De toegenomen activiteiten in de bibliotheken van ons land, we kunnen die scharen onder het goede nieuws. Omdat lezen ertoe doet, omdat we zonder leesvaardigheid niet kunnen. Tegelijk zijn er rond lezen ook beduidend minder positieve signalen.
Soms moet je jezelf ergens voor belonen. Zelf doe ik dat periodiek als ik zie dat deze of die auteur in een bibliotheek in de omgeving spreekt én de zondag er niet mee gemoeid is. De laatste keer mocht ik ervoor naar Deventer, om te luisteren naar Suzanna Jansen, volgens de Telegraaf behorend tot ‘de eredivisie van de literaire non-fictie’. Omdat De omwenteling of de eeuw van de vrouw haar recentste boek is, belandde ik deze keer ongedacht tussen stevige feministen – maar ook dat kan een mens aan. Het programma is altijd standaard en immer de moeite waard: voor de pauze vertelt de schrijver over zijn (laatste) werk, in de pauze signeert hij zijn boek, na de pauze is er een plenair gesprek met de aanwezigen, meestal zo’n dertig vrouwen en drie mannen.
Waarom dit hier genoemd? Vooral omdat ik op zulke avonden steevast (bijna) de jongste ben. Dat is een signaal, dat kan een teken zijn dat een jongere generatie verder afstaat van het boek als cultuurdrager. Een aandachtspunt is dat voor gezinnen, voor het christelijk onderwijs en met het oog op de Bijbel ook voor de kerk.
Bibliotheken
Het positieve nieuws: Nederlanders zijn actiever in bibliotheken, zo bleek deze zomer uit de statistieken van de Koninklijke Bibliotheek. In 2022 namen 3,4 miljoen mensen deel aan de activiteiten van de bibliotheken, 1,2 miljoen meer dan in het laatste jaar voor corona. Vorig jaar werden 53,3 miljoen boeken uitgeleend, 13,5 miljoen meer dan een jaar eerder. Voor de goede orde: ruim twintig jaar geleden ging het nog om 140 miljoen uitleningen per jaar. Niettemin, over vorig jaar is de uitkomst goed, wat belangrijk is voor de leesvaardigheid van ouderen en jongeren in onze maatschappij – al komen in de bibliotheken vooral de fervente lezers.
Wat leesvaardigheid betreft is ons land de voorbije jaren gedaald op lijstjes – waarover zijn tegenwoordig geen lijsten en statistieken? – die dit monitoren. Het is een zinnetje met vergaande consequenties voor onze samenleving: ‘Lezen gaat scholieren steeds slechter af.’ Het is een opvallende waarneming van wetenschappers dat in een van de rijkste landen van de wereld, Nederland, straks 25 procent van de jongeren kans heeft op laaggeletterdheid. Elders in de wereld, op plaatsen waar digitale media in jongerenculturen net zo oprukken, lukt het wel om jongeren leesvaardig te maken.
Lezen loont
Een Nederlandse leescrisis, dat is een noodsituatie die minder aandacht krijgt dan de crises rond stikstof en klimaat, rond woningbouw of personeelstekorten in het onderwijs. Onder redactie van prof. Els Stronks – hoogleraar Vroegmoderne Nederlandse letterkunde in Utrecht en in christelijk Nederland bekend vanwege haar proefschrift over de poëzie van zeventiende-eeuwse gereformeerde predikanten – verscheen enige tijd geleden het boek Omdat lezen loont. Op naar effectief leesonderwijs in Nederland, een uitgave die de oorzaken van de leescrisis in ons land onderzoekt en oplossingen aanreikt. De motivatie voor haar onderzoek vindt de Universiteit Utrecht in het feit dat lezen onmisbaar is om als burger in de maatschappij te kunnen functioneren, om feiten van fictie te kunnen onderscheiden.
De publicatie heeft als insteek dat jongeren geraakt moeten worden door de ínhoud van een tekst die ze lezen, terwijl het onderwijs nu grotendeels inzoomt op begrijpend lezen. Prof. Stronks gaat leidinggeven aan een achtjarig samenwerkingsverband waarin bekeken wordt hoe kinderen en tieners beter leesonderwijs ontvangen, een project waarvoor € 5,3 miljoen beschikbaar is. ‘Een democratie werkt alleen als mensen zich goed kunnen laten informeren. Dat gebeurt vaak via teksten.’ Op weg naar de verkiezingen voor de Tweede Kamer, over twee maanden, zijn deze woorden zonder meer actueel.
Inzicht
Dit heeft ook te maken met een thema als polarisatie in de samenleving, omdat lezen mensen inzicht verschaft, omdat lezen maakt dat mensen zelfstandig bij betrouwbare informatie komen kunnen. Door te lezen en je zo te spiegelen aan personen of je te verhouden tot gebeurtenissen, leert een mens over zichzelf, lukt het hem beter zich te verplaatsen in de ander. Wie leest over de generatie van enkele decennia geleden, gaat zijn ouders beter begrijpen, de wijze waarop zij in een andere tijd volwassen werden. Wie leest over de christen die aan genderdysforie lijdt, kan zomaar ontdekken dat we ons oordeel mogen opschorten. Wie leest over de situatie van kinderen in een oorlogsland als Oekraïne, komt vanzelf tot voorbede of andere uitingen van naastenliefde.
Lezend verhuizen we met onze gedachten naar een andere tijd en een andere plaats, maar tegelijk verplaatsen we ons in de ander. Alleen de mensen die kunnen luisteren, zijn hierin bedreven. In een tijd van polarisatie in de samenleving is dat echter wel een vereiste. Het geldt in de kerk niet minder. Als we lezen waarom een predikant ervoor kiest met zijn gezin in een naburige plaats te wonen, dan hoeven we het met zijn keuze niet eens te zijn, maar begrijpen we zijn motieven wel. Gemeenschapszin is daarmee iets wat door lezen bevorderd wordt, evenals saamhorigheid. Zonder lezen loopt er veel uit de rails.
Rijker mens
Ik kwam ergens de zin tegen dat lezen ons geen beter mens maakt, maar wel een rijker mens. Een zin om over na te denken is dat, een zin die ik onderschrijf. Omdat zonder te lezen er sprake is van culturele verarming, van verplatting van het leven, van het niet voeden en vormen van het innerlijk van een mens.
Predikanten die ernaar verlangen na de kerkdienst van de kerkenraad iets terug te horen, die hopen op een inhoudelijk gesprek over het bepreekte bijbelgedeelte, zeggen na een positieve ervaring vaak: ‘Je merkt dat hier broeders zijn die lezen.’ En inderdaad, bij de gedane belofte om je te oefenen in de verborgenheden van het geloof, zoals het bevestigingsformulier zegt, hoort na de Bijbel zeker het lezen van de belijdenis van de Reformatie, van de bronnen van de christelijke traditie, van boeken die het denken van de eigen tijd voor ons openen. Daar heb je meer aan dan aan een eendagsvlieg.
Vertragen
Lezen helpt ons tegelijk in het vertragen, in het voorbijgaan aan wat trending is op social media, aan de gejaagdheid van vandaag. Lezen kan niet vluchtig, er is tijd voort nodig, tijd waarin je geest tot rust komt. In De kunst van het lezen (2011) zegt de Argentijns-Joodse schrijver Alberto Manguel dat tot die kunst de bereidheid hoort om het gelezene te laten bezinken, om het in geestelijke zin te verwerken en om er een eigen duiding aan te geven.
Dit maakt lezen tot een rijke ervaring, wat blijkt uit deze mooie gedachte van Manguel dat ‘uit indringend lezen een kwaliteit van geloven, denken en leven voortkomt die onze samenleving ons onthoudt’. Het voorkomt dat we overgeleverd worden aan de macht van de economie, aan de dominantie van het geld, aan de reclames die om onze aandacht roepen. Niet cijfers en filmpjes maar verhalen doen ertoe.
Traditie
Mocht iemand denken dat deze mening vooral de hobby vertolkt van iemand die elke dag leest, die graag van de ander hoort of hij de laatste tijd iets moois gelezen heeft en erover praat, die zit er toch naast. Lezen heeft immers een relatie met de vitaliteit van ons onderwijs, met onze democratie en het functioneren van de rechtstaat in Nederland, niet het minst met de voortgang van onze cultuur, ook de cultuur waarin de christelijke gemeente vandaag haar identiteit bewaart en verdiept. Lezend zetten wij onze traditie voort.
Als jongeren de concentratie missen om enige tijd een boek op schoot te hebben, dan kunnen jeugdwerk en catechese hieronder lijden, dan dreigt het gevaar dat de inhoud van de toerusting en het onderwijs het verliezen van de roep om kort of snel of flitsend. Let wel, ik vergeet hierbij de doeners niet, die op hun niveau mogen leren met teksten om te gaan. Als dertigers en veertigers een groot deel van de dag de iPhone in de hand hebben, raakt dat het vermogen om aandachtig de preek te horen, te laten verinnerlijken én ontstaat de roep om een nog begaafdere voorganger. Maar zo werkt het niet.
Voorlezen
Een klimaat van lezen in gezin en familie begint met voorlezen, de tijd voor twee generaties met één boek. Dat gaat met intimiteit gepaard, met rust en hechting, met gezamenlijke verbeelding. Er gebeurt dan veel meer dan we denken, zo leerde ik van een Engels onderzoek dat aantoonde dat hoe vaker voorgelezen werd aan kinderen, hoe genuanceerder hun gedachten waren over de motieven van andere mensen. Hun inlevingsvermogen in de ander was echt groter.
Het dagelijkse lezen van het Woord van God, het lezen van de bronnen van het christelijk geloof en wat voor goeds er te krijgen is – ze zijn tezamen een voorbereiding op het innemen van onze plaats in de kerk en de samenleving. Zonder die bronnen worden we ‘heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden’. (Ef.4:14) Niets minder staat er op het spel als de leescrisis sterker wordt.
Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 52,50). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!