Waar bent u naar op zoek?

Langs de ark kom je thuis

ds, E, van den Noort
Door: ds, E, van den Noort
04-02-2021

Maar de priesters die de ark van het verbond van de Heere droegen, stonden op het droge, in het midden van de Jordaan, onbeweeglijk. En heel Israël stak over op het droge (…). Daarom zullen deze stenen voor de Israëlieten tot een gedenkteken zijn tot in eeuwigheid. Jozua 3:17 en 4:7b

‘Stenen die spreken.’ Monumenten, grafstenen vertellen een verhaal, zoals op Urk bijvoorbeeld. Altijd ben ik er weer onder de indruk. Dat stenen beeld van die vrouw die over het water staat uit te kijken, zegt: ‘Waar blijven jullie, jongens, wanneer komen jullie thuis?’ Maar ze komen niet meer thuis.

Allemaal namen staan daar op steen geschreven. De één was 45, de ander 62, weer een ander 14. Die stenen vertellen een verhaal: Hoe zou het precies gebeurd zijn? Hebben ze geen alarm kunnen slaan?

Wat zullen ze op dat moment doorgemaakt hebben?

Onmogelijk

Zo ook in Jozua 3. Stenen, twaalf stenen op elkaar. Nooit mag meer vergeten worden wat daar gebeurde. Israël is tot aan de grens van het beloofde land gekomen. De Jordaan moet nog overgestoken worden. Wij zouden zeggen, met onze kennis van de Jordaan: ‘Dat moet toch niet zo moeilijk zijn, zo’n klein stroompje.’

Dan is het wel zaak om het beeld een beetje bij te stellen. Het is namelijk de oogstmaand (3:15), dan trad de Jordaan buiten haar oevers. In onze dagen, met al die irrigatiekanaaltjes, is dat anders. Het volk van Israël moet dezelfde onmogelijkheid ervaren hebben als eens voor de Rode Zee. Hoe moet het?

Hoe komen we erdoor?

Bemoedigend

We lezen hoe het gaat. De priesters gaan voor het volk uit. Met de ark. Als ze de Jordaan instappen – over geloof gesproken – blijft het water dat van bovenaf kwam, staan. Het is alsof het door een grote stuwdam wordt tegengehouden (3:15,16). Een pad.

Wat een machtige God. De God van de uittocht (Rode Zee) is Dezelfde als de God van de intocht. Bemoedigend: de God Die begint, Die maakt het ook af. Ook in uw leven. Ziet u de priesters staan in het midden van de Jordaan? God staat daar als het ware (de ark), Hij zal ervoor zorgen dat ze veilig kunnen oversteken.

Als we de ark zien, denken we aan het bloed op het verzoendeksel. En let op, ze gaan erdoor op de tiende dag van de eerste maand (Joz.4:19). Dat is precies de dag dat de Joden het lam voor het Pascha uitkozen. Zo horen we hier al: ‘Zie het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt.’ (Joh.1:29) Veilig aankomen in het land, ook voor ons in het hemelse Kanaän, kan alleen langs de Ark, langs het Altaar, langs Golgotha.

Doorgeven

Als het volk door de Jordaan getrokken is, moet Jozua twaalf mannen uitkiezen (elke stam) om een steen voor de voeten van de priesters weg te halen en op de oever te leggen. Die stenen moeten worden opgericht ‘als een teken onder u’ (4:6). Waarom dat monument? Zodat ze wat te vertellen hebben aan hun kinderen als ze vragen wat die stenen betekenen. Dat is echt Joods: de verhalen vertellen, vooral wat God gedaan heeft. Dat gebeurde met Pesach bijvoorbeeld (als het lam geslacht werd en de bittere kruiden werden gegeten): ‘Zo zijn we uit Egypte bevrijd, de engel ging voorbij waar bloed aan de deurposten gestreken was, in alle haast bakten we broden (ongezuurd), aten we staande, trokken we de woestijn in, maar de Heere was altijd bij ons.’

Ook wij hebben de taak om de grote daden van God, soms dwars door onze pijn en woestijnervaringen heen, aan onze kinderen door te geven, zodat zij (Ps.78) hun hoop op God zullen stellen. Een gedenkteken tot in eeuwigheid. Onthoud het uw nageslacht niet.

In Gilgal

Twaalf stenen in Gilgal. Die naam Gilgal betekent steenkring. Het was een heilige plaats voor de Kanaänieten, aan de oever van de Jordaan. Reizigers deden daar hun gebeden voor of na het passeren van de Jordaan en legden daar stenen neer. Juist daar, waar stenen lagen voor goden die dood zijn, worden stenen neergezet voor de levende God (zie ook 3:10).

Wat mooi: de dode goden van Kanaän moeten wijken voor de Levende van Israël. En de Levende vraagt het u: ‘Gelooft u Mij, ook na geleden leed? Gelooft u dat Ik deze wereld en uw leven in Mijn handen heb? Zag u hem, de ark? Daarlangs kom je thuis.’ Of met het woord van Jezus (Joh.14:19): ‘Ik leef en u zult leven.’

ds, E, van den Noort
ds, E, van den Noort