Waar bent u naar op zoek?

column

Niet gemaakt

24-11-2020

In De Waarheidsvriend van 29 oktober verscheen een van mijn meest persoonlijke columns. Ik wees op de dwaasheid van een hervormd synoderapport uit 1971 dat abortus een morele plicht noemt.

Het rapport spreekt ook neerbuigend over ‘vrouwen die zo tegen de veertig hun achtste kind verwachten’. Laat mijn moeder nu 39 zijn geweest toen ze zwanger was van mij, ongepland, en in paniek. Het vervolg kent u. 

Zelden heb ik zoveel en zulke aardige reacties ontvangen. Dat ontroert, omdat lezers via deze omweg de God van het leven loven en spreken over de kracht die Hij geeft om leven te verwelkomen. Hier en daar sprak men het vermoeden uit dat dit voor mij ‘heftig’ geweest moet zijn. Welnu, dat laatste kan ik met overtuiging tegenspreken. Dat heeft misschien te maken met de naamgeving, want mijn naam is een belijdenis die verraadt dat mijn ouders bij mijn geboorte de schok al weer te boven waren. Maar de echte reden waarom dit verhaal voor mij nooit heftig is geweest, is dieper dan een door mensen gegeven naam. 

Begin november in ‘De Week van het Leven’ hielden wij het boek Geboren, niet gemaakt (uitg. Buijten & Schipperheijn) ten doop. Over abortus, ongewenst zwanger, ongewenst kinderloos zijn anno 2020. Lees het, zou ik zeggen. Hoewel veel moderne mensen kinderen als een project zien (‘gemaakt’ dus), is een kind toch echt een project van God. Mensen kunnen dat faciliteren en verwelkomen en dat wordt gelukkig veelvuldig gedaan, binnen en buiten het christendom. Maar niet altijd komt dat gelegen. Lang niet altijd, ben ik bang. In verleden tijden van onbetrouwbare voorbehoedmiddelen en lange avonden zonder televisie en internet vermoed ik dat een zeer aanzienlijk deel van onze voorouders, net als ik, niet gepland was. 

Wat maakt het uit? Onze waarde, de waarde van elk van de lezers en van mij, is niet afhankelijk van de waarde die mensen ons toedichten, maar is uitsluitend geborgd bij God. Dat te weten is pure vreugde. 

P.s. Enkele jaren geleden belde een goede vriend me op. ‘Ik moet even stoom afblazen. We zijn weer zwanger’. Die avond vertelde ik hem in het café het verhaal achter mijn naam. Een half jaar later werd hun dochter Dorothea geboren. 

Dr. T.A. Boer