‘Israël ontvankelijker dan ooit voor het Evangelie’
Het conflict met de Palestijnen traumatiseert de Israëlische bevolking. Mensen zijn bang en verlangen naar vrede. In deze situatie is de openheid rond het Evangelie van Jezus Christus groter dan ooit en dat biedt de kerk een kans, zegt ds. David Zadok.
Aan het eind van onze ontmoeting wordt ds. Zadok – kleine man in een zwart pak – gebeld op zijn smartphone. Na een kort gesprek kijkt hij op. ‘Dit was een mevrouw die onze kerkdiensten wil bezoeken. Onze gemeente groeit!’
Ds. Zadok is sinds 2012 predikant van de gemeente Chesed we Emet (Genade en waarheid) in Kanot, ten zuiden van Tel Aviv. Hij werd in 1961 geboren in Israël en woonde van zijn derde tot zijn zestiende bij zijn oma en een kinderloze oom en tante in Iran. ‘Mijn grootmoeder had veel invloed op mijn opvoeding, die traditioneel Joods was. Deze vorming is belangrijk geweest voor mijn Joodse identiteit. Ik begrijp Iran, spreek het Farsi en ik weet dat God een bedoeling heeft met dit land.’
Toen het te gevaarlijk werd in Iran, week David uit naar Amerika. Op een bijbelstudie van medestudenten waar hij was uitgenodigd, ‘hoorde ik voor het eerst de naam Jezus Christus. Ik had een maand ervoor van een christelijk gezin een Bijbel gekregen en die in de kast had gezet. Ik begon erin te lezen. Na zes maanden had God mijn ogen geopend.’ Hij bekeerde zich en liet zich dopen.
Zijn familie was not amused. ‘Ik schreef een brief naar mijn oom en tante in Iran waarop ik geen antwoord kreeg. Na een paar weken zei een andere oom tegen me: Mogelijk heb je iets goeds gedaan door christen te worden, maar laat ik jou eens vertellen wat wij ervan vinden. Het zou voor ons minder beschamend zijn geweest als je als crimineel in de cel was beland of dat je aan de drugs was geraakt. Pas veel later begreep ik hoe moeilijk mijn familie kon accepteren dat ik christen was geworden. Hoe kon ik geloven in een Man in Wiens Naam zoveel Joden zijn vervolgd en gedood?’
‘Het was een moeilijke periode in mijn leven’, vervolgt de predikant. ‘Op mijn bruiloft, 15 augustus 1991 met Etty, was mijn familie er niet. Pas nadat onze eerste dochter was geboren, genas de verbroken relatie met mijn familie.’