Waar bent u naar op zoek?

Luther inspireert Claus Harms tot 95 ‘nieuwe’ stellingen tegen het rationalisme

25-10-2016

In 1817 verzorgt de Duitse theoloog Claus Harms een heruitgave van Luthers 95 stellingen met daarnaast evenveel stellingen van hemzelf, vermeldt H. Boele.

‘Men moet de Christenen leren, dat zij geen blind vertrouwen stellen op hun predikanten, maar zelf uit eigen ogen leren zien en de Schriften onderzoeken als die van Beréa, of deze dingen alzo zijn.’ Het is een gewaagde stelling van een molenaarszoon die later predikant werd.

Aan het woord is Claus Harms. Als een herboren Luther werkt hij in 1817, op het derde eeuwfeest van de Hervorming, 95 nieuwe stellingen uit met de bedoeling daarmee het protestantisme van zijn dagen te toetsen en kritisch te bezien.

Harms wil met deze daad het rationalisme, dat als een zuurdesem de kerk had doortrokken, een halt toe te roepen.

Verlangen

Claus Harms wordt op 25 mei 1778 geboren te Fahrstedt in Ditmarschen als zoon van Christiaan Harms en Margaretha Jochims. Zijn vader is molenaar van beroep. Lager onderwijs geniet Claus op de dorpsschool, waar hij tot de beste leerlingen behoort. Thuis werkt hij op de molen en wanneer hij een vrij uur heeft, studeert hij Latijn bij de dorpspredikant. In die tijd groeit het verlangen om predikant te worden. Zijn vader staat hier niet positief tegenover; zijn financiën laten dit niet toe. Als Claus achttien jaar is, sterft zijn vader en binnen een jaar wordt de molen verkocht. Een erfdeel van tweeduizend mark is voor Claus bestemd. Dit bedrag is toereikend om te gaan studeren. De inmiddels negentienjarige boerenknecht wordt leerling aan de Latijnse school te Meldorf en na twee jaar wordt Harms theologisch student aan de universiteit van Kiel.

Schleiermacher

Claus krijgt van zijn professoren de opdracht zelf de bronnen te onderzoeken. Hij heeft hier zo zijn bedenkingen over; in zijn biografie schrijft hij het volgende: ‘Dat onderzoeken der bronnen is uw werk, niet het mijne, daarvoor betaal ik u mijn collegegeld, later te gelegener tijd, zal ik het ook doen, nu ben ik hier om van uw lessen te profiteren en van uw onderzoek de resultaten mij eigen te maken…’. Tijdens een college maakt een vriend hem attent op het boek van Schleiermacher <i>Reden über die Religion<p>. Hij krijgt dit boek van hem op voorwaarde dat hij zijn mening hierover zal geven. Harms raakt door het boek geboeid. ‘Het lezen van dat boek gaf mij de eerste stoot tot een eeuwige beweging, dat boek gaf mijn geest een richting, waarin ik altijd voortgaan zou.’ Toch zal Harms niet geboeid blijven door deze theoloog. Wanneer hij kennisneemt van diens preken raakt hij teleurgesteld: ‘De man die in mij het levensbeginsel had opgewekt, heeft geen brood voor mij om het leven te voeden.’ Het onderzoek van Gods Woord brengt uiteindelijk een doorbraak in zijn leven.

In juli 1802 legt Harms zijn kandidaatsexamen af en in 1806 wordt hij als tweede predikant verbonden aan de gemeente Lunden. In deze periode treedt hij in het huwelijk met Margaretha Jurgens. Uit dit huwelijk worden drie kinderen geboren.

Lees de volledige tekst van dit interview in De Waarheidsvriend van 28 oktober 2016. (We hebben momenteel een mooi aanbod voor nieuwe abonnees.)