Waar bent u naar op zoek?

Modern onrecht

dr. A.A.A. Prosman
Door: dr. A.A.A. Prosman
01-04-2021

Dit keer gaat het over twee onderwerpen die veel met elkaar te maken hebben: slavernij en onrecht. De laatste tijd wordt veel over slavernij gesproken en geschreven. Terecht wordt de vinger gelegd bij de praktijken op de Surinaamse plantages, de onmenselijke toestanden die daar heersten en de minachting voor de zwarte mens. Maar tegelijk lijken we aan één oog blind te zijn als het over slavernij gaat. Er is namelijk ook moderne slavernij. In Qatar bijvoorbeeld. Daarmee heeft ook Nederland te maken, omdat daar volgend jaar het WK-voetbal plaatsvindt. In de NRC van 19 maart worden de zaken op een rij gezet.

NRC

Ze heten Madhu, Mohammad of Ghal. Het zijn jonge mannen, vaders, kostwinners. Ze komen uit India, Nepal of Kenia en zijn naar de Golfregio gekomen voor een betere toekomst. Ze zouden de stadions en infrastructuur bouwen voor het WK voetbal, dat Qatar in 2022 mag organiseren. Ze zouden een mooi salaris en frisse woonruimte krijgen, hun familie kunnen onderhouden en na een paar jaar met een spaarpot weer naar huis gaan. Nu zijn ze dood.

Het Nederlands elftal begint woensdag aan de kwalificatiereeks voor het WK in Qatar van 2022, al meer dan tien jaar het meest bekritiseerde sporttoernooi ter wereld. Eerst waren er verdenkingen van corruptie bij het binnenhalen van het toernooi, waarvoor uiteindelijk wel aanwijzingen maar geen bewijs werd gevonden. Toen kwamen er zorgen over de snikhete Qatarese zomer, waarna het WK werd verzet naar de iets mildere winter. Maar de geesten van gestorven stadionbouwers blijven rondspoken.

Vorige maand berichtte de Britse krant The Guardian dat zeker 6.500 gastarbeiders uit vijf Zuid-Aziatische landen in Qatar om het leven kwamen sinds het steenrijke golfstaatje in 2010 het WK binnensleepte. De cijfers kwamen van landen als India, van waaruit veel arbeiders naar Qatar vertrekken. Het getal is deels misleidend, want het telt ook migranten mee die niet betrokken waren bij WK-projecten of die door natuurlijke oorzaak om het leven kwamen. Aan de andere kant werden de overledenen uit sommige landen niet meegeteld, wat het cijfer juist drukt.

Mensenrechtenorganisaties beschrijven de bouwterreinen in Qatar als ‘openluchtgevangenissen’. Gastarbeiders zouden worden opgesloten in slaapvertrekken, slecht te eten krijgen en onderbetaald worden. Sommigen pleegden zelfmoord, anderen kwamen om het leven bij ongelukken of bezweken aan het werken bij temperaturen van tot wel 50 graden.

De berichten leidden tot een golf van kritiek, ook in Nederland. Zo nam de Tweede Kamer een motie aan om geen Nederlandse hoogwaardigheidsbekleders naar het toernooi in Qatar te steuren. Sigrid Kaag, demissionair minister voor Buitenlandse Handel (D66), stelde een virtuele handelsmissie naar Qatar uit. En op de cover van Voetbal International deed cabaretier Freek de Jonge zijn ‘bloed aan de paal’- oproep van 1978 (gericht tegen deelname van Nederland aan het WK voetbal in de dictatuur Argentinië) deze week nog eens over. Volgens hem, en vele anderen, moet Oranje het toernooi boycotten. (…) Van de 6.500 vermeende arbeidsdoden waar The Guardian over berichtte, wil de woordvoerder niets weten. ‘Die cijfers zijn gewoon totaal onjuist’, stelt hij. ‘Sinds 2014 zijn er drie doden gevallen op bouwplaatsen voor het WK en zijn er 34 arbeiders overleden door niet-werkgerelateerde oorzaken. Daarover zijn we volledig transparant.’

Toch gaat juist op het gebied van transparantie veel mis, zegt Hiba Zayadin, die namens Human Rights Watch onderzoek doet naar de werkomstandigheden in Qatar. Ze kreeg toestemming van de overheid, maar werd telkens streng in de gaten gehouden. ‘Ik ben gevolgd door agenten van de inlichtingendienst’, vertelt Zayadin telefonisch vanuit Beiroet. ‘Je kunt echt niet zomaar een arbeiderskamp in om met de mensen te praten.’

Zo valt moeilijk te controleren hoeveel mensen werkelijk overleden zijn – de registers houdt Qatar geheim. Doodsoorzaken worden vrijwel nooit onderzocht. Of de recente hervormingen echt worden doorgevoerd, is ook moeilijk na te gaan. Neem het recht van gastarbeiders om Qatar zonder toestemming te verlaten. ‘Dat is uniek in de Golfregio’, aldus Zayadin. ‘Maar in de praktijk zien we dat bedrijven er toch onderuit komen, bijvoorbeeld door de paspoorten van hun werknemers in te nemen. Al is het tegen de wet.’

Het is een schandaal dat dit in onze tijd gebeurt, maar dat er ook vanuit Nederland nauwelijks protest wordt aangetekend. Nederland komt niet verder dan uit te spreken dat het geen hoogwaardigheidsbekleders naar het toernooi zal sturen. Alsof de regering van Qatar bang wordt van zo’n dreigement. De slavernij van het verleden wordt aan de kaak gesteld, maar slavernij in het heden mag zelfs niet geboycot worden. Geadviseerd wordt om te werken aan verbetering van de omstandigheden van de moderne slaven. Verder komt de internationale gemeenschap niet. Als we een jaar verder zijn zal ook dit zwakke en hypocriete protest als sneeuw onder de brandende Qatarese zon gesmolten zijn. Ons sportgenoegen laten we ons niet ontnemen.

Reformatorisch Dagblad

Slavernij kunnen we een zichtbaar onrecht noemen. Iedereen weet het, maar bijna iedereen kijkt weg. Er is ook onrecht dat minder opvallend is. Maar betekent het feit dat het minder opvallend is ook dat het minder erg is? Zondag 21 maart was het zeventig jaar geleden dat de Republiek van de Zuid- Molukken werd uitgeroepen. Het Reformatorisch Dagblad had een gesprek met de president.

‘Zeventig jaar Molukkers in Nederland is een moment van bezinning voor Nederland’, zegt John Wattilete, president in ballingschap van de Republiek der Zuid- Molukken (RMS). ‘Ons is in het verleden onrecht aangedaan en op dit moment wordt de bevolking op de Molukken onderdrukt. Het wordt tijd dat dat openlijk wordt erkend.’

De president van de Zuid-Molukse Republiek heeft een advocatenpraktijk in een onopvallende straat in de Stadionbuurt in Amsterdam-Zuid. Het enige Molukse wat aan de buitenkant zichtbaar is staat op het raam: “Wattilete Advocaten”. (…)

Wattilete, die zich ongeveer de helft van zijn werkweek bezighoudt met staatszaken, is de eerste in Nederland geboren president van de op 25 april 1950 uitgeroepen Republik Maluku Selatan. Hij werd in 1955 geboren in Bemmel, studeerde rechten in Nijmegen en werd in 2003 premier van de RMS. In 2010 volgde hij Frans Tutuhatunewa op als president. (…)

‘De KNIL-militairen die naar Nederland werden gehaald vanaf 1951, toen Indonesië de Molukken onder de voet gelopen had, werd aanvankelijk voorgehouden dat het verblijf in Nederland maar tijdelijk was. Vooral de eerste generatie heeft decennialang gedacht ooit terug te gaan naar een vrije Zuid- Molukse staat. Petities aan de Nederlandse staat werden echter niet gehoord, waarop de tweede generatie besloot tot harde acties, waaronder de treinkapingen. De manier waarop die door Nederland werden beëindigd was buitenproportioneel. Pas in de jaren tachtig was er enige tegemoetkoming van Nederlandse zijde, maar er zijn nooit officiële excuses geweest. Wel aan Indonesië, niet aan de Molukkers.

Welke partij heeft nog iets over de Molukkers in haar program staan? Hoeveel aandacht was er voor de zware aardbeving op de Molukken in 2019? Ik hoop dat onze 70-jarige aanwezigheid hier dit jaar het begin wordt van een besef van verbondenheid.’

De president vertelt dat het kolonialisme op de Molukken niet is afgeschaft.

‘De door Spanje, Portugal, Engeland en Nederland begonnen uitbuiting wordt door de Indonesiërs gewoon voortgezet. De bevolking op de eilandengroep had rijk kunnen zijn, maar is arm. Zoals Nederland er destijds specerijen haalde, oogst Indonesië er nu onder andere vis en aardgas. Na Papoea is het het armste deel van Indonesië.’

Het Molukse volk en het Papoea volk zijn twee van de vele volken die vermalen worden in de raderen van de politiek. Daar mogen de kerken ook wel eens bij stilstaan. De profeet Amos stond er wel bij stil: ‘Laat het recht stromen als water, de gerechtigheid als een altijd stromende beek.’ (5:24) Wat dat betreft is er veel stilstaand water.

dr. A.A.A. Prosman
dr. A.A.A. Prosman