Waar bent u naar op zoek?

In zicht

12-01-2023

Het voorlaatste nummer van Transparant, uitgave van de Vereniging van Christen-Historici, heeft ‘Donkere bladzijden in de kerkgeschiedenis’ als thema. Prof. Erik A. de Boer gaat in op de helende functie die het bezig zijn met de kerkgeschiedenis ook kan hebben.

Welke rol kan de beoefening van de kerkgeschiedenis spelen in het helen van breuken? In de vrijgemaakte Gereformeerde Kerken ontstonden binnen twee decennia na de Vrijmaking van 1944 nieuwe barsten in de gevonden eenheid. Splijtstof was hoe zich te verhouden tot de Gereformeerde Kerken in synodaal verband (GKN) en daarbij hoe over de Vrijmaking te spreken. Was het een door de Heer geschonken exodus of een betreurenswaardige broedertwist? De zogenoemde Open brief van 1966 en de veroordeling ervan door de synode van Amersfoort- West in 1967 veroorzaakten schokgolven die tot een breuk leidden. Zo’n twintigduizend kerkleden vormden op termijn de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK), terwijl circa zeventigduizend leden de naam Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) (GKv) behielden. Vijftig jaar later is de heling van de breuk tussen de ‘twee huizen van de Vrijmaking’ (de uitdrukking is van dr. Henk de Jong) in zicht. Beide kerkformaties beogen in 2023 samen te gaan onder de vlag van de Nederlandse Gereformeerde Kerken.

Opvallend is de rol van de (kerk)historici hierbij geweest. De trilogie ‘Vuur en vlam’, gevuld door jonge historici, gaf in de jaren negentig beschouwingen over ‘aspecten van het vrijgemaakt-gereformeerde leven’. Het Archiefen Documentatiecentrum, verzamel- en bewaarplaats voor GKv en NGK, stimuleerde onderzoek. Congressen over J.G. Geelkerken, S. Greijdanus en B. Holwerda confronteerden bezoekers en lezers met het gezamenlijke verleden. De promotie van Ab van Langevelde op een biografie over C. Veenhof, getiteld ‘In het klimaat van het absolute’, staat in die traditie. Ondergetekende publiceerde ‘De schele dominee’, een biografie over R. Brands, de eerste predikant die daags na de synodale veroordeling van de Open brief geschorst werd vanwege zijn handtekening onder die brief. Dit boek hielp om in de concrete situatie van de gescheurde gemeente te Oegstgeest na vijftig jaar tot verzoening te komen.


Het Nederlands Dagblad publiceerde op oudejaarsdag een interview met Elma Drayer. Koos van Noppen sprak met de Volkskrant-columnist, die zichzelf omschrijft als een ‘seculiere calvinist’.

Als haar wordt gevraagd de winst- en verliesrekening op te maken van de secularisatie, antwoordt ze: ‘Ik zie vooral verlies. Je verliest een gemeenschap waar je bij hoort. Dat is toch een van de aantrekkelijkheden van een kerk. Je verliest een houvast op de scharnierpunten van het leven: geboorte, huwelijk, overlijden. Die zijn in een geloofsgemeenschap omgeven met mooie rituelen. Je verliest veel troost, diepgang.’ (…)

Als voorbeeld van verlies aan diepgang beschrijft ze de eerste oudejaarsavond waarop ze als twintiger had besloten in Amsterdam te blijven. ‘Ik wilde eindelijk, net als iedereen met wie ik bevriend was, vrolijk het nieuwe jaar beginnen. Op de bewuste avond bevond ik me inderdaad in een uitgelaten gezelschap. De gastvrouw rende verhit rond. De gastheer kneep me in de billen. Er was eten en drinken in overvloed. Klokslag middernacht knalden de champagnekurken. Iedereen werd dronken, ik ook. Ik liet me innig omhelzen door mensen die ik voorheen nog nooit had gezien. En ik had een niet te lessen heimwee. Heimwee naar de woorden van psalm 90 die ik zo dapper was ontvlucht: Here, Gij zijt ons een toevlucht geweest van geslacht tot geslacht …’