Kom, Schepper Geest
Een vroegmiddeleeuws kerklied voor de tijd van Pinksteren heeft als eerste regel: Veni Creator Spiritus'. Letterlijk vertaald: Kom, Schepper Geest. Een echt katholiek lied is het, schrijft dr. W. Dekker.
Via deze vertaling van Luther kwam het ook terecht in het Liedboek voor de Kerken van 1973, zelfs in twee verschillende versies. Ze werden allebei ook weer in het nieuwste Liedboek opgenomen. Daar ben ik blij mee. Zulke liederen verbinden ons met de christelijke kerk van alle tijden, met christenen van vóór de Reformatie en erna. Een echt katholiek lied is het.
Ik ben blij met dit lied, niet het minst ook vanwege de inhoud. Het is een echt lied van verlangen. Het kan niet anders of dit verlangen wordt steeds opnieuw geboren wanneer tot ons doordringt wat in het boek Handelingen verteld wordt.
Dan bedoel ik niet alleen het begin van dit boek, waar van de uitstoring van de Heilige Geest verteld wordt. Ik denk nu vooral aan al het andere, dat daarna kwam. In het boek Handelingen zien we hoe de eerste gemeenten ontstaan. We lezen ook meteen van problemen, die opgelost moeten worden. In Handelingen 6 worden diakenen aangesteld, een ambt dat aanvankelijk niet bestond. Vanwege de noodzaak van de tijd wordt het ‘uitgevonden’. In Handelingen 15 lezen we van een breed beraad in Jeruzalem om vast te stellen aan welke richtlijnen de christenen uit de heidenen zich zouden moeten houden. Het ging hier om zeer ingrijpende zaken. Zouden christenen uit de Joden en uit de heiden wereld niet van elkaar vervreemd raken? In Handelingen 17 staat Paulus op de Areopagus te preken te midden van Stoïcijnen en Epicureeërs. Hoe moet hij dat aanpakken?
Dit zijn slechts een paar voorbeelden van steeds weer nieuwe vragen die opgelost moesten worden. We zouden vandaag zeggen dat het ging om missionaire vragen, vragen over de inrichting van de kerk, hermeneutische vragen (hoe maken we de verstaalslag) en ethische vragen. Er lag geen draaiboek klaar. Gaandeweg werden de antwoorden echter geboren.