blog
Jezus plaatst kind tussen mensen die druk met zichzelf zijn
Misbruik van kinderen
Het is een combinatie van twee woorden die niet bij elkaar horen, misbruik' en kinderen'. Nog altijd zijn er mensen in deze wereld die daar anders over denken, althans die anders doen. Het raakt ons als ook christenen hierin vuile handen hebben.
Wat huist er in een mens die er plezier in heeft kinderen te negeren, te vernederen, af te ranselen, zelfs seksueel te misbruiken en zo heel diep te beschadigen? Op de een of andere manier kan het gezag dat volwassenen over de jongere generatie hebben, iets kwaads losmaken, iets gemeens naar boven laten komen. Lang niet iedereen kan er goed mee omgaan dat kwetsbare kleintjes zich binnen hun invloedssfeer bevinden.
Geloofwaardig
Over het trauma voor de Rooms-Katholieke Kerk hoeven we het niet meer te hebben. Hoewel, een definitieve punt is daar nog altijd niet gezet. In de laatste maand van 2013 gaf paus Franciscus aan dat hij een commissie in het leven gaat roepen die moet onderzoeken hoe seksueel misbruik in de kerk bestreden kan worden én hoe slachtoffers geholpen moeten worden.
De paus zei dat de kerk dit moet doen om geloofwaardig te blijven. Dat is zeker een aspect, maar het is wel een motief waarmee je als kerk op jezelf gericht bent. Liever hoor ik dat de reden voor het bestrijden van seksueel misbruik is dat we kinderen deze grote emotionele schade niet kunnen aandoen.
Wet van de zonde
De feiten leren ons dat dit kwaad breder dan in de Rooms-Katholieke Kerk aanwezig is. Dat het verplichte celibaat voor priesters een verwrongen seksueel leven tot gevolg heeft, kan daarom niet de enige oorzaak zijn. Deze maand deed een commissie onderzoek naar de grove bejegening van kinderen in een huis van het Australische Leger des Heils, waar jongens in de jaren zeventig naakt gegeseld werden, opgesloten in kooien en verkracht. De jongens waren er zo hongerig dat ze gras en rauwe aardappels aten.
Wie meent dat de mensheid zichzelf tot een steeds hogere beschaving brengt, vergeet dat over de twintigste eeuw als een bloedige en duistere periode gesproken wordt. Jeremia schrijft (17:9): ‘Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?’ Niet alleen uit het Woord van God, maar ook uit de geschiedenis leren we het werkelijke mensbeeld.
Weeskinderen
Kinderen zijn niet alleen weerloos, kunnen zich niet verdedigen, maar worden door misbruik – raar woord eigenlijk, alsof kinderen ook een gébruiksvoorwerp kunnen zijn – eveneens geblokkeerd in hun ontwikkeling tot volwassen mensen in lichamelijk en psychisch opzicht. Hoe diep dat gaat, zag ik concreet toen ik onlangs in Nigeria te gast was in het Stephencentrum in de zuidelijke stad Abeokuta, vernoemd naar de eerste martelaar, Stefanus. Hier ontvangen meer dan 400 kinderen zorg en liefde die hun ouders hun niet meer geven kunnen, omdat een van hen of beiden door moslimstrijders vermoord zijn.
We spraken met drie meisjes, vijftien, zestien en achttien jaar oud. Allen waren bij een aanval op een christelijk dorp ontvoerd en werden ten huwelijk gegeven aan een jonge moslim. Voordat ze konden vluchten, waren twee van hen gedwongen met hun echtgenoot te slapen – een verzachtende uitdrukking voor het feit dat ze verkracht werden. En juist deze twee konden ons hun verhaal nauwelijks vertellen; dat deed het derde meisje, al had die ook angst gekend en veel leed meegemaakt. Van binnen zat zij echter niet op slot. Wie verkracht is, is in zijn diepste mens zijn zeer beschadigd.
Hotel in India
Waar wereldwijd het gesprek over mensenrechten gevoerd wordt – ook met het oog op het land en de plaats waar deze maand de Olympische Spelen plaatshebben -, mogen we de rechten van kinderen niet negeren, inclusief het ongeboren leven, het leven van hen die zelf nog geen stem hebben.
Ik denk ook aan het verhaal dat recent via de ontwikkelingsorganisatie Tear naar buiten kwam. Een keurige zakenman – keurig althans in zijn outfit – vroeg bij zijn hotel in India naar een meisje om zijn seksuele behoeften te kunnen bevredigen. Een kind van elf jaar werd hem aangeboden, maar zijn reactie was: ‘Heb je niet wat jongers?’ Toen haalde men een meisje van vijf jaar. Wie voelt niet zijn onmacht bij het horen van zoveel schandelijks?
Verklaring Omtrent Gedrag
Hooguit onze politici zijn in de gelegenheid aandacht te vragen voor deze misdaden. Wij blijven dichter bij huis, om te zien hoe kinderen in onze naaste omgeving veiligheid en liefde ontvangen kunnen. Dezer dagen was er discussie over de wenselijkheid om een zogenoemde Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te vragen aan allen die betrokken zijn bij kerkelijk jeugdwerk, een initiatief dat jongerenorganisaties namen na overleg met het Meldpunt misbruik in kerkelijke relaties.
Zo’n verklaring is van betekenis en zal voorkomen dat daders die in hun contact met kinderen eerder in de fout gingen, de zorg over de kinderen in de kerk krijgen. Zorgvuldigheid in dit opzicht, een andere keus hebben we niet in onze samenleving. Door internet gevoede pornoverslaving kan maken dat deze misstanden in aantal eerder toenemen dan zullen afnemen, ook waar de relevantie van de Tien geboden in een samenleving minder erkend wordt. Met naïviteit komen we in dit opzicht in de christelijke gemeente niet verder. Al achten we de een de ander uitnemender dan onszelf en al gaan we uit van goede intenties, tegelijk is het kwaad een concrete realiteit. Door een overdreven behoefte aan harmonie kunnen mensen ten onrechte actief blijven onder de jeugd van een gemeente.
Een kind centraal
En tegelijk, met regelgeving alleen voorkomen we het misbruik van kinderen niet. Naast het uitbannen van het negatieve mogen we het positieve stimuleren. Wie anders gaat ons hierin voor dan Jezus tijdens Zijn onwandeling op aarde? Hij plaatste een kind in het midden van mensen die druk waren met hun eigen machtspositie (Matt.18). ‘En wie zo’n kind ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij.’ In de waardering van kleinheid en afhankelijkheid laat de Zoon van God zien dat Zijn Koninkrijk niet van deze wereld is.
Scherp is Zijn woord over degenen die een kind doen struikelen, tot zonden verleidt. Uit het vervolg van Mattheüs 18 leren we dat het Gods raad is dat de boze als reactie op Zijn goedheid struikelblokken, verleidingen op het levenspad van deze kinderen brengt. In dat kader klinkt de waarschuwing: ‘Pas op dat u niet een van deze kleinen veracht. Want hun engelen in de hemelen zien altijd het aangezicht van Mijn Vader.’ Dat is troostvol: de engelen staan als dienende geesten ter beschikking van de kleinen, de kwetsbaren, de afhankelijken én bevinden zich voor het aangezicht van God, waardoor ze uitdrukking geven aan Zijn zorg voor de geringen.
Ik zeg u
In Mattheüs 18 is Jezus aan het woord. Opvallend is daarom dat Hij dit in vers 10 nadrukkelijk benoemt, terwijl de discipelen Hem al hoorden praten: ‘Want ik zeg u…’ De Heiland onderstreept dat Hij van harte en onvoorwaardelijk opkomt voor de kinderen. In Zijn Naam mogen wij daarom kinderen ontvangen, de kwetsbaren liefdevol tegemoet treden. Dan zal geen Verklaring Omtrent het Gedrag meer nodig zijn, maar is ons gedrag uitdrukking van de liefde van Christus.
Kinderen, ze zijn het waard.
P.J. Vergunst