Waar bent u naar op zoek?

blog

Student lijdt mentaal door voortdurende prestatiedruk en stress

Leven vol obstakels

P.J. Vergunst
Door: P.J. Vergunst
Actualiteit
08-08-2023

Studenten en stress – het is een woordcombinatie die meer dan ooit bijeenhoort. Nu we toeleven naar een nieuw seizoen van leren en studeren, moet de samenleving en ook de kerk dit signaal oppakken.

Als ik terugdenk aan mijn eigen jaren als student, komt het woordje ‘stress’ niet in beeld. Uiteraard was lang niet alles makkelijk: de overgang vanuit een levendig gezin naar de stilte van een zolderkamertje in Leiden (die tijd zonder email en whatsapp), van een reformatorische school naar een seculiere collegezaal waar niet alleen het gevloek vervreemdend was. Maar stress? Nee.

Eerder zie ik om naar een periode zonder grote verantwoordelijkheden, naar een tijd van oefening voor latere participatie in de maatschappij, naar ruimte voor het bestuderen van een stevig boek. Studeren, het was en is een voorrecht, een luxe in de ogen van mensen die kansenongelijkheid ervaren.

Constant een hoog tempo

Die ‘ontspannen’ studententijd lijkt voorbij, als we het rapport ‘Harder Better Faster Stronger’ van onder meer het Trimbos-instituut lezen, hét onderzoekscentrum voor mentale gezondheid. Aan het begin van deze zomer werd het overhandigd aan prinses Máxima en minister Dijkgraaf van Onderwijs. We zien er de student als hordeloper in terug, iemand die ‘constant het hoge tempo van een wereld vol obstakels probeert vol te houden’. Proef elk woord uit deze zin: ‘constant’, ‘hoog’, ‘vol obstakels’.

Ergens is de studentenwereld hiermee niet anders dan hoe velen vandaag het leven ervaren. En tegelijk: in plaats van een tijd van geconcentreerde voorbereiding op taken in de maatschappij (en de kerk), lijkt de wereld van de student gekenmerkt te worden door een mentaal kwetsbaar heden en een onzekere toekomst. Dát moet het pastoraat weten, in de stad van studie, in het dorp van herkomst.

•••

Prestatiedruk en stress ervaren studenten al langer. Het nieuwe onderzoek werpt licht op de achtergronden ervan. Als de oorzaak (terecht?) bij de studieprogramma’s ligt, lijkt de oplossing het makkelijkste. Onduidelijkheid over toetsen en roosters, over piekbelasting en zo, kunnen door overleg op te lossen zijn, terwijl elke student met gezonde stress voor tentamens en met drukke perioden moet kunnen omgaan.

Ruimte voor fouten

Moeilijker is de voortdurende of zelfs eindeloze obstacle run, noem het almaar ‘psychisch op je tenen lopen’. Dan klinken woorden als in competitie zijn met jezelf en anderen, prestatiedruk die tot stress leidt. Hier liggen belemmeringen voor het op gezonde wijze lopen van het laatste stukje naar volwassenheid. Er moet immers tijd zijn om te ontdekken, ruimte om te leren, om fouten te maken. Fundamenteel is dit laatste in onze samenleving, in de kerk: de ruimte om fouten te mogen maken. Die ruimte geeft een afrekencultuur je niet. Hierbij hoort de vraag: ‘Mag je van jezelf fouten maken?’ Ik hoor al langer van studenten die aarzelen om opdrachten in te leveren, omdat ze vinden dat het toch nóg beter moet.

Altijd uitblinken, de wereld van je eigen Instagramaccount en de realiteit van het leven niet meer bijeen kunnen houden, het maakt dat jongeren/studenten zich herkennen in een liedje (‘Litteken’) van Matthijn Buwalda, de tekstschrijver en zanger die zelf een burn-out beleefde:

’k Ben de jas die niet meer dicht kan
Ik ben de radio die stoort
Ik ben de koelkast die geluid maakt
Ik ben niet meer als hiervoor
Ik ben de vloer die niet gelijk ligt
Ik ben het kastje zonder greep
Ik ben de wifi die soms wegvalt
Ik ben niet meer wie ik ben geweest.

Dit levensgevoel nemen we serieus: de onrust in het leven, het uitvallen van functies, jezelf niet meer herkennen. Het niet gezien en gehoord worden te midden van mentale nood, het gebrek aan erkenning van hoe zwaar een opgejaagd gevoel is – dat leidt op z’n minst tot eenzaamheid. Voor studenten komt de onzekerheid over hun toekomst erbij, waarbij woorden vallen als studieschuld, woningnood, zorgen over het klimaat en de situatie in de wereld.

Zonder grenzen

In een ander liedje (‘Deze is voor jou’) wijst Buwalda een richting aan als uitweg:

Dus toon je ware kleuren maar aan ware mensen
Neem in bescherming wat je maakt tot wie je bent
Al wil de wereld steeds je hart zien zonder grenzen
Als jij dat niet wil, nou, dan heeft de wereld pech.

Geldt dat ‘grenzeloze moeten’ – van jezelf of van de maatschappij – nu ook onze chrístenstudent? Ik zou de vraag ontkennend beantwoorden als ik naar de psychiater Esther van Fenema luister, die eind 2022 bekend werd met haar studie Het verlaten individu. Waarom voelen we ons zo leeg? Haar stelling is dat het individu losgezongen is van elke gemeenschap en zichzelf op een voetstuk plaatste. De christenstudent die deel uitmaakt van een geloofsgemeenschap, zal de mentale leegte daarom minder moeten herkennen.

En toch ben ik hierop niet gerust, trek ik het ontkennende antwoord snel in. Want presteren zit tot in de haarvaten van onze samenleving en zit zo in heel ons onderwijssysteem dat de menselijke maat hieraan opgeofferd wordt. Ik hoorde dezer dagen dat een veertienjarig meisje zei: ‘Er wordt alleen maar gevraagd naar hoe het met mijn cijfers gaat, nooit hoe het met mij gaat.’ Dit raakt aan het verlangen van ouders, aan het op ieders niveau vormende dat een (christelijke) school zou moeten kenmerken.

Selectie naar niveau

Het bizarre aan onze prestatiecultuur zie je als reeds in groep 3 van de basisschool in niveaugroepen gewerkt wordt, als de selectie naar niveaus van kinderen al op vijfjarige leeftijd begint. Een kind kan dan al te horen krijgen dat zijn of haar niveau niet het gewenste is, voortkomend uit de onzalige gedachte dat het hoogste intellectuele niveau het beste is. Waar lezen we dit als bijbels onderwijs, waarom zou vwo beter zijn dan mbo? Ook Van Fenema zegt (in een recente bijdrage aan het blad Volzin) dat haar ouders het moeilijk vonden om haar ‘de vrijheid te geven om het ook anders te doen’. Kinderen die druk van ouders ervaren – het kan op jonge leeftijd dingen al doen ontsporen.

Als voor onze kijk naar jonge mensen een Cito-toets leidend is, als scholen op basis van resultaten vergeleken worden, legt dit tevens druk op leerkrachten, is er de verleiding kinderen niet te zien in hun eigenheid, met hun persoonlijke gaven, maar te focussen op hun cijfers.

Na de coronapandemie

Twee weken na het onderzoek over het welbevinden van studenten verscheen overigens ‘Jong na corona’, eveneens een onderzoek waarbij het Trimbos-instituut betrokken was. Dé conclusie luidt dat anderhalf jaar na de laatste schoolsluiting duidelijk is dat mentale problemen van middelbare scholieren dieper gaan dan de gevolgen van de pandemie. De helft van de meisjes heeft aandachtsproblemen en als oorzaak wordt het ontbreken van een hoopvol toekomstperspectief genoemd. Ook hier vallen woorden als klimaat, oorlog, energie- en woningcrisis. De explosieve stijging van het aantal jongeren dat ‘de hele dag’ via sociale media in contact met anderen is, vormt eveneens een zwaar negatieve factor.

••

Wat doet het als in onze samenleving jonge meiden veel piekeren, vaak angstig zijn, zich ongelukkig voelen? Mij kan een spiegel waarin we zoveel ontwrichtende trends zien, gemakkelijk verlammen of neerdrukken. Wat is ons antwoord, zonder in de maakbaarheidsmodus te schieten?

Ik denk hierbij toch maar aan een woord van moeder Teresa, die werkte onder de allerarmsten in India: ‘Mensen zoeken vrede, maar wat ze allereerst nodig hebben, is stilte. Want de vrucht van stilte is gebed, de vrucht van gebed is geloof, de vrucht van geloof is liefde, de vrucht van liefde is dienstbaarheid en de vrucht van dienstbaarheid is vrede.’ Wie herkent niet dat een leven vol voortdurende prikkels (of obstakels) je de rust en daarmee de vrede benemen kan? Zelfdiscipline is hiertoe een eerste vereiste, ook als student, oefenen in ‘vertragend leven’, momenten inbouwen waarin je niet bereikbaar bent, waarin je ‘uit staat’.

Rechtvaardiging

Vanuit de pastorale en diaconale zorg voor studenten en jongeren is het Evangelie toch echt het antwoord, een leven zoals God het bedoelde. Wie de rechtvaardiging van godloze mensen verstaat, heeft ontdekt dat je bij Hem geen betere versie van jezelf presenteren moet, maar dat in de Zoon van Gods liefde alles voorhanden is wat een zondig mens mist. Als ergens een streep gaat door de prestatiecultuur en alle opgepoetste Instagramfoto’s, is dat onder de verkondiging van de Naam van Christus. Hij kwam om zalig te maken en onze voeten te zetten op de weg van de vrede.

Zijn onze christelijke studentenverenigingen in dit opzicht vindplaatsen van hoop, oefenplaatsen waar we elkaar erop wijzen dat het opnemen van Christus’ juk (Matt.11:29) betekent dat we rust vinden voor onze ziel? Zijn onze christelijke scholen zo standvastig dat ze elk kind als uniek schepsel van God blijven zien, zijn het plaatsen waar jonge mensen ontdekken dat het Koninkrijk van God niet uit eten en drinken bestaat, maar uit gerechtigheid, vrede, blijdschap? En, wellicht het meest belangrijk: is er in onze gezinnen en families rust? Het lijkt me dat we hier meer onze accenten moeten leggen dan dat we mentaal kwetsbare mensen verwijzen naar de jeugdzorg.

Vol van belofte is het woord van de Heiland: ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven.’

Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 52,50). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!

 

P.J. Vergunst
P.J. Vergunst

is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend.