Omgang met God
In de Artios-reeks schreef dr. J. Hoek een mooi boekje over de omgang met God, die op de tocht kan staan, Geleefd geloof. Omgang met God in deze tijd. De auteur begint met dat laatste: deze tijd, die te karakteriseren is als postmodern en seculier.
In hoofdstuk 1 ‘Geloven in een kantelende tijd’ benoemt Hoek vele ontwikkelingen in onze moderne wereld. De christelijke gemeente heeft zich daartoe te verhouden, ze is immers deel van die wereld. Veel van die ontwikkelingen baren ons zorgen, en vaak terecht. De christelijke gemeente staat onder druk en de omgang met God staat op de tocht. Echter, nuchter constateert Hoek dat dat aangevochtene van de vroomheid van álle tijden is. Paulus moet zijn leerling Timotheüs opdragen het hem toevertrouwde pand te bewaren (1 Tim.6:20), omdat blijkbaar ook toen al het gevaar levensgroot was dat deze kostbare erfenis kwijt zou raken. Dit besef maakt ontspannen en bewaart voor een krampachtig terugverlangen naar een beter verleden.
Zeven kernen
In de volgende hoofdstukken geeft de emeritus hoogleraar Gereformeerde spiritualiteit een schets van de bijbelse geloofsbeleving (h.2) en van het specifiek gereformeerde daarvan (h.3). Bijbelse vroomheid draait om omgang met de Naam, kennis van de drieenige God, levend binnen Zijn verbond en met de verzoening als hartslag. Geloof, hoop en liefde zijn kernbegrippen van het christelijke leven. Als het gaat om het specifiek gereformeerde, noemt dr. Hoek zeven ‘kernen van gereformeerde geloofsbeleving: getroost in de Zoon, geleid door de Geest, gericht op de Vader, gekend als mens, gevoed door Woord en sacrament, geroepen in de wereld, en geborgen onder de hoop’. Een voor een worden deze kernen vervolgens uitgewerkt.
De laatste twee hoofdstukken vertalen de rijkdom van deze erfenis naar het heden: actuele omgang met God (h.4) en actuele dienst in de wereld (h.5). Dit vind ik het sterke aan Geleefd geloof: dat het de bijbelse en gereformeerde geloofsbeleving, zoals die in vele eeuwen voor ons is beleefd en geleefd, in rapport wil brengen met onze tijd. Wij zijn immers door de Heere geplaatst in déze tijd en zijn geroepen Hem juist in de 21e eeuw te dienen. Of in Hoeks eigen woorden: ‘In het heden is de gemeente van Christus geroepen om te midden van stormachtige ontwikkelingen de kostbare erfenis van de vroomheid te bewaren.’ Die erfenis bewaren betekent enerzijds gefundeerd zijn in de onveranderlijke kernen van het christelijk geloof, anderzijds zich nadrukkelijk verhouden tot de tijd waarin God ons geroepen heeft Hem te dienen.
Omgang met God
Een ander sterk punt van deze uitgave is dat het geleefde geloof een brede uitwerking krijgt naar alle aspecten van het leven. Omgang met God en navolging van Christus hebben hun uitwerking op hoe ik mijn tijd indeel, zowel ’s zondags als doordeweeks; op mijn omgang met de schepping, waarbij ik sterven moet aan mijn materialisme dat ten koste gaat van de aarde; op mijn politieke en maatschappelijke keuzes, waarbij de Bijbel mijn leidraad is; en op mijn omgang met mijn minderbedeelde medemens dichtbij en ver weg. Op deze manier wordt duidelijk dat God liefhebben een zaak is van hart, ziel, verstand en kracht. Hoek houdt deze dingen in balans: terecht beperkt hij zich niet tot wat er gebeurt tussen God en de ziel, alsof geloven slechts een hyperindividuele exercitie is. Dat gevaar is in de gereformeerde traditie zeker niet denkbeeldig. Anderzijds blijft die verborgen omgang terecht wel de kern van heel het geloofsleven; zonder die kern vervalt de christelijke gemeente in een activistische houding zonder diepgang die geen lang leven beschoren is. En ook dat gevaar kan de kerk in onze tijd bedreigen.
Relatief veel citaten
De uitwerking van de omgang met God naar vele richtingen heeft ook een nadeel. In deze uitgave is duidelijk gekozen voor de breedte in plaats van de diepte. Het is Hoek natuurlijk niet aan te rekenen dat door de beperkte omvang van deze uitgave de vele aspecten van de omgang met God slechts kort, maar wel kernachtig worden aangeduid. Het gevolg is wel dat wie thuis is in de gereformeerde traditie, niet zoveel nieuws zal lezen in deze uitgave. De schrijver maakt relatief veel gebruik van citaten van andere auteurs.
De gereformeerde traditie is mijns inziens de meest zuivere openbaring van het katholiek-christelijke geloof, maar zeker niet de enige. Dr. Hoek erkent dat: ‘Gereformeerden kunnen veel leren van andere christelijke tradities die accenten leggen waarvoor zij van huis uit minder oog hebben.’ Misschien overvraag ik de opzet van het boek, maar deze zinsnede maakt nieuwsgierig naar een nadere uitwerking. Die ontbreekt in het boek. Wat betekent het voor de rijke gereformeerde traditie dat zij alleen met alle heiligen ten volle kan begrijpen wat de breedte en lengte en diepte en hoogte is (Ef.3:18)?
Gespreksvragen
Op de achterkant van dit boekje is te lezen dat de inhoud niet alleen geschikt is voor persoonlijke bezinning, maar ook voor gemeenschappelijke bespreking in de gemeente. Het is duidelijk dat dr. Hoek veel biedt wat heilzame denk- en gespreksstof mag geven. De gespreksvragen die aan elk hoofdstuk zijn toegevoegd, zijn voor groepsbespreking erg helpend. Echter, de hoofdstukindeling is dat niet. De hoofdstukken variëren (te) sterk in lengte. Een gelijkmatiger indeling met kortere hoofdstukken zou de bespreking op een kring in de gemeente zeker ten goede komen. Dit laat onverlet dat Geleefd geloof veel waardevols te bieden heeft. Ik wens het in vele handen.