Waar bent u naar op zoek?

Muziek

M. Seijbel
Door: M. Seijbel
23-02-2023

Opnieuw is Johann Sebastian Bach het onderwerp van een promotie geweest. De organiste Jolanda Zwoferink promoveerde vorig jaar aan de Katholieke Universiteit Leuven/Luca School of Arts tot doctor in de Kunsten op het ‘Bach-Orgel’. Al jaren wordt er onder organisten en orgelgeïnteresseerden gediscussieerd over de vraag op welk orgel men het beste Bachs orgelwerken kan vertolken, of anders gezegd: ‘Wat is een Bach-orgel?’ Enkele jaren geleden bouwde orgelmakersfirma Verschueren uit Ittervoort in de Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk in Dordrecht een ‘Bach-orgel naar voorbeelden van de Silbermann-orgels in Midden- en Zuid Duitsland, waarop men Bachs orgelwerken zo identiek mogelijk zou kunnen vertolken.’ De organist van de Grote Kerk in Dordrecht, Cor Ardesch, heeft vervolgens op dit orgel alle Bachwerken voor orgel opgenomen op cd’s.

Maar aan welke eisen moet zo’n orgel nu voldoen? Welke orgels bespeelde Bach? Welke orgelklank prefereerde hij? Zijn de orgels in Midden-Duitsland uit de achttiende eeuw anders dan de Nederlandse orgels uit die tijd? Dat zijn zo maar een aantal vragen die regelmatig terugkomen. Dr. Jolanda Zwoferink heeft daarnaar uitputtend onderzoek gedaan en in haar proefschrift, waarvan nu een keurig uitgegeven handelseditie is verschenen, komt zij tot verrassende conclusies over het orgelspelen ten tijde van Bach. Zij zet dat in haar dissertatie niet alleen duidelijk uiteen, maar zij licht dat ook toe met muziekvoorbeelden die te beluisteren zijn via haar website (bach-silbermannresearch.nl). Bovendien heeft zij ook een aantal cd’s met orgelwerken van Bach opgenomen waarop een en ander te beluisteren is. Het proefschrift is een gedegen werk waarmee we haar allereerst van harte willen complimenteren. Haar onderzoek heeft zich met name toegespitst op orgels in Midden-Duitsland, waar tijdens Bachs leven Gottfried Silbermann de voornaamste orgelmaker was. Van deze orgelmaker zijn nog veel orgels geheel of gedeeltelijk bewaard gebleven.

De nieuwe doctor had zichzelf ook een paar vragen gesteld, zoals ‘Wat zijn de specifieke kenmerken van het Bach-orgel?’ en ‘Welke aspecten vormen de basis voor een verantwoorde historisch geïnformeerde uitvoering van Bachs orgelwerken?’ Zwoferink geeft daar overtuigend antwoord op. Ze doet dat mede aan de hand van de vele door haar bespeelde en bestudeerde orgels, waarvan een aantal ook nog door Bach zelf is bespeeld. Het boek, dat een beperkte oplage heeft, zal niet direct elke orgelliefhebber aanspreken. Toch is het een uitgave geworden waarvan organisten en orgelliefhebbers met interesse kennis zouden moeten nemen. Het werk is namelijk in zeer begrijpelijke taal geschreven, waarbij een groot aantal historische orgels uit Midden- en Zuid-Duitsland uitvoerig worden beschreven en afgebeeld. Ook aan de vele andere orgelmakers ten tijde van Bach besteedt Zwoferink uitgebreid aandacht. Het is allereerst een boek voor organisten en orgelstudenten, daarnaast is het ook een uitstekende gids voor allen die Bachs orgelwerken nader willen leren kennen. Het 320 bladzijden tellende boek is keurig uitgegeven, ruimschoots geïllustreerd met kleurenfoto’s en heeft een zeer uitgebreide bronvermelding. Een persoonsregister heb ik overigens node gemist. Overigens verder niets dan lof voor het gedegen en aantrekkelijke werk van dr. Jolanda Zwoferink. Het ‘Bach-orgel’ is een uitgave van Den Hertog in Houten en kost € 29,90.

M. Seijbel
M. Seijbel