‘Een gezegend nieuwjaar!’ natuurlijk, ‘voor u en uw gezin’.’ ‘En, als het mag, majesteit, iets erbij naar een woord van de wijze koning Salomo: “Goedheid en trouw beschermen de koning en versterken zijn troon.” Dat herkennen we bij u. En daar wordt in onze kerken voor u om gebeden.’

Redactie
Redactie