Met Hem lukt het
Heb Ik het u niet geboden? Wees sterk en moedig, schrik niet en wees niet ontsteld, want de Heere, uw God, is met u, overal waar u heen gaat. Jozua 1:9
Ergens tegenop zien. Er zijn maar weinig mensen die er geen last van hebben. We hebben het vooral als ons iets nieuws te wachten staat. Gemakkelijk vergelijken we ons dan met anderen en vragen we ons af of we de verwachtingen wel waar kunnen maken.
Het zijn denk ik ook de vragen van Jozua. ‘Moet ik de grote Mozes opvolgen? Moet ik dat volk het beloofde land inleiden, vijanden overwinnen, het volk bij Gods geboden bewaren?’ Geloof maar, Jozua heeft er als een berg tegenop gezien. Maar hoewel omstandigheden veranderen (Mozes is gestorven), de Heere blijft Dezelfde. En die God draagt het Jozua op.
Dienaar
Jozua, wie is hij precies? ‘De zoon van Nun’, zegt vers 1. Nun kwam uit de stam van Efraïm. Hij heeft zijn zoon dus ‘verlossing’ genoemd: Hosea. Een man met verwachting, Nun, zijn vader. Ja, maar Jozua 1 lijkt vooral te willen zeggen dat Mozes zijn vader was: ‘de dienaar van Mozes’. En Mozes als dienaar van God. Jozua is dat niet minder. Juist Mozes gaf hem, toen hij hem met die andere elf uitzond om het land te verkennen, de naam Jozua (Num.13:16). Zijn nieuwe naam wijst nog explicieter naar Jezus. In de Septuaginta (Griekse vertaling van het Oude Testament) klinkt dat als Jèsous, Hij Die gekomen is om de wil van de Vader te doen. Jij ook, Jozua, het gaat om de wil van God, om dat wat Hij geboden heeft.
‘Heb Ik het u niet geboden?’ Ja, dat wijst natuurlijk terug op het voorgaande vers: ‘het boek met deze wet’. Bij het horen van deze woorden moet Jozua teruggedacht hebben aan de strijd tegen Amalek (Ex.17). Mozes op de berg, biddend (ondersteund door Aäron en Hur); Jozua onder aan de berg, als legeraanvoerder. Nadat ze de overwinning behaalden, zei de Heere tegen Mozes dat dit in een boek geschreven moest worden (het boek van de wet, de Thora) en dat Jozua ingeprent moest worden dat God de herinnering aan Amalek helemaal zou uitwissen. ‘Heb ik het u niet geboden?’
Luisteren
We horen er iets in van: ‘Toen riep Ik je al. Geen keus. Voorbestemd. Maar Ik ben met je.’ En tegelijk, hij kan alleen leidinggeven als hij doet wat God geboden heeft (de wet). ‘U moet het dag en nacht overdenken, zodat u nauwlettend zult handelen overeenkomstig alles wat daarin geschreven staat.’ Het volk moet weten wat de wil van de Heere is.
Overal waar ze heengaan, waar Jozua hen heenleidt. Dat is het land. Daar gaat het om in het boek Jozua: het land dat de Heere al aan Abraham had beloofd. In dat land kan het alleen goed gaan als ze naar Jozua luisteren, ten diepste (profetisch) als ze de woorden doen van Jezus, de grote Profeet Die God deed opstaan (Deut.18:15), Die de wet van God in Zijn mond had (Bergrede). En met ons is dat niet anders: alleen daar (kerk, samenleving, gezin) waar we doen wat God ons gebiedt, kan het goed gaan, alleen daar waar we ons laten gezeggen door de vleesgeworden Thora.
Onbegonnen werk
Ga er maar aanstaan. Je zult ertoe geroepen zijn. Maar hoor: ‘Wees sterk en moedig, schrik niet en wees niet ontsteld, want de Heere, uw God, is met u, overal waar u heengaat.’ Drie keer zegt de Heere het tegen hem. Blijkbaar had Jozua die bevestiging nodig. Hij had met eigen ogen gezien hoe sterk die muren waren en hoe groot die mensen (reuzen). En dat volk, vaak zo ontevreden, hoe geef je daar leiding aan? En Gods wet onderwijzen?