Waar bent u naar op zoek?

‘ Kies dan het leven’

P.J. Vergunst
Door: P.J. Vergunst
01-10-2020

Een wervende uitspraak in de ‘Week voor het leven’, die volgende maand gehouden wordt, is de kop boven deze bijdrage niet. Op weg naar de Israëlzondag heeft de handreiking vanuit de Protestantse Kerk dit thema. Volgens Joodse uitleggers is het slot van Deuteronomium 30 een gebod tot inkeer.

Drie motieven kent de kerk om al sinds 1949 – kort na de vorming van de staat Israël, niet lang na de verschrikking van de Holocaust – een speciale Israëlzondag te houden: uitdrukking geven aan de liefde voor het volk Israël, nadenken over de relatie van de kerk met Israël, gebed voor het volk Israël. Al zeventig jaar doen we dit op de eerste zondag van oktober, in de periode van belangrijke Joodse feesten.

Er zijn mensen die het belang van deze afgesproken themazondag relativeren door op te merken dat we Israël toch elke zondag in de Psalmen tegenkomen – inderdaad een belangrijke reden voor het geheel van de kerk om de Psalmen te blijven zingen –, dat we Israël ook in de Schriftlezingen tegenkomen. Dat laatste is echter niet vanzelfsprekend. Toen de christelijke gereformeerde dr. T. Brienen vier jaar geleden een vuistdik boek verschijnen liet (Eerherstel voor de bedieningen van het Woord), zei hij dat het hem als niet meer prekende emeritus opviel ‘dat er heel weinig uit het Oude Testament gepreekt wordt. De predikant vindt dat kennelijk moeilijker. En áls het Oude Testament dan aan de orde komt, valt de bezinning op Israël volledig weg, maar dat kan natuurlijk niet.’ Als we deze woorden overdenken, straalt die ene Israëlzondag uit naar de 51 andere zondagen.

Bijbelvertaling

Laten we niet naïef zijn als het gaat om de aangevochten positie van Israël in deze wereld én in de kerk. Wat het laatste betreft denk ik aan Bibelen 2020, de voor de zomer verschenen nieuwste bijbelvertaling van Denemarken. Uit de oorspronkelijke tekst is de naam Israël niet minder dan vijftig keer verwijderd. Zo werden de woorden uit Psalm 121 (‘Zie, de Bewaarder van Israël zal niet sluimeren of slapen’) gewijzigd in ‘Zie, onze Bewaarder zal niet sluimeren of slapen’.

Hier komt een theologische visie aan het licht waarin de band tussen het bijbelse Israël als volk van God niet gelinkt wil worden met Israël vandaag.

Alsof de beloften van de Heere voor Zijn volk er nu niet meer toe doen. Hier gaat het marginaliseren van Israël als volk van God hand in hand met het aantasten van het Woord van God, iets waarvoor in de laatste verzen van Openbaring 22 gewaarschuwd wordt.

Voor Israël bidden

Gebed voor het volk Israël is het derde motief voor de jaarlijkse zondag. Dat gebed kan alleen oprecht zijn als ‘er niets tussen zit’. Zoals Petrus elke man oproept (1 Petr.3:7) in de goede verhouding tot zijn vrouw te leven, ‘opdat uw gebeden niet verhinderd worden’, zo kunnen kwade gedachten en daden over Israël het gebed verhinderen voor het volk dat Gods Naam draagt.

Laten we (opnieuw) niet naïef zijn over wat in onze samenleving plaatsheeft. Opnieuw één voorbeeld: op 8 mei werd in een huis-aan-huisblad in Enschede opgeroepen geen aardappels uit Israël te kopen, waarbij het zelfs niet ging om producten uit betwiste gebieden maar uit het land als geheel. De voorzitter van het ‘Overlegorgaan Joden en christenen’ merkte erbij op dat het ‘koop niet bij Joden’ terug is in ons straatbeeld, 75 jaar na de Tweede Wereldoorlog een veelzeggende opmerking.

Wereldwijd

De advocaat Hillel Neuer, directeur van een ‘mensen‑rechtenwaakhond’ van de Verenigde Naties, hekelde op 16 juli in een vergadering van de Mensenrechtenraad van de VN dat er sinds de oprichting van deze raad in 2006 tegen Noord-Korea dertien resoluties aangenomen zijn, tegen Syrië 34 en tegen Israël 188. Terwijl 44 keer Israël apart op de agenda stond, werden de andere 193 landen altijd gezamenlijk behandeld. Neuer: ‘Als de raad bijeenkomt om de Joodse staat te belasteren, zal er gewoonweg geen tijd zijn voor miljoenen slachtoffers wereldwijd.’ Laten we niet naïef zijn over wat er in de wereld gebeurt. Ondertussen zijn we dankbaar voor de half augustus gesloten vredesovereenkomst tussen Israël en de Verenigde Arabische Emiraten, de eerste in 26 jaar met een Arabisch land. Twee weken geleden volgde de overeenkomst met Bahrein.

De tussenmuur afgebroken

In deze (inter)nationale context staat de Israëlzondag op de agenda van de kerk. De politieke situatie en het beleid van de regering van Israël hoeven hierbij onze aandacht of zelfs instemming echter niet te hebben. Als de christelijke gemeente in één adem bidt voor ‘Israël en de omliggende volken’, dan focussen we op het politieke. Hoezeer je verlangen kunt naar vrede in het Midden-Oosten, de kerk bidt om de vrede voor Jerúzalem, de stad waar de zetels van het gericht staan. Vrede is de sjaloom van de Messias van Israël, van Hem Die welzijn, gerechtigheid, vrede brengt.

Over deze Christus belijdt Paulus in Efeze 2: ‘Want Hij is onze vrede.’ Voor Zijn discipelen heeft de Messias van Israël de tussenmuur met de Joden afgebroken, zodat degenen die vervreemd waren van het burgerschap van Israël dichtbij gekomen zijn door het bloed van Christus. Dat brengt mij vandaag tot aanbidding, wel de hoogste vorm van bidden genoemd: ‘O, diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis van God…

Uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen.’ •••

Deuteronomium 30

Waar elke theoloog opgeleid moet zijn om Israël in prediking, psalmen en gebeden de plaats te doen toekomen die God haar gaf, kan de handreiking vanuit de Protestantse Kerk de gedachten vormen. Dit jaar staat Deuteronomium 30:11-20 centraal, met name vers 19: ‘Kies dan het leven, opdat u leeft, u en uw nageslacht.’ De Heere geeft Israël het gebod – een gebod dat ‘niet te moeilijk voor u is en niet ver weg is’ – om Hem lief te hebben, in Zijn wegen te gaan, Zijn verordeningen en Zijn bepalingen in acht te nemen. Dán zal het ons goed gaan, zullen we Zijn zegen ervaren.

In Deuteronomium 30 zijn we bijna aan het einde van de Thora, de vijf boeken van Mozes, waarin we na de inzet bij de schepping van de mens lezen over het verbond van de Heere met Abraham, Izak, en Jakob, van Gods verkiezing van Israël, van Zijn toewijzing van het land aan Abraham en zijn nageslacht. Tegelijk leert ons de Thora dat de Heere op de Sinaï Zijn geboden gegeven heeft, leefregels om in liefde tot Hem strikt bij te blijven. Het einde van de Thora, zo zegt de historicus Chaya Brasz in de handreiking van de kerk bij dit bijbelgedeelte, herinnert aan het begin, de chaos van de ongeschapen wereld, zodat de groei zichtbaar is. In Israël is in deze weken vol Joodse feesten ‘de sfeer van inkeer en troost overal voelbaar’.

Het oog op Jezus

Waar in de reacties op Deuteronomium 30 de lutherse bisschop Younan spreekt over ‘een uitdaging voor Palestijnen en Israëli’s’, een justitierabbijn benadrukt dat het Jodendom een religie is waarin het leven centraal staat, een gereformeerde dominee aandacht vraagt voor de ontwrichting van het klimaat, wordt (gelukkig!) in de reactie van ds. J. Snaterse uit Hoogeveen de Messias van Israël genoemd: ‘Kom in de vrijheid van de navolging van Jezus. Hij belooft: “Mijn juk is zacht en Mijn last is licht”. Houd je oog op Hem gericht.’ Het is een lijn naar Mattheüs 11 die de christelijke gemeente niet mag missen. De Zoon van God heeft ons getoond wat de geboden van Zijn Vader inhouden. Kies dan het leven – het kan alleen door het geloof in Jezus, Die Zichzelf bekendmaakte als dé Weg, dé Waarheid, hét Leven. Ook op een Israëlzondag eren we God alleen als de gekruisigde en opgestane Heiland verhoogd wordt.

Goede leven

Het goede leven – zijn we er in deze gemankeerde maanden meer dan ooit naar op zoek? Sowieso maakt de schijnwereld die reclame kan zijn, het nepnieuws via sociale media, het accent op financieel gewin, de nadruk op jezelf ontwikkelen en maximaal presteren dat we naar dat leven verlangen.

Tekenend voor onze tijd is het recente opgaan van het Christelijk Weekblad in het magazine Het Goede Leven. Samen met Israël mogen we dat leven zoeken bij de Heere, bij Zijn geboden en beloften. In Zijn genade laat God Zijn volk weten dat dit leven niet alleen voor rijke of slimme mensen bereikbaar is: ‘Het is niet in de hemel, zodat u kunt zeggen: Wie zal voor ons naar de hemel opstijgen…? Het is ook niet aan de overzijde van de zee, zodat u zou kunnen zeggen: Wie zou voor ons oversteken…? Want dit woord is heel dicht bij u, in uw mond en in uw hart, om het te doen.’

Ondertussen is het een testament uit Mozes’ mond dat we met Israël niet negeren kunnen, de oproep om de Heere lief te hebben, Zijn stem te gehoorzamen, Zijn geboden te doen. Zo belijden we: ‘Hij is mijn leven en de verlenging van mijn dagen.’

P.J. Vergunst
P.J. Vergunst