Waar bent u naar op zoek?

Mariaverering

dr. A.A.A. Prosman
Door: dr. A.A.A. Prosman
06-01-2022

Wat weten rooms-katholieken eigenlijk van protestanten? En omgekeerd: wat weten protestanten van rooms-katholieken? Ook in onze tijd zijn het nog steeds twee werelden. Wat weten wij bijvoorbeeld over de invloedrijke Mariadevotie?

Volzin

In een ouder nummer van het blad Volzin vond ik daarover een boeiend artikel. Het artikel begint ermee dat er nogal wat stemmen opgaan om met een nieuw Mariadogma te komen: Maria als medeverlosseres.

Maria als medeverlosseres? Paus Franciscus voelt er weinig voor om daarover een dogma af te kondigen. Eind vorig jaar noemde hij het idee, waarvoor alle behoudende groeperingen in de rooms-katholieke kerk warmlopen, een dwaasheid. De moeder van Jezus wilde nooit iets voor haarzelf dat van haar zoon was, sprak de paus. Maria heeft zichzelf nooit voorgesteld als medeverlosseres, ze zag zichzelf als leerling van Jezus. Einde verhaal denk je dan, de paus heeft gesproken: er wordt niet getornd aan de centrale verlossingsleer van de kerk. Maar niet lang daarna klom hulpbisschop Jan Hendriks van Haarlem-Amsterdam in de pen. Het pauselijke statement betekent volgens Hendriks geenszins dat voorstanders van zo’n nieuw dogma fout zitten. De paus heeft alleen maar willen zeggen dat hij de titel medeverlosseres op dit moment niet gepast acht. (…) Hendriks (…) steekt hiermee de aanhangers van Ida Peerdeman (1905-1996) een hart onder de riem. Zij houden de Mariaverschijningen die deze Amsterdamse vrouw tussen 1945 en 1959 kreeg te zien, voor waar. Uit de talrijke boodschappen die mevrouw Peerdeman van hogerhand ontving, werd onder meer duidelijk dat Jezus bij zijn verlossingswerk hulp van zijn moeder had gekregen. Maar liefst twee onderzoekscommissies van het bisdom verklaarden Peerdemans boodschappen voor niet-bovennatuurlijk. Het Vaticaan ging daarin mee. Einde verhaal, denk je dan weer. Maar zo werkt het niet, weet Peter Jan Margry, onderzoeker bij het Meertens Instituut en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam.

Uit het verhaal van Margry blijkt dat Mariaverering wereldwijd een enorme omvang heeft, bijvoorbeeld in Medjugorje in Bosnië-Herzegovina. Daar verscheen sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw Maria talloze keren. Ook daar waren de verschijningen van Maria en bijbehorende boodschappen volgens de kerkelijke organen niet van bovennatuurlijke aard.

Margry: ‘Geen heiligdom zo populair als Medjugorje. Het is een plek van grote getallen. Vanuit het niets (is het) uitgegroeid tot een miljoenenoord, met veel bekeringen en bijvoorbeeld de grootste rij biechtstoelen ter wereld. Als dat de effecten zijn, dan moeten we de ogen daar niet voor blijven sluiten, zo redeneert de kerk. Terwijl ze het eerst veertig jaar categorisch heeft afgewezen.’ (…)

Verschijningen van Maria doen zich al eeuwen voor. (…) De middeleeuwen waren gouden tijden voor Maria, net als de periode tussen grofweg 1830 en 1917, met de bekende verschijningen in onder meer Lourdes en Fátima. Maar pas sinds de tweede helft van de twintigste eeuw is er sprake van een echte hausse, specifieker: de jaren zestig. Vanaf dat moment begon in de westerse wereld de ontkerkelijking vaart te krijgen. (…) Voor zijn onderzoek verrichtte Margry daarvoor het nodige veldwerk, niet alleen in Nederland, ook in onder meer Frankrijk, Italië en de Verenigde Staten. ‘Het is een sterke beweging, die tot allerlei private openbaringen heeft geleid. Heel fascinerend.’ (…) Maar de fascinatie kan soms ook omslaan in een benauwd gevoel, zegt Margry. ‘Het is heel reactionair allemaal. Het is vaak een nogal private onderneming, met alle beperktheden die een individu maar eigen kunnen zijn. (…) Hij herinnert zich een bezoek aan de huiskamer in het Limburgse dorp Oirsbeek, in een rijtjeshuis in de Wilgenstraat, waar allemaal bebloede hosties lagen, rechtstreeks neergedaald uit de hemel. Ook allerlei andere objecten zaten onder de bloedtranen. ‘Daar krijg je toch een heel naar gevoel bij. Er heerste een heel dwingende sfeer in die kamer. Het hele leven van die mensen stond in het teken van de bloedende hosties, bloedende Christussen en boetedoening.’ (…) ‘Oirsbeek’ zal het niet redden. ‘Te sektarisch, te bloederig. Als het te gek wordt zie je mensen afhaken.’

Kontekstueel

Het bovenstaande zegt veel over volksvroomheid, maar wat heeft volksvroomheid te maken met de officiële leer van de kerk? Misschien toch meer dan vaak gedacht wordt. Als Maria op een troon geplaatst wordt – vier dogma’s zijn aan haar gewijd – dan is de weg gebaand voor Mariaverering. Het verschijnen van het boek van prof. dr. Arnold Huijgen, Maria. Icoon van genade, zwengelde in de kerkelijke pers een dis-cussie over de betekenis van Maria aan. Kontekstueel kwam met een nummer speciaal gewijd aan de betekenis van Maria. Ik citeer uit het artikel dat bisschop dr. G.J.N. de Korte in dit nummer schreef.

Maria is een teken en een getuige die naar Christus verwijst. Tegelijk is Maria ook representant van de kerk. Voor Calvijn is Maria leermeesteres en voorbeeld in gehoorzaamheid. Zij valt te prijzen in geloof en in het lofzingen van God. Als ik het goed zie, denken de reformatoren, en zeker de latere generaties protestantse theologen, antithetisch. Anders gezegd: aandacht voor menselijke verdiensten, en dus ook van een heilige als Maria, gaat ten koste van Gods soevereiniteit. Maar zouden wij voor een meer ontspannen benadering van de verhouding tussen God en mens niet moeten luisteren naar de grote kerkvader Augustinus? Mooi vind ik zijn visie dat wanneer God onze daden kroont, Hij niets anders kroont dan zijn eigen gaven. (…) Door zo te denken kunnen wij een onvruchtbare concurrentie tussen God en mens doorbreken. Het is duidelijk dat binnen de Reformatie Maria geen waardigheid vanuit haarzelf heeft maar alleen vanuit Christus juist kan worden gezien. Een protestantse visie op Maria wordt daarom primair vanuit Christus gefundeerd. Het uitgangspunt blijft het getuigenis van de Heilige Schrift. Maar dan wordt ook duidelijk dat Maria een plaats in de verkondiging moet hebben. Maria wordt dan aanleiding om de grote daden van God te roemen. Zij is moeder van onze Heer. (…) In mijn bisdom zie ik de Mariavroomheid als een warme onderstroom van het katholicisme. Als moeder die een gestorven zoon op haar schoot heeft gedragen, kan zij allen troosten die lijden onder groot verdriet. Het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965) heeft geen apart document over de moeder van de Heer geschreven. Zij komt ter sprake in het achtste hoofdstuk van de grote constitutie over de Kerk, Lumen Gentium. Maria wordt stevig verbonden met haar zoon en met alle gelovigen. In een evenwichtige vroomheid is Maria blijvend verbonden met Christus als de Immanuel, God met ons. Maria is de eerste van de gelovigen. Maria en Christus hebben niet alleen een bloedband maar vooral ook een geloofsband. En tegelijk wijst zij altijd door naar Christus. Evenals op de bruiloft van Kana zegt zij ook tot ons, verwijzend naar haar zoon, Doe maar wat Hij u zeggen zal. Als eerste van de heiligen wil zij bij God ook onze voorspreekster zijn. De mariale deugden kunnen voor iedere christen tot voorbeeld zijn. Maria kent een unieke luisterhouding. Zij is gehoorzaam aan haar roeping en volkomen beschikbaar voor God. Mij geschiede naar uw Woord. Zij is liefdevol en dienstbaar. Trouw tot bij het kruis. En vol verwondering verwacht zij de Pinkstergeest. Tegen die achtergrond mogen wij Maria een adventsmens noemen. Zij is een waakzame vrouw die leeft aan alle onverschilligheid voorbij.

Het zijn warme woorden waar op het eerste gehoor niet veel op af te dingen valt. Kunnen wij, protestanten, hier niet het nodige van leren? Toch rijst er twijfel. Enerzijds wordt de genade, die Maria ten deel viel, benadrukt, anderzijds wordt wel weer heel nadrukkelijk gesproken over de deugden van Maria. Werd zij dan toch vanwege haar deugdzaamheid uitverkoren om de moeder van Gods Zoon te zijn? Worden genade en deugd niet te vanzelfsprekend in elkaar geschoven? Zo wordt Maria een vrouw om tegenop te zien. Wie kan aan haar tippen? Voor mijn gevoel komt Maria dan juist ver van ons af te staan. Ze was een gewoon meisje uit Nazareth. Die pure eenvoud vind ik het meest indrukwekkende van Maria.

dr. A.A.A. Prosman
dr. A.A.A. Prosman