Kohlbrugges oeuvre
Tijdens een ledenvergadering is besloten om de Vereeniging tot Uitgave van Gereformeerde Geschriften op te heffen. Een vereniging die misschien niet zo bekend was in kerkelijk Nederland, maar die toch een lange reputatie kende en tientallen geschriften van Kohlbrugge heeft uitgegeven.
Op 19 november 1926 werd de Vereeniging tot Uitgave van Gereformeerde Geschriften (VUGG) opgericht als voortzetting van de N.V. Maatschappij tot Uitgave van Gereformeerde Geschriften te Amsterdam, waarvan ds. H.A.J. Lütge, hervormd predikant te Amsterdam, gedurende vele jaren directeur was. Na diens overlijden in juni 1923 werd in overleg met vrienden en geestverwanten besloten om deze ‘Maatschappij’ om te zetten in een ‘Vereeniging’ met dezelfde naam. In de statuten formuleerde deze vereniging haar doelstelling als volgt: ‘Het doel van de vereniging is het verspreiden van geschriften, als verhandelingen, preken, onderwijsboekjes, van Gereformeerde inhoud. Allereerst komen in aanmerking werken van wijlen dr. H.F Kohlbrugge.’
Bestuursleden van het eerste uur waren: J.C.S. Locher, voorzitter, H.L. Houthoff, secretaris, dr. G. Oorthuys, ds. P.J. Roscam Abbing en de heer C. Beijer. Het bestuur vergaderde ten huize van de secretaris aan de Prinsengracht 164 en ledenvergaderingen vonden plaats in gebouw ‘De Zendingszaak’ aan de Keizersgracht 183 te Amsterdam.
Kohlbrugge
De eerste uitgave die men wilde realiseren, was uiteraard een publicatie van Kohlbrugge: De ware zelfbeproeving. De drie stukken van het formulier om het Heilig Avondmaal te houden. Dit boekje werd voorzien van een inlegvel en diende als belijdenisgeschenk. In 1932 verzorgden Oorthuys en Locher een nieuwe vertaling van een van de meest bekende werken van de Elberfelder: Het zevende hoofdstuk van Paulus’ brief aan de Romeinen. Dat bleek achteraf geen eenvoudige klus: ‘We ervoeren daarbij de ontzaglijke moeilijkheid van het vertalen, in ’t bijzonder van dit werk’, verzuchtte Locher in het ‘Voorbericht’. Zo verschenen in de loop der jaren diverse prekenbundels, zoals bijvoorbeeld: Lijdenspreken, Feeststoffen, Veertien preken over Psalm 118.
Medio jaren tachtig startte de VUGG met een nieuwe serie, de Kohlbrugge-reeks, onder redactie van dr. W. Balke en dr. S. Gerssen. In deze reeks verschenen niet alleen preken, maar ook brieven uit de omvangrijke correspondentie van Kohlbrugge, zoals Kohlbrugge als prediker en pastor in zijn brieven, in twee delen. Ds. W.C. Meeuse bracht de briefwisseling van Kohlbrugge met Steven de Clercq en met zijn dochter Maria de Clercq onder de aandacht en ds. J.K. Vlasblom de correspondentie van Kohlbrugge met Mathijs Westendorp. Daarnaast schreef dr. Balke twee biografieën, één over Eduard Böhl en één over Johannes Wichelhaus. In 2014 verscheen Zonder kansel kon hij niet leven, waarin ter sprake kwam de weg van Kohlbrugge langs de verschillende kansels in Nederland. De daarbij behorende preken verschenen later in een aparte bundel onder de titel Op Nederlandse kansels.
In 2018 verscheen een heel nieuwe editie van De eenvoudige Heidelberger, uitgebreid met achttien catechismuspreken die in de vorige drukken aan de aandacht ontschoten waren. Dr. A. de Reuver en ikzelf stelden deze publicatie samen. Het laatste boek dat de VUGG uitgaf, was In de Kreupelstraat. Hierin zijn twaalf onbekende preken van Kohlbrugge opgenomen.
De vereniging heeft in al die jaren nauw samengewerkt met verschillende uitgevers, de laatste negen jaar was dit met uitgeverij Den Hertog te Houten.
Bestuur
Verschillende predikanten hebben deel uitgemaakt van het bestuur. Een naam die in dit verband niet onvermeld mag blijven, is die van ds. D. van Heyst, predikant te Ommen en hoofd- en eindredacteur van het Kerkblaadje/Ecclesia. Hij heeft zich bijzonder ingespannen voor het toegankelijk maken van de geestelijke nalatenschap van Kohlbrugge. In 1970 ging ds. W. Balke deel uitmaken van het bestuur, in eerste instantie als secretaris en later als voorzitter.
Hotel Krasnapolsky
Vanaf 1950 werd er vergaderd in een ‘zaaltje’ van Hotel Krasnapolsky, de bestuursvergadering ving aan om 14.00 uur en een uur later was de algemene vergadering met de leden. Het verhaal gaat – en daar zwijgen de notulen over – dat het bestuur na zo’n inspannende middag de inwendige mens ging versterken in het restaurant van dit prestigieuze hotel… De laatste keer dat op deze vorstelijke locatie werd vergaderd was op 19 juni 1985. Het jaar daarop kwam men bijeen in de consistorie van de Hervormde kerk te ’s-Graveland. Dit werd de vaste locatie waar de VUGG zijn vergaderingen belegde.
Dr. Balke zat doorgaans de vergadering voor, soms was zijn trouwe viervoeter te gast op deze bijeenkomst. Een vast agendapunt was de uitgave van een nieuwe publicatie voor het komende jaar. Het gebeurde nogal eens dat de voorzitter wisselde van rol en opeens als hoogleraar ons college gaf over een persoon die toevallig ter sprake kwam. Dat was altijd uitermate boeiend, maar het zette de agenda wel eens onder druk.
Weemoed
Vorig jaar stelde het bestuur zich de vraag of de tijd niet gekomen was om over te gaan tot opheffing van de vereniging. Er was een aantal motieven, in de eerste plaats het ledental dat ieder jaar gestaag terugliep. In de tweede plaats werd het steeds lastiger om uit Kohlbrugges oeuvre nog werken op te sporen die nog niet gepubliceerd zijn. Verder heeft ook het ontvallen van onze voorzitter en penningmeester, M.J. Flink, een rol gespeeld in deze overweging.
Met enige weemoed is tijdens een ledenvergadering in het najaar van 2021 deze beslissing genomen, maar we zijn dankbaar dat de vereniging zoveel waardevolle publicaties van Kohlbrugge heeft uitgegeven. Een van de leden schreef ons als reactie: ‘Wie is opgevoed in de Kreupelstraat, vindt nog altijd houvast in de erfenis van Kohlbrugge.’