Waar bent u naar op zoek?

Kortsluiting

dr. A.A.A. Prosman
Door: dr. A.A.A. Prosman
15-04-2021

Het hoofdredactionele commentaar van de NRC van 30 maart begint met de vraag hoeveel ruimte orthodox-religieuze opvattingen mogen innemen in een samenleving die onder druk staat van een pandemie. En waar gelijke lhbtiqrechten zwaar wegen.

NRC

De vraag ligt op tafel na een weekend waarin journalisten die kerkgangers benaderden, klappen kregen of voor een auto moesten wegspringen. Een zondag waarop sommige kerken de afspraken maximaal dertig bezoekers toe te laten opzij schoven, vanwege religieus eigenbelang. Een weekend waarin oud-leerlingen van het reformatorische Gomarus in NRC vertelden hoe de school hen dwong voor hun seksuele geaardheid uit te komen tegenover hun ouders en klasgenoten.

Het gaat als volgt verder:

Volgens Kinderombudsman Margrite Kalverboer is de vrijheid van kinderen hun eigen identiteit te ontwikkelen groter dan de vrijheid onderwijs aan te bieden volgens eigen waarden en normen. Waarin ze gelijk heeft. Met dergelijke praktijken plaatst orthodox-religieus onderwijs zich buiten de samenleving. De nationale korpschef Henk van Essen noemde geweld tegen journalisten ‘onacceptabel’. In de politiek waren de reacties idem, fel afkeurend. (…)

Het gezag wordt nu de vraag opgedrongen of en hoe het straks moet ingrijpen. Met uitzondering van de anderhalvemeter afstandsplicht is er in de coronawet géén wettelijke basis om een kerkdienst op te breken, als ware het een housefeest onder een viaduct. Juist vanwege de scheiding tussen kerk en staat. Maar misschien is dat achteraf naïef. De coronawet zou aangepast kunnen worden – dit kabinet heeft ervaring met spoedwetten. Een tijdelijk einde aan de bijzondere positie van kerk, moskee en synagoge? Seculier Nederland zou er weinig moeite mee hebben, zolang de pandemie duurt. Tot nu toe vermeed de staat deze kwestie door te koersen op zelfregulering. Maar dat lijkt nu afgelopen, dankzij een paar kerken in Urk en Krimpen. Hopelijk komen die tot bezinning. (…)

Dat straks de ME deuren van gebedshuizen moet blokkeren is geen wenkend perspectief. Op het Museumplein is het al druk genoeg met andersdenkenden. Een wijze kerkleiding voorkomt dat.

Dat is pittige taal van deze – jawel, liberale krant.

Het onderwijs en de kerk krijgen zware kritiek te verduren. Vooral de woorden dat het orthodox-christelijke onderwijs zich buiten de samenleving plaatst, komen hard aan. Ze lijken nogal ongelukkig gekozen, want wie buiten de samenleving staat, heeft het recht verbeurd door de wet beschermd te worden. Dan ben je letterlijk een outcast. Het lijkt dat de aversie jegens alles wat orthodox is, zo groot is dat het woordgebruik er niet meer toe doet. Door de krant wordt ook de kerken de wacht aangezegd. Een spoedwet zou de scheiding van kerk en staat moeten opschorten zolang de coronapandemie duurt, lees ik in het commentaar. Dat het slechts een tijdelijke maatregel zou moeten zijn, is moeilijk te geloven. Men grijpt nu de kans om ieder die behoudend is en zich tegen de seculiere emancipatieagenda verzet – reformatorisch of niet – op de pijnbank te leggen. Je vraagt je af waar deze grote woorden – zelfs de ME wordt van stal gehaald – ineens vandaan komen.

Nederlands Dagblad

In het Nederlands Dagblad (31 maart) schreef Dick Schinkelshoek over homoseksualiteit en kwam tot nieuwe inzichten. Hij meent dat slavernij en homoseksualiteit met elkaar vergeleken kunnen worden.

Ik weet het: de afschaffing van de slavernij in de negentiende eeuw en de emancipatie van homoseksuelen vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw kun je theologisch maar deels vergelijken. Zo is de Bijbel uitgesproken negatief over homoseksueel geslachtsverkeer, maar kun je er lang zoeken naar een expliciet verbod op het houden van slaven. De aartsvaders verwekten kinderen bij hun slavinnen. De Tien Geboden rekenen even vanzelfsprekend met ‘uw slaaf en uw slavin’ als met ‘de vreemdeling in uw steden’. Paulus stuurt de weggelopen slaaf Onesimus resoluut terug naar zijn meester. Slaven moet je wel goed behandelen. Ze moeten rusten op de zevende dag, net als jij. En in Christus is ‘noch slaaf, noch vrije’. Maar een veroordeling lees je niet in de Bijbel.

En toch, bij het lezen van de vorig jaar verschenen bundel Heilzame Verwerking van het Slavernijverleden voor ‘wit’ en ‘zwart’ (Stichting Lutherse Uitgeverij) viel me ineens op hoezeer die theologische debatten rond 1800 over het houden van slaven lijken op onze discussies over gender en homoseksualiteit. (…)

Geen emancipatiebeweging is zo sterk christelijk geïnspireerd geweest als de roep om afschaffing van de slavernij. Vanaf 1800 wordt dit ‘abolitionisme’ in Europa en de VS zo’n dominante beweging, dat afschaffing niet alleen onvermijdelijk wordt, maar iedereen dit ook het meest menselijke vindt om te doen. Historicus Tom Holland schrijft in Heerschappij (2020) die ontwikkeling toe aan het geloof in de Heilige Geest: er zijn nieuwe dingen te ontdekken over hoe God de wereld heeft gemaakt. Daardoor konden christelijke landen met overtuiging de slavernij afschaffen, terwijl dat de sultan van het Ottomaanse rijk meer moeite kostte: de Koran verbiedt het immers niet. Nee, de Bijbel ook niet – maar het christendom kent de Geest, die de gelovigen onderwijst. (…)

Er zijn christenen – vooral buiten Nederland? – voor wie homoseksualiteit zo’n gruwel is dat ze homo’s het eeuwig heil zouden ontzeggen als ze konden. Andere christenen veroordelen homoseksualiteit omdat dit in de Bijbel staat of de natuur dat leert, maar willen homo’s wel een veilige, liefdevolle omgeving bieden (waarmee ze zichzelf, zoals de Moravische Broeders, in een spanningsvolle positie brengen). En er zijn christenen die liever de Geest dan de letter van de Bijbel laten spreken.

Is het gesprek over homoseksualiteit en gender in de kerk dan onbelangrijk? Nee. Is het dan zeker waar die discussie gaat uitkomen? Nee, ook niet. Maar bij een onderwerp waarvan het belang zó wordt opgeblazen dat het kerken en gezinnen scheurt, is het goed om ook de geschiedenis te laten spreken: er zijn in de kerk vaker soortgelijke discussies geweest – en soms kunnen we ons die nog maar nauwelijks herinneren.

De discussie over homoseksualiteit zal nog wel even doorgaan. Steeds weer wordt geprobeerd om de Bijbel zo uit te leggen dat er ruimte is om homoseksualiteit over de volle breedte te accepteren – inclusief het homohuwelijk. In ieder geval heeft zo’n ruime opvatting als voordeel dat je je niet buiten de samenleving plaatst (zie hierboven).

Toch roept het betoog van Schinkelshoek vragen op. Ontstaat er geen kortsluiting als je twee problemen die ver uiteenlopen met elkaar in verbinding brengt? Schinkelshoek relativeert wat de Bijbel erover zegt, bijvoorbeeld in Exodus 20. Want het komt daar en elders niet tot een klip en klare veroordeling van slavernij. Doet hij dan niet tekort aan de proclamatie waarmee de Decaloog inzet, namelijk dat God bevrijdt van slavernij en uitbuiting? En als in het vierde gebod gesproken wordt over het rusten van de slaven, dan kunnen we ook daarin iets van bevrijding horen. En als de mens naar het beeld van God geschapen is, dan is dat toch een explosief gegeven als het over slavernij gaat? Wie zegt dat een meester zijn slaaf (Onesimus) als een geliefde broeder moet aanvaarden, maakt daarmee een statement naar de samenleving van die dagen, want volgens Aristoteles was er nauwelijks verschil tussen het gebruiken van slaven of van tamme dieren. Er is genoeg munitie in de Bijbel om slavernij te bestrijden.

Heel anders is dat met betrekking tot homoseksualiteit. Een bevrijdingsbeweging van slaven zoals de Bijbel die tekent, komen we niet tegen als het over homoseksualiteit gaat. Altijd zet de Bijbel in op relaties tussen mensen van verschillend geslacht. Ook Jezus kunnen we nergens betrappen op een uitspraak die eventueel zou kunnen wijzen op een relativering van het huwelijk. Wie een pleidooi wil voeren voor bijvoorbeeld het homohuwelijk, heeft daartoe alle vrijheid, maar moet dat niet doen ten koste van de duidelijkheid van de Bijbel.

dr. A.A.A. Prosman
dr. A.A.A. Prosman