Jaar met een rouwrand
En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen. (Matt.28:20) Met deze woorden beginnen we op 1 januari het jaar. Al de dagen: niet als periode, maar elke dag. Die bemoediging hebben we nodig, want de zorgen rond de ziekte van mi
Ruim drie jaar geleden is de ziekte vastgesteld. Er volgt ontreddering, en de vraag dringt zich op: ‘Welke weg gaat de Heere met ons?’ Wonderlijk snel geeft Hij rust. Heel persoonlijk krijgt Jannie te verstaan dat de Heere weet wat ze nodig heeft. Hij dóet mij nederliggen… Dat ze niet meer kan en op bed moet liggen, doet pijn, maar het is heilzaam. In haar dagboek schrijft ze: ‘Hier kreeg ik rust, vrede en kracht, na slechtnieuws gesprek.’
Het jaar 2013 is een jaar van chemokuren, bestralingen en operaties. Alles lijkt onder controle te zijn. Maar na een jaar is het opnieuw mis. De ziekte is door uitzaaiingen ongeneeslijk geworden. Nieuwe chemokuren volgen, met positief resultaat. Later komen er echter complicaties en nieuwe zorgen.
Zo begint 2016. We weten ons ondanks alles door Hem gedragen, in overgave en rust. Haar laatste aantekening in haar dagboek van 2 april 2016 is uit 2 Korinthe.4:17: ‘Want onze lichte verdrukking, die van korte duur is, brengt in ons een alles overtreffend eeuwig gewicht van heerlijkheid teweeg.’
Een operatie en nieuwe ziekenhuisopname volgen. Midden in de behandeling, vlak voor Hemelvaartsdag, haalt de Heere haar thuis. Toch nog plotseling overlijdt ze in mijn armen en ontslaapt ze in Christus. Daar zag ze naar uit. Daarom kan ik haar loslaten.
Van het één op het andere moment ben ik weduwnaar, na een trouwverbond van bijna 41 jaar, waarin we lief en leed hebben gedeeld. Ik moet leren wat rouw is.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van 27 december.