In zicht
In de bundel Verwachten wij die grote dag…?!, een uitgave van Lucas Boeken in Tholen, interviewt Adriaan van Belzen zeventien theologen over de christelijke toekomstverwachting. Hieronder eerst een passage uit het gesprek met prof. dr. H. van den Belt.
Afkomstig uit een kleine afgescheiden gemeente in Katwijk bewoog ik me veel in kringen als het Gekrookte Riet. Onder jongeren en jonge predikanten leefde destijds de verwachting van het herstel van de kerk in Nederland en andere West-Europese landen, ingegeven door het puritanisme en de Nadere Reformatie. Ik werd ook meegenomen in dat enthousiasme. Natuurlijk moeten we dit altijd toetsen aan de Schrift, en de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er voor Nederland en West-Europa geen beloften in de Bijbel staan; alleen voor Israël. We moeten dus voorzichtig zijn met al te grote verwachtingen. Maar het is me opgevallen dat bij de vorming van de Protestantse Kerk en Hersteld Hervormde Kerk die verwachting en dat verlangen grotendeels weggeëbd zijn. Ik moet misschien vooral eerst mezelf de spiegel voorhouden, maar ik vraag me wel af waar dat gebleven is. Dat geldt voor beide kerken. We zitten vooral in de stand van het overleven in plaats van dat er het uitzien is naar wat de Heere nog zal doen, ook voor de komende generaties. Dat is een vrucht van de scheuring die ik niet had voorzien en die me ook verdriet doet.
Het verlangen en de verwachting hadden iets heel moois en hebben mij als jongere positief gestimuleerd in het geloof, het leven met de Heere, de studie theologie en later in mijn werk als predikant. Daarom denk ik: wat geven wij de volgende generatie mee? Is dat alleen een verdeelde en verscheurde kerk met allerlei discussies die de kern en het wezen van de zaak niet raken? Of geven we ze ook nog hoop mee voor de toekomst? Natuurlijk, de verwachting van de wederkomst en de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zal nog steeds gepreekt worden, maar de Heere heeft ook nog iets speciaals in petto. Er is daarom nog iets om voor te bidden, naar uit te zien en naar toe te leven. Hoe donker de situatie in de kerk en wereld soms ook kan zijn, er is verwachting van de Heere Die ook in onze tijd nog werkt.
Ook ds. D.J. Budding wordt in deze bundel geïnterviewd.
Wie of wat moeten we verstaan onder de antichrist en hoe zal hij openbaar komen?
Ik onderschrijf in dit opzicht de Westminster Confession, de belijdenis van de meeste Engelstalige protestantse kerken. Die beschouwt de paus als de antichrist. Dat is hij ook volgens de leer van de roomse kerk zelf. ‘Anti’ betekent ‘in de plaats van’. Volgens de leer van de roomse kerk is de paus de plaatsvervanger van Christus op aarde. Ook heeft hij volgens diezelfde leer macht, die alleen aan Christus toekomt: zonde vergeven, zalig verklaren en heilig verklaren. Bovendien gaat hij de kerk voor in afgoderij zoals Mariaverering en bidden tot andere heiligen. Ook staat de roomse kerk open voor andere wereldgodsdiensten en leert zij dat er buiten het ware geloof in Christus zaligheid is. Daarmee voldoet de paus aan de omschrijving van 1 Johannes 2:22 ‘als de antichrist’.
Het is opvallend dat alle wereldleiders hun opwachting maken in het Vaticaan.