Nederlanders in Brazilië
Wie in Brazilië vanuit Curitiba, de zuidelijke hoofdstad van de deelstaat Parana, westwaarts gaat, kijkt na een paar uur rijden vreemd op. Dan wordt namelijk een grote molen zichtbaar die in Kinderdijk niet zou misstaan. Nederlandse immigranten namen deze molen én de kerk mee.
Op uitnodiging van de kerkenraad van de Igreja Evangélica Reformada do Brasil (IER) in een stadje met de Indiaanse naam Arapoti (Bloemenweide) zijn mijn vrouw en ik voor de tweede keer daar geweest om de kerk, ooit gesticht door Nederlandse immigranten, in prediking en pastoraat te dienen.
Emigratiegolven
Het is bekend dat na de Tweede Wereldoorlog veel Nederlanders, vooral agrariërs, zijn geëmigreerd naar Canada en Australië. Minder bekend is dat er een aantal emigratiegolven is geweest naar Brazilië. Al vanaf 1858 hebben zich Nederlanders gevestigd in Brazilië. In de vorige eeuw kwamen Nederlandse kolonisten in Carambei en begin jaren vijftig kwam de eerste grote groep immigranten aan in Castrolanda. Genoemde molen staat hier nu in het centrum. Een kleine honderd kilometer verderop ligt het stadje Arapoti, waar vanaf 1960 de eerste Nederlandse emigranten zich vestigden.
Emigreerde men naar Canada of Australië alleen of als gezin, naar Brazilië was het mogelijk om met een aantal families tegelijk te gaan. Veel protestanten, vooral uit Noord- en Oost-Nederland, trokken naar Carambei, Castrolanda en Arapoti in de deelstaat Parana. Een groep rooms-katholieke immigranten uit het zuiden van Nederland trok naar een andere deelstaat.
De reis naar Brazilië ging per schip. Naast landbouwgereedschap en koeien namen de veelal grote gezinnen ook hun kerk mee. In oktober 1960 werd de kerk in Arapoti officieel geïnstitueerd. Gereformeerden, hervormden en christelijke gereformeerden kwamen gezamenlijk onder één dak bijeen.
Koloniekerken
De eerste jaren werd de gemeente begeleid en ondersteund vanuit de Christian Reformed Church in Noord-Amerika. Deze kerk was in die tijd werkzaam onder de verspreide protestanten in Brazilië. Al enkele maanden vóór het officiële begin van de kerk in Arapoti werd in 1960 in een omgebouwde schuur de eerste kerkdienst gehouden. De preek was uit Filippenzen 4:6: ‘Weest in geen ding bezorgd.’ Dat waren bemoedigende woorden voor de immigranten die net aangekomen waren en veelal van de grond af aan moesten beginnen. Op 14 augustus werd voor het eerst het heilig avondmaal gevierd. In juni 1961 vormden de drie koloniekerken en de kerk van São Paulo samen een zelfstandig kerkverband, de Igreja Evangélica Reformada do Brasil.
De kerk was en is het centrale midden van de kolonie. Door predikant en kerkenraad werden mensen getroost, moed ingesproken en werden ruzies beslecht. Een immigrant schreef naar familie in Nederland: ‘Het doet zo goed om samen in dit vreemde land naar de kerk te gaan, samen te zingen en Gods Woord te horen.’
Direct vanaf het begin nam de kerk het zendingswerk ter hand, tot in de wijde omgeving van Arapoti. Vanaf 1967 werd de kerk gediend door predikanten die vanuit Nederland beroepen werden.
Moeilijke jaren
Allen die wij tijdens ons verblijf in Brazilië gesproken hebben, zeiden dat hun (groot)ouders het in de eerste jaren heel moeilijk gehad hebben. Wegen waren in de regentijd veelal onbegaanbaar, watervoorziening moest worden aangelegd en alleen de allernoodzakelijkste levensmiddelen waren beschikbaar. Steeds was er in de eerste tien jaren wel iets waardoor de oogst geheel of gedeeltelijk mislukte. Ook de veehouderij kampte met tegenslagen, veelal door voor de immigranten onbekende veeziekten. Hierdoor dunde de meegebrachte veestapel sterk uit. Binnen enkele jaren keerden zestien gezinnen terug naar Nederland. Een aantal gezinnen deed dit, omdat de vader van het gezin was overleden en moeder met een aantal kinderen alleen achterbleef. In de beginjaren heeft menig immigrant bij het ontginnen van de landbouwgrond gedacht: ‘Waar ben ik aan begonnen?’
De kerk, het sociale midden
Binnen de kerk waren in de eerste jaren spanningen. Immigranten – vaak zijn dit mensen met sterke karakters –, afkomstig uit verschillende delen van het land en uit verschillende kerken, moesten tot één volgzame kudde worden samengevoegd. Te paard bezocht de predikant de gemeenteleden. In 1966 werd de schuur die als kerkgebouw diende, afgebroken en vervangen door een stenen kerkgebouw. In 1991 is de huidige kerk gebouwd.
De kerk stimuleert de onderlinge contacten tussen de immigranten. Voor de jongeren zijn er naast catechese en bijbelstudie gerichte programma’s om gezamenlijk ontspannende dingen te doen. In de beginjaren werd een stagiaire uit Nederland afgeraden om naar de kolonie te komen, met als argument: ‘Er is helemaal geen vertier, eigenlijk niets anders dan de Bijbel en de sjoelbak.’
Zondags na de preek staat heel de gemeente buiten een poos na te praten. Dit gaat lang niet altijd over de preek maar ook over de prijs van de soja, het werk van de coöperatie en de gang van zaken op de school. De kerk is binnen de kolonie niet alleen het geestelijke, maar ook het sociale midden. Tot vandaag vormt ze de band die de immigranten door alle moeitevolle en vreugdevolle gebeurtenissen heen heeft samengehouden.
Gemeentewerk
In de eerste jaren waren de kerkdiensten in het Nederlands, maar vrij snel kwam er ook een dienst in het Portugees. Nederlandse predikanten volgden eerst een cursus Portugees voordat ze in de gemeente aan het werk gingen. Alle kinderen uit de kolonie volgen het onderwijs in het Portugees en de kleinkinderen van de immigranten trouwen nu vaak met Braziliaanse jongens en meisjes. Zo neemt de kennis van het Nederlands langzaam af.
In de jaren negentig werd de eerste Braziliaanse predikant beroepen en vanaf 2007 komen op verzoek van de kerkenraad predikanten voor een korte periode uit Nederland naar Brazilië voor de Nederlandstalige diensten en het pastoraat.
Vanuit de IER kwam het verzoek naar ons om naar Arapoti te komen. De Braziliaanse collega is de pastor efetivo (de dienstdoende predikant) en in overleg verzorgde ik een deel van het pastoraat en de prediking. De eerste zondag ben ik daar officieel bevestigd als predikant van de IER. Voor het zendingswerk in Mozambique hadden wij het Portugees nodig en nu kwam dit ons goed van pas. We konden hierdoor met veel mensen contact krijgen en de diensten in het Portugees volgen. In een aantal plaatsen binnen de IER zijn er nu geen Nederlandstalige diensten meer. De kerkenraad zal zich te zijner tijd beraden hoelang deze diensten nog in Arapoti gehouden zullen worden. De huisbezoeken deden mijn vrouw en ik samen en elke dinsdagmiddag was er een bijbelkring.
In het logo van de IER staat Handelingen 1:8. Daarmee geeft de kerk aan dat ze aan de hand van de Heilige Geest getuigend in de samenleving wil staan. Zo zoekt de IER vandaag met het Woord van God in het spoor van de Reformatie een begaanbare weg te bewandelen binnen de complexe Braziliaanse samenleving.