Waar bent u naar op zoek?

column

Muziek

09-05-2016

Hij knikt even naar ons, legt de viool onder zijn kin, sluit zijn ogen en begint te spelen. Het geroezemoes in de kleine kamer valt stil. Prachtige muziek vult de ruimte. Ik krijg er kippenvel van.

Het is maandagavond. Samen met Krijn ga ik op bezoek bij Dimal in het Asielzoekerscentrum (AZC). Zij begroet ons hartelijk. Als we binnenkomen, zien we dat er visite is. Een ouder echtpaar uit Damascus en een jonger stel uit Aleppo. Ze hebben elkaar hier op het AZC leren kennen.

Dimal geeft ons een kopje thee en schuift het schaaltje nootjes op tafel wat naar ons toe. Mijn oog valt op het koffertje dat ook op de tafel ligt. Ybara, de jongere man, ziet dat. Hij opent het deksel voorzichtig. Er zit een mooie viool in. Hij vertelt dat hij professioneel violist is en in een orkest speelt. Zijn echte viool is nog in Syrië, een kostbare. ‘Deze is goedkoop, niet echt goed, maar toch wat’, zegt hij. Aan zijn spel is dit niet te merken. Hij speelt met gevoel en overgave een Arabisch lied. Eerst klinkt het opgewekt, langzaam wordt het melancholisch, waarna het langzaam wegsterft. We zijn stil.

Het is woensdagavond. Weer klinkt er muziek in een kleine kamer. Nu klassieke muziek van Bach, Beethoven en ook een lied van Chopin komt voorbij. Ik ben op bezoek bij mijn pianolerares. Ze verblijft op de ggz-afdeling in het ziekenhuis. Het gaat beter met haar, dat merk je meteen aan haar pianospel. ‘En nu een christelijk lied voor jou’, zegt ze, terwijl ik, zittend op het ziekenhuisbed naar haar luister. De eerste tonen van ‘De Heer is mijn Herder’ klinken. ‘Ik ben nooit naar een kerk geweest, maar dit zong mijn moeder vroeger vaak’, hoor ik haar zacht zeggen.

Terug in de auto kondigt een radiopresentator Psalm 108 aan. Even later zingt een Veluws mannenkoor: ‘Gij zachte harp, gij schelle luit, waakt op, dat niets uw klanken stuit. ‘k Zal in den dagenraad ontwaken en met gezang mijn God genaken.’

Ik hoop en bid dat daar straks ook deze viool en deze piano mee zullen spelen.