Levende vlam
‘Nooit zouden we de cultuur laten bepalen wat we doen en hoe we ons gedragen’
Elk verlof is het een hoogtepunt: een dagje uit met mijn vader. En elk verlof is het iets anders… Een dagje Delft, waar we in de Nieuwe Kerk de graven van prinsen en wereldgroten bewonderden, een dagje Drents museum, waar we ons vergaapten aan een gouden drinkbeker uit de tijd van koning Darius, en een dagje Gortel, waar de wortels van mijn vader liggen. Dit verlof besloten we naar een klooster te gaan. En wel het Koptisch Orthodox Klooster in Lievelde.
We werden gastvrij ontvangen met een eenvoudige maaltijd en kregen daarna een rondleiding. Er ging een wereld open van eeuwenoude tradities en iconen. Prachtig was het om in een kerk te mogen zijn die naar overlevering door de apostel Markus is gesticht, en om iets te zien en te ruiken van oudheid en eerbied. Staande op onze sokken zagen we vanaf het podium het altaar dat achter een zwaar gordijn stond, dat speciaal voor ons door een vader geopend werd.
‘In meer dan tweeduizend jaar is er niets veranderd aan onze traditie’, vertelde de gids toen we door de zwaar bewierookte kerk liepen. ‘Het enige is dat er vertaling in het Nederlands beschikbaar is. Waarom zou je iets wat goed is, veranderen?’, vroeg ze ons. ‘Nooit zouden we de cultuur laten bepalen wat we doen en hoe we ons gedragen.’
Op een of andere manier raakte het me. Die kleding van de ‘vaders’ die door de eeuwen heen hetzelfde is gebleven, die vasthoudendheid aan tradities die nog steeds levend lijken te zijn, en dat bewaken van grensstenen die door heiligen die voor ons leefden, zijn gelegd.
Daar kunnen we gewoon met ons allen veel van leren, zeiden we tegen elkaar toen we terugreden naar huis. Die hele dag deed ons denken aan de uitspraak dat een goede traditie niet het bewaren van dode as is, maar het levend houden van een vlam die al eeuwen brandt. Goede tradities hebben een reden van bestaan. Zonder ze natuurlijk te aanbidden of te verheerlijken dienen ze als getuigenis, als bemoediging en als veiligheidshek.