In zicht
R. Huisman bundelde in Uit vroeger tijden… artikelen die hij voor het kerkblad De Klopper van de hervormde gemeente Goudswaard schreef. Ze beslaan vier eeuwen, van 1574 tot 1974. Twee stukjes hieruit, uit de tijd van ds. Joseph Booij, die de gemeente van 1904 tot 1907 diende, en van ds. M. Goudriaan, die in 1974 in Goudswaard zijn eerste gemeente ontving.
Een vreemde exegese…
Door een achter-achter kleinkind van een in 1906 verkozen ouderling werd mij correspondentie overhandigd waaruit blijkt dat ds. Booij er een vreemde exegese op na hield. Uit de notulen is hiervan niets terug te vinden. Wat was het geval: Jac. de Jong werd door de kerkenraad gestemd en benoemd tot ouderling. Hij kreeg echter van de predikant een brief met de mededeling dat hij niet bevestigd kon worden, omdat zijn benoeming in strijd was met wat er staat in Titus 1 vers 6. Daar staat dat een ouderling “ener vrouwe man” moet zijn. En helaas, de Jong was niet getrouwd. Hij is ook niet bevestigd. Het orgel in
Hoe een kat zorgde voor een vermogen!
Ds. M. Goudriaan ontving op enig moment een telefoontje van een oude mevrouw die als jong meisje uit Goudswaard was vertrokken. Zij vroeg of er op Goudswaard nog familieleden woonden. Dit werd voor haar uitgezocht en als dank ontving de gemeente een klein bedrag voor de orgelrestauratie. Tot grote verrassing ontving de kerkvoogdij enkele jaren later een brief van een notaris waaruit bleek dat deze mevrouw haar gehele geldelijk vermogen als legaat aan onze gemeente had nagelaten. Dit betrof een bedrag van ca. f 120.000.
Bij navraag bij de notaris bleek het volgende. Mevrouw woonde samen met een dienstbode die zij bij testament als erfgename had benoemd. Op een gegeven moment kwam de SRV-man aan de deur en de dienstbode liet per ongeluk de deur openstaan. De poes van mevrouw rook de vrijheid en rende de straat op. Helaas kwam er net een auto aanrijden en de poes liet het leven. Mevrouw liet direct haar testament wijzigen. De dienstbode kreeg het huis en wij de centen. Nu kon de restauratie van het orgel door ons voorgefinancierd worden. Het gerestaureerde orgel werd op 14 april 1982, in een dienst die werd geleid door ds. R. Veldman, in gebruik genomen.
Op de site van de classispredikant van Overijssel- Flevoland, klaasvanderkamp.nl, staat een impressie van de themadag ‘Emeriti vragen waardering’. Uit de bijdrage van dr. H. de Jong uit Kampen:
Henk de Jong gaf vier concrete tips. Hij adviseerde zijn collegae om ten minste anderhalf jaar voor het emeritaat al enkele praktische keuzes te maken, onder meer over de huisvesting. Hij stelde verder dat men de overgang van dienstdoend predikant naar emeritus niet moest onderschatten. Hij noemde het voorbeeld van een collega die juist na zijn emeritaat een burn-out had gekregen. Wat De Jong betreft zou de begeleiding vanuit de kerk meer vorm kunnen krijgen. Hij adviseerde predikanten die taken willen blijven uitvoeren, zich actief te blijven melden. En als je daadwerkelijk een taak krijgt toegeschoven, adviseerde hij deze uitermate serieus te nemen. Het lijkt er soms op dat je als oudere predikant een strengere meetlat wordt aangelegd dan de meetlat die gehanteerd werd toen je jonger was. ‘Natuurlijk is dat onrechtvaardig’, maar je kunt er maar beter op voorbereid zijn. Als je als oudere een foutje maakt, zeggen mensen: ‘Je kunt wel zien dat hij (zij) ouder wordt.’