column
Lezen
Gaat u een verhaal voorlezen?' Ze is veertien, en op het eerste gezicht geen studiebol of huismus.
Toch vraagt ze steevast of ik een verhaal wil voorlezen in de les. Ze is niet de enige. Tot ver in de tweede klas gaan leerlingen er echt even voor zitten. Of het nu een verhaal is uit de methode of een hoofdstuk uit een van de boeken van Henk Koesveld: voorlezen vinden ze leuk.
Zelf lezen is een ander verhaal. Een klein deel van de leerlingen, vooral meisjes, leest veel. De rest, vooral jongens, leest weinig tot niet. Dat zet hen flink op achterstand. Voor de meeste schoolvakken moet je de boeken in. Je moet snappen hoe een tekst in elkaar zit, wat de vraag betekent en wat de betekenis van woorden is. Zeker bij mijn vak, geschiedenis, haal je de niet-lezers er meteen uit. Niet goed kunnen lezen kost je punten.
Lezen is niet alleen belangrijk voor de schoolprestaties. Van jongs af leer je door te lezen de wereld om je heen begrijpen. De kleintjes leren wat een koe en een schaap zeggen, de peuters leren wat logeren betekent en een kleuter kan met een boekje voorbereid worden op een bezoekje aan het ziekenhuis. Kinderen leren door boeken hoe mensen met elkaar omgaan en hoe de wereld in elkaar steekt. Volwassenen kunnen hun kennis verdiepen of zich spiegelen aan boeken. Welk mens wil ik eigenlijk zijn? Uiteindelijk leert lezen je niet alleen iets over de wereld, maar ook over jezelf.
Voor een reformatorisch christen is lezen helemaal topprioriteit. We belijden immers dat we God kunnen kennen door Zijn Woord. Luther schrijft ergens dat niets zo goed is om je voor te bereiden op het lezen van de Bijbel als het lezen van andere boeken. Door te lezen worden mensen geschikt gemaakt om ‘de heilige waarheid te begrijpen en die blij en kundig te hanteren’.
Als we de komende generaties de Bijbel willen laten begrijpen, begint dat bij goed leesonderwijs. Al is dat in de puberteit soms even beperkt tot voorlezen.
Arjan Baarssen