De kerk heeft altijd gezegd loyaal te willen zijn aan Israël. Als de kerk zich ergens van wil distantiëren, is het wel van discriminatie en vreemdelingenhaat en natuurlijk ook van antisemitisme. Daarbij rijst de vraag: Wat kunnen kerken nu concreet doen bij het bestrijden van antisemitisme?
Ik begin met een schets van de houding van de kerken ten aanzien van Israël na de oorlog. Door de gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben de kerken iets geleerd van de geschiedenis. Zij werden zich bewust van hun fatale rol in het verleden ten aanzien van de Joden. Er kwam opnieuw oog voor de notie van het verbond, dus dat God nog een plan heeft met Zijn volk Israël.
In de Hervormde Kerk ontstonden overal leerhuizen en werden classicale en provinciale commissies en een landelijke Raad voor de verhouding van kerk en Israël ingesteld. Die floreerden. De christelijke kibboets Nes-Ammim was een begrip. Er kwam een Israëlzondag, de eerste zondag van oktober. Het Bezinningscomité Israël (uitgaande van de Gereformeerde Bond) publiceerde verschillende boeken en organiseerde ontmoetingen met rabbijnen. De stichting Christenen voor Israël ontstond en ontplooit tot op de dag van vandaag veel activiteiten. Israëlreizen waren populair.
Intussen is de belangstelling voor Israël en het Jodendom grotendeels weggeëbd. Dat heeft vooral te maken met de toegenomen aandacht voor het Palestijnse probleem en dat het maar niet wil vlotten met een akkoord tussen Israël en de Palestijnen. Dat betreurt iedereen.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 30 september 2021.
Neem een jaarabonnement (€ 49,00). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!