Levenslang
Onlangs had ik Paul op bezoek. Hij is ruim vijftien jaar op vrije voeten na een veroordeling voor een levensdelict in de familiaire sfeer.
Meer dan honderd keer bezocht ik Paul toen hij vastzat. Na zijn vrijlating ging hij een tijdje mee naar onze kerk. Echter, zowel kerk als kerker ziet hij niet meer vanbinnen. Tijdens ons gesprek vertel ik hem dat ik een column over Kerst in de bajes wil schrijven. “Prima, Hans, vraag maar wat je wilt”, antwoordt hij.
“Kerst is een vreselijke periode. Je mist de gezelligheid van thuis en je delict dringt des te beter tot je door. Ik heb nog steeds niks met Kerst. Moederdag vind ik veel belangrijker”, zegt Paul met overtuiging in zijn ogen. “Naar de kerk gaan in de bajes was voor mij een uitje, je bent uit je cel. Hoe zielig het ook klinkt, maar het geeft je wel een beetje troost, omdat je allemaal in hetzelfde schuitje zit.”
“Hans, mijn delict is te ernstig. Ik heb levenslang. Ik wou dat ik het over kon doen…”
Er valt een stilte.
“Niets en niemand kan deze last van me afnemen”, gaat Paul verder.
“Ook Jezus niet?” vraag ik, nadat ik kort heb uitgelegd dat Kerst ons leert dat niemand zonder strafblad is.
“Nee”, zegt Paul resoluut.
“En stel dat Jezus nu hier bij ons aan tafel zou zitten?”
Paul wendt zijn blik af, bijna verontschuldigend.
“Geen idee wat ik zou moeten vragen”, zegt hij eerlijk.
“Denk je dat er na je overlijden nog een zitting komt, om de balans van je leven op te maken?”
Paul haalt zijn schouders op.
“Ik denk het niet…”
Pauls leven gaat van kick tot kick steeds voort, niet van kracht tot kracht.
“Er was geen plaats voor Hem”, zegt het Evangelie. Het milieu en het voortbestaan van de aarde zijn tegenwoordig de grote verhalen; vergeving van schuld en eeuwig leven spreken nog maar weinig mensen aan. Toch gaat de christen verder, geroepen om vrede te stichten vanuit barmhartige ontferming. Na Kerst kan hij niet anders.
Kerst leert ons dat niemand zonder strafblad is