Waar bent u naar op zoek?

blog

Ook in tijd van secularisatie verbindt God zegen aan het gebruik van de genademiddelen

Massaal onkerkelijk

P.J. Vergunst
Door: P.J. Vergunst
Jongeren en geloofsopvoeding
17-06-2024

Denk even bewust na over wat je hier leest, laat het doordringen: ‘De secularisatie in Nederland zet flink door. Vooral jonge mensen geven massaal aan zich niet (meer) tot een religie te rekenen.’ Aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Ontkerkelijking is geen thema, secularisatie bestaat niet uit cijfers. Het onderwerp gaat over mensen, tienduizenden mensen per jaar, tegelijk over elk mens. Jezus leerde ons dat in de gelijkenis van het verloren schaap (Luk.15). De herder gaat achter het verlorene aan, laat de negenennegentig in de woestijn als hij er één verliest. De enkeling die wegzwerft, dat is het dramatische achter berichten die melden dat de Protestantse Kerk dagelijks 128 leden verliest.

Geen kerk, wel bidden

De kerk, ze hoort er voor zovelen in ons land niet meer bij. Ik denk aan de man die op zijn fiets stapte, twee weken geleden, toen we een weekend in Overijssel waren en ik op zondagmorgen om 11 uur de fiets weer naast de caravan zette. Ik vertelde waarom ik vroeg weg was en informeerde of hijzelf ook wel eens een kerk bezocht. ‘Niet meer, dat was vroeger. Maar ik bid nog elke dag, voor het slapen gaan en voor het eten.’ God is er wel, Zijn gemeente dus niet meer. Wat is er gebeurd, in zijn leven en dat van anderen?

Eerst maar de realiteit van enkele cijfers: vorig jaar rekende 42 procent van de Nederlanders zich tot een geloofsgemeenschap, wat katholiek, protestants of islamitisch kan zijn. Dat is een daling van elf procent in tien jaar tijd. Verwacht wordt dat de secularisatie nóg sterker zal doorzetten, omdat van de 75-plussers 63 procent tot een geloofsgemeenschap hoort, wat voor de leeftijd van vijftien tot 35 jaar dertig procent is.

In dezelfde periode als het CBS zijn onderzoek bekendmaakte, werd bekend dat de Protestantse Kerk in tien jaar tijd een derde van haar leden verloor. In 2023 nam het ledental met 47.000 af. Uiteraard zijn dat niet zoveel mensen die bewust de kerk verlaten. Er zijn ouderen die overlijden en er zijn kleinere gezinnen dan vroeger, zodat hier tevens een oorzaak ligt. Dat neemt niet weg dat de kerk waartoe wij behoren, vorig jaar met 3,2 procent kromp. De gemiddelde leeftijd ligt op 53 jaar, terwijl de grootste leeftijdsgroep die is tussen 75 en 79 jaar.

Zalig worden

In schril contrast staat dit met Handelingen 2:47, waar we lezen dat ‘de Heere dagelijks mensen aan de gemeente toevoegde die zalig werden’. De Heilige Geest heeft ons bewust deze formulering gegeven. Er staat niet dat er mensen bijkwamen die actief werden, die zich wilden inzetten, die er middellijk voor zorgden dat de gemeente minder zorg kende over haar continuïteit. Het gaat in de gemeente om het zalig worden van mensen. Dat had de engel (Matt.1:21) tegen Jozef gezegd: ‘En Maria zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.’

Spurgeon schrijft bij deze tekst: ‘Het is zeker waar dat Christus Zijn hele volk van de toekomende toorn zal verlossen. Hij redt hen van het vreselijke oordeel dat zij door hun zonden verdiend hadden; maar Zijn overwinning houdt nog veel meer in. Hij verlost Zijn volk van hun zonden. O, heerlijke bevrijding van onze ergste vijanden.’

Een relevante gemeente

Dit is de urgentie die de kerk aantekent in de agenda van mijn leven. Dit is de essentie van de eredienst, waar zondaren vrijspraak ontvangen als ze gelovig zien op Christus’ offer, een offer waaraan in de verkondiging woorden gegeven worden. Hebreeën 10 spreekt in een indringend appèl om te volharden over het onrein achten van het bloed van het verbond en het versmaden van de Geest van de genade. De gemeente houdt haar relevantie – relevant zijn is vandaag immers belangrijk – als de Zaligmaker centraal staat, in prediking en catechese, als we de Heere Jezus als de Middelaar tussen God en mij alle accent geven. Zo eren we God het meest, Hem Die uit liefde Zijn Zoon zond. Zo zijn we missionair als ooit Spurgeon, die de achterbuurten van Londen niet schuwde.

Vernieuwing

Hoe heilzaam en helpend kan het zijn als deze noties breed in de Protestantse Kerk gedeeld zouden worden. Terwijl ik dit schrijf, ontvang ik een bericht van het blad #protestant, een uitgave van de kerk. Omdat het volgende nummer ‘over de eredienst/viering/samenkomst gaat, zoeken we gemeenten die bewust hebben nagedacht over de invulling daarvan en hier vernieuwing in hebben aangebracht. Doet u iets inspirerends met kerkmuziek, met de inzet van gemeenteleden of past u op een andere manier een vernieuwde vorm toe, op wat voor onderdeel dan ook, laat het ons weten’.

In deze zinnen lees ik twee keer over ‘vernieuwing’, over de invulling van de eredienst en over de vorm. Nu beseft elke kerkenraad dat we in 2024 leven en dat elke vorm dienstbaar mag zijn aan de inhoud. Laten we echter stoppen met de gedachte dat vernieuwing op zichzelf tot zegen of groei leidt. Als Johannes de Doper uit preken gaat, is zijn boodschap: ‘Zie het Lam van God, Dat de zonde van de wereld wegneemt!’ De volgende dag staat Johannes weer te preken, met slechts twee volgelingen. Opnieuw is het zijn boodschap ‘Zie, het Lam van God!’ (Joh.1:29,36) En als Saulus opgenomen wordt in de kring van de discipelen, lezen we: ‘En meteen predikte hij Christus in de synagogen, dat Hij de Zoon van God is.’ (Hand.9:20)

Aan de roeping van elke kerkenraad en elke ambtsdrager raken we hier: erover waken dat het in de prediking en op het huisbezoek over Christus gaat en dat we in ons diaconale werk Zijn barmhartigheid tonen. Het is een thema dat nooit van de kerkenraadstafel verdwijnen mag, dat dieper reikt dan onze discussies over kleine kwesties die gemakkelijk kunnen afleiden.

Hart en geweten

Tegen kerkverlating bestaat geen remedie. Onlangs belde me een ouderling uit de provincie Utrecht: ‘Ik hoor dat in x (hij noemde de naam van drie plaatsen) de kerk helemaal vol blijft zitten. Kun je me vertellen wat zij goed doen en wij niet?’ Nee, een recept is er niet. Wel blijven de woorden staan die ik leerde van onze oud-voorzitter ds. W.L. Tukker dat ‘de gereformeerde prediking niet het hart van een mens mee heeft, maar wel zijn geweten.’

Al is er geen ‘recept’ om jong en ouder te bewaren bij de dienst aan God, tegelijk weten we dat de Heere Zijn zegen verbindt aan het gebruik van de genademiddelen. De prediking van elke zondag is dat – en daarom geeft het te denken als kinderen mogen kiezen of ze mee willen naar de kerk. Er is een toenemende huiver dat we onze jongeren en kinderen te veel of te vaak bij de eredienst betrekken, gevoed door de angst dat ze in een tijd van secularisatie er snel genoeg van krijgen. Het kan ook zijn dat die kinderen (’s avonds) thuisblijven, omdat de ouders het ook wel best vinden. In elk geval zouden ze met deze keuzen zomaar het paard van de geloofsopvoeding achter de kerkelijke wagen kunnen spannen.

Huisgodsdienst

Bij die genademiddelen hoort zeker de huisgodsdienst, een zaak die discipline en toewijding vraagt, een thema dat bloot legt waarnaar het verlangen van ouders uitgaat. Zijn ouders vooral blij als hun dochter naar de havo mag of hun zoon op voetbal deel uitmaakt van de selectie? Uiteindelijk gaat het in de geloofsoverdracht om vroomheid die het dagelijkse leven doortrekt, om eeuwigheidsernst, om een verlangen om voortaan naar al Gods geboden te leven (HC, zondag 33).

Kerkverlating, is dat een keuze van onze jongeren onderweg naar de volwassenheid? Dat kan zeker. Vaker lijkt het me – let wel: zonder te generaliseren – gevolg van een tekort aan geestelijke urgentie in de opvoeding, aan besef dat we één ding nodig hebben op weg naar de ontmoeting met God. Dat betekent dat nauwgezet huisbezoek aan jonge en iets oudere ouders van grote betekenis kan zijn.

Tegelijk zoekt ons antwoord op de ontkerkelijking het naast de geloofsopvoeding in de pastorale zorg. Verdriet om mijn wegdwalende kind mag gedeeld worden op veilige plekken in de christelijke gemeente. Denk aan die gemeenten waar moeders periodiek samenkomen om met elkaar te bidden voor kun kind. Naar Gods belofte zijn die gebeden reukwerk voor Zijn aangezicht.

Niet afdrijven

De apostelen schreven lang geleden al over de zuigkracht van de wereld. De Geest zegt uitdrukkelijk (1 Tim.4:1) dat in latere tijden sommigen afvallig zullen worden van het geloof, onder meer door misleiding. Om die reden lezen we ook Hebreeën 2: ‘Daarom moeten wij ons te meer houden aan wat door ons gehoord is, opdat wij niet op enig moment afdrijven.’ Afdrijven, dat gebeurt soms zonder dat je het zelf door hebt, zodat we elkaar in de gemeente nodig hebben.

Dankbaar zijn we ondertussen voor het vele goede wat ons in een tijd van massale kerkverlating geschonken is. Die dankbaarheid maakt ons tegelijk waakzaam. Als Jezus Zijn kerk zegt dat Hij zeker zal komen, klinkt uit Zijn mond ook: ‘Houd vast wat u hebt.’ Opdat de krans van de overwinning niet naar een ander gaat.

Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!

P.J. Vergunst
P.J. Vergunst

is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend.