In Zijn voetsporen
Want hiertoe bent u geroepen, omdat ook Christus voor ons geleden heeft; Hij laat ons zo een voorbeeld na, opdat u Zijn voetsporen zou navolgen. 1 Petrus 2:21
De roeping van een christen is veelomvattend. Hij is profeet, priester en koning tegelijk. Bij die roeping kan ook lijden horen. Lijden, omdat je het goede doet. Net zoals Jezus. De discipel staat immers niet boven de meester en de slaaf niet boven zijn heer.
Petrus gaat in zijn brief uitgebreid in op de levenswandel van een christen. Die luistert nauw. Niet alleen omdat een heilige levenswandel het onlosmakelijke gevolg is van het horen bij een heilige God, maar ook omdat daarin een belangrijke missionaire kracht ligt. Dat geldt zeker als je als christenen maar een kleine minderheid vormt in een heidense omgeving.
Jezelf onderwerpen
Dat was de situatie van de eerste lezers van zijn brief, een situatie die ook voor christenen in Nederland anno 2022 steeds meer herkenning oproept. ‘Houd uw levenswandel onder de heidenen goed; opdat zij die nu van u kwaadspreken als van kwaaddoeners, door de goede werken die zij in u waarnemen, God verheerlijken mogen op de dag dat er naar hen omgezien wordt.’ (1 Petr.2:12) Bij die goede levenswandel hoort ook het jezelf onderwerpen aan alle menselijke orde. Petrus spitst dat toe op de houding die je hebt in te nemen tegenover de overheid, op de gehoorzaamheid die een slaaf verplicht is aan zijn meester en op hoe een vrouw zich binnen haar huwelijk heeft op te stellen tegenover haar man. Het woord ‘onderdanigheid’ is daarbij een belangrijk woord.
Geen makkelijke weg
Petrus laat heel duidelijk blijken dat dit niet de makkelijkste weg is. Zo zal een slaaf bijvoorbeeld, ook als hij onterecht geslagen wordt, dit geduldig moeten verdragen. Dat gaat wel ver. Veel verder dan het jezelf houden aan bepaalde regels van de overheid, die je vrijheid misschien wel een beetje beperken, maar die lang niet zo pijnlijk of vernederend zijn als wat zo’n slaaf moest ondergaan.
Het woord onderdanigheid is voor veel mensen een moeilijk woord. Dat is niet vreemd. Het strijdt immers met de drang die we van nature in ons hebben om voor onszelf op te komen en zelf te kunnen beschikken over ons leven. Onze behoefte aan autonomie en ons zelfbewustzijn verdragen zich maar moeilijk met onszelf aan iets of iemand onderwerpen. Bovendien: als er dan ook nog eens sprake is van onrecht dat ons wordt aangedaan – dan botst het aan alle kanten.
Meer verbonden
En toch: zo is het de wil van God. Want een christen volgt ook hierin zijn Meester. ‘Die, toen Hij uitgescholden werd, niet terugschold, en toen Hij leed niet dreigde, maar het overgaf aan Hem Die rechtvaardig oordeelt.’ (1 Petr.2:23). Dit gaat diep. Dit lijkt haast onmenselijk. Wie kan dit opbrengen? Híj wel. Hij deed het. Alleen in Zijn kracht kunnen ook wij hierin groeien.
Petrus noemt het genade, om zo in de voetsporen van de Heere Jezus te gaan. Zelfs als dat lijden met zich meebrengt. Het doet me denken aan het getuigenis van vervolgde broeders en zusters. Soms kunnen ze zelfs spreken over vreugde die ze mogen ervaren in al hun verdrukkingen, omdat ze zich in hun lijden nog meer verbonden weten met hun Heere in Zíjn lijden.
Getuigenis
Het blijft iets groots, iets waar je misschien maar moeilijk bij kunt. Dit ís ook niet niks, maar laten we wel déze gedachte vasthouden: waarvan gaat nu een beter getuigenis uit? Van christenen die zich door niemand iets laten gezeggen, omdat ze belijden dat de Heere hun Koning is? Van christenen die daarom menen hun eigen gang te kunnen gaan en ook niet aarzelen om terug te slaan als zij geslagen worden? Of van christenen die belijden dat de Heere hun Koning is en zich juist daarom ook kunnen neerleggen bij de dingen die hun overkomen? Van christenen die niet zelf hun gelijk hoeven te halen, maar die hun leven in Zijn hand weten en daarom ook geloven dat Hij recht zal doen?
Getuigen van de hoop die in je is, doe je niet alleen met woorden. Je levenshouding en je levenswandel zeggen misschien nog wel veel meer. Het is in ieder geval vaak de enige Bijbel die de mensen om ons heen lezen. Dat mag wel tot bezinning brengen. Want wat léést men dan in u? Proeft men in jou dan ook iets van Hem?