Kostbaar en beproefd
Traditie klinkt niet populair of aansprekend. Maar dr. F.G. Immink is ervan overtuigd dat de gereformeerde geloofstraditie veel te bieden heeft – misschien wel juist in deze roerige tijd. Immink: ‘Ik zal de waarde ervan niet relativeren; daarvoor is de traditie mij te kostbaar.’
Zijn waardering wordt ook duidelijk uit de titel van zijn nieuwe boek: Overtuigd gereformeerd. Met sympathie voor de traditie, dat verscheen in de Artios-reeks. Wat maakt de gereformeerde traditie zo waardevol? Immink: ‘De moderne mens heeft weinig met gezag. Maar dat is juist wat traditie wel in zich draagt: beproefd gezag, een autoriteit die uitreikt boven de waan van de dag. Juist in deze tijd gaat het erom dat we de kern bewaren.’ Het boek is bedoeld voor het kader van de kerkelijke gemeente – kerkenraden kunnen hier ruggensteun in vinden. Want die gereformeerde geloofstraditie heeft zich steeds weer bewezen, stelt de auteur.
Vrijzinnigheid
Dr. Immink werd zich bewust van de waarde van de gereformeerde traditie toen hij klassieke talen studeerde ter voorbereiding op zijn studie theologie. Hij zat in het internaat Nieuw Ruimzicht te Doorn en maakte volop kennis met vrijzinnige opvattingen. ‘Daartoe moest ik mij verhouden. Ik werd me toen bewust van mijn wortels – de hervormd-gereformeerde traditie met een bevindelijke touch – en besefte: de orthodoxie heeft grote waarde. Ook gedurende mijn loopbaan in de kerk, aan de universiteit en als rector van de PThU ben ik altijd in gesprek geweest met de liberale vleugel binnen de kerk.’
Hoe verhoudt zich de gereformeerde geloofstraditie tot andere tradities?
‘Aan de ene kant onderscheidt zij zich van de liberale traditie en aan de andere kant van de evangelische traditie. Bij deze tradities bestaat het gevaar dat de heilsfeiten op de achtergrond raken. De klassieke gereformeerde traditie gaat in het spoor van Calvijn. Belangrijke thema’s zijn Woord en Geest, verkiezing en verbond, rechtvaardiging en heiliging.
De christelijke traditie staat of valt met de heilsfeiten. Jezus heeft echt geleefd, is gekruisigd onder Pontius Pilatus en opgewekt uit de doden. Die geschiedenis is aan ons overgeleverd. De geloofstraditie wortelt in historische gebeurtenissen. Petrus was een belangrijke ooggetuige en die getuigenissen zijn vastgelegd in de evangeliën. Daarnaast trad Paulus op en hij beklemtoonde de geestelijke gemeenschap met Christus: de historische gebeurtenissen hebben betekenis voor ons geestelijk leven hier en nu. Maar besef wel dat naast Paulus Petrus nodig blijft. De heilsfeiten blijven het fundament van ons behoud. Moderne vrijzinnigen, zwaar bevindelijke en evangelische gelovigen kunnen het geestelijk leven zozeer beklemtonen dat de subjectieve beleving het een en al wordt.’
Kunnen we ook niet wat leren van de evangelischen? Spreken zij jongeren niet aan?
‘De gereformeerde orthodoxie kan verstard raken, vanuit angst dat je veel verliest als je beweegt. Maar het gevaar van het evangelische geloofstype is dat het te veel draait om de mens. Bovendien is de boodschap soms te rechttoe-rechtaan; er is te weinig besef van het mysterie. En men doet vaak geen recht aan de hedendaagse, kritische bijbelwetenschap. Uiteraard moeten we ons daartoe kritisch verhouden, maar het kan ons ook helpen om een dieper inzicht te krijgen in de geweldige rijkdom van de Bijbel.
Verder vind ik dat de liturgie te gezellig wordt. Het beproefde en objectieve karakter van de liturgie komt dan niet meer uit de verf. Het taalgebruik wordt te familiair en de verbeelding schrompelt ineen. De diensten krijgen een event-karakter, met een band op het podium. Deels is het een kwestie van smaak, dat geef ik toe, maar het besef dat we God niet in onze zak hebben, mag niet verloren gaan.’
Helaas laat corona zijn tanden nog steeds zien; we kunnen vaker in een lockdown terechtkomen. Hoe groot is het gevaar van het sluiten van kerken voor het overleven van de gereformeerde traditie?’
‘Dat gevaar is best wel groot. Het kerkelijk leven krijgt inhoud door feitelijke ontmoetingen. Digitale samenkomsten zijn goed als het niet anders kan. Gemeenten hebben dat goed gedaan. Opvallend is dat er liturgisch ineens veel blijkt te kunnen. Dat zien we bijvoorbeeld bij de manier waarop avondmaal wordt gevierd. In no time gebeurt dat nu op verschillende manieren, die pre-corona ondenkbaar geweest zouden zijn. De Schotse manier – dat iedereen in de bank blijft zitten en diakenen langsgaan met brood en wijn – is toegepast, of de vorm waarbij avondmaalsgangers op gepaste afstand en met mondkapje voor naar voren lopen en zelf het brood en de wijn pakken. Van dat laatste is het voordeel dat men de gang naar de tafel maakt. Maar bij een strenge lockdown geeft dat weer te veel beweging.’
Liever niet thuis
‘Een manier van avondmaal vieren die in mijn ogen minder ideaal is, is thuis voor de buis vieren met brood uit de kast,’ stelt Immink. ‘Het zou dan nog beter zijn als het brood en de wijn vanuit de kerk bij iedereen werden langsgebracht, maar ik besef dat dat een enorme inspanning zou vergen. De handelingen die plaatsvinden rond het avondmaal, het uitdelen van brood en wijn, het uitspreken van de instellingswoorden, zijn niet zonder betekenis. Calvijn zegt: “Wij verheffen onze harten tot Christus.” Christus is niet aanwezig in het brood en de wijn, maar door de Geest is Hij wel Zelf in ons midden. Nog een alternatief is om meerdere keren in de week erna met kleine groepen in de kerk avondmaal te vieren. Laten we in elk geval zoeken naar manieren om samen avondmaal te blijven vieren.’
Trouw aan eigen gemeente
‘Het is van groot belang om fysiek bij elkaar te blijven komen. Maar, we moeten de overheid niet tarten en de grenzen opzoeken. Romeinen 13 staat niet voor niets in de Bijbel. Toch is het van groot belang om een vorm van fysieke samenkomst te houden, want wie weet hoelang de coronacrisis nog gaat duren; daar mag dan best een digitale rand omheen zitten. Ik zou zeggen: ook als je digitaal een kerkdienst volgt, blijf dan trouw aan je eigen gemeente. Zo ben je op de hoogte van het wel en wee in je eigen gemeente en neem je deel aan de voorbede.’
Wat vindt u belangrijk als het gaat om de liturgie?
‘Een voorganger heeft een ambtelijke verantwoordelijkheid. De toga is daar een symbool van. Vaste liturgische formuleringen moeten letterlijk en stijlvol worden uitgesproken. Zoals bijvoorbeeld ‘Onze hulp is in de Naam des Heeren’. Daar moeten we niet omheen rommelen met allerlei zelfgekozen toevoegingen. Binnen de gereformeerde traditie is er altijd discussie geweest over vorm en vrijheid. Met enige argwaan werd en wordt er gekeken naar vaste gebeden, zoals bijvoorbeeld het ‘Onze Vader’. Met een beroep op de Geest, Die Zich niet laat binden.
Maar waarom zou het bidden van het Onze Vader als vast onderdeel van de eredienst geen werking van de Geest kunnen zijn?’
Hoe geven we onze traditie door?
Dr. Immink denkt even na. ‘Ik denk dat we reëel moeten zijn en moeten toegeven dat het maar gedeeltelijk lukt. In de tijd die achter ons ligt, hadden tradities het zwaar. Maar misschien breekt er een tijd aan dat nieuwe generaties gaan inzien dat hip en vlot ook kortademig kan zijn en weinig houvast biedt in zware tijden. Verlangen we in deze roerige tijden niet naar meer diepgang en naar een beproefd en authentiek gezag?’
Volgende week een bespreking van ‘Overtuigd Gereformeerd’.
Esther Visser-den Hertog
uit Wezep is assistent-redacteur bij De Waarheidsvriend.