Waar bent u naar op zoek?

Omhoogkijken?!

Ds. A.C. de Kruijf
Door: Ds. A.C. de Kruijf
19-05-2022

Galilese mannen, waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan. Handelingen 1:11

Als de Heiland is opgevaren naar de hemel, houden twee engelen een korte hemelvaartspreek. Daarin leren ze ons af Christus na te staren, maar wekken ze ons tegelijk op uit te kijken naar Zijn terugkomst.

Met z’n elven staan ze omhoog te kijken naar een wolk: de apostelen die door de Heiland zojuist zijn uitgezonden om Zijn getuigen te zijn tot aan het uiterste van de aarde. Ze hebben hun Meester zoeven achter die wolk zien verdwijnen. Plotseling staan er twee mannen in witte kleding bij hen. Het zijn engelen, zo begrijpen we. Ze stellen een eenvoudige vraag: ‘Waarom staat u omhoog te kijken naar de hemel?’

Waarom?!

We weten niet wat er in de apostelen omging. Het valt echter niet moeilijk om redenen te bedenken, die ze hadden kunnen aanvoeren om de vraag van de engelen te beantwoorden. Waarom wij omhoogkijken? We kunnen niet bevatten wat er hier gebeurt. Onze Heere is zomaar voor onze ogen opgeheven van de aarde en waar is Hij nu gebleven? Misschien vangen we nog een glimp van Hem op, als die wolk weggaat. Misschien kunnen we het dan beter snappen. Als Hij nu de hemel binnengaat, zouden we dan misschien een glimp op kunnen vangen van de hemelse heerlijkheid?

Waarom we naar de hemel staren? We kunnen Jezus niet missen. Eerst waren er die drie jaren waarin we zoveel met Hem meemaakten, waarin we Hem steeds beter leerden kennen en Hij steeds meer voor ons ging betekenen. Toen kwam die vreselijke vrijdag, waarop we niets anders denken konden dan dat we Hem voor altijd kwijt waren. Daarna was er dat geweldige wonder van Pasen en die heerlijke periode van veertig dagen waarin we Hem telkens opnieuw ontmoetten en nog zoveel van Hem leerden over het Koninkrijk van God. Moeten we nu zonder Hem verder? Kunnen we dat?

Verwijt

We kunnen het staren van de apostelen allicht goed begrijpen. Wij staan rondom Hemelvaartsdag in ons denken misschien ook wel naar de hemel te staren: wat gebeurt daar nu precies? Of we herkennen de behoefte Jezus zichtbaar bij ons te hebben. Kon ik Hem maar eens zien, dan was alles anders. Kon ik Hem maar aan die ander laten zien, dan zou mijn getuigenis wél landen.

Toch proeven we dat de vraag van de engelen niet voortkomt uit een meevoelen met de beweegredenen van de apostelen. Er klinkt een mild verwijt in door. Dat omhoogkijken is toch helemaal niet nodig. Dat slaat de plank mis.

Hij komt terug

We zouden misschien verwachten dat de engelen nu zouden verwijzen naar de opdracht die de Heiland had gegeven. Geen tijd verdoen met naar de hemel kijken, maar de handen uit de mouwen steken. Jullie moeten getuigen zijn. Ze wijzen echter op iets anders: ‘Deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan.’ De Heiland komt weer terug. Het afscheid is maar voor even. Straks komt Hij op de wolken. Dat is zeker. Je kunt misschien nog steeds niet alles plaatsen en je zou de Meester misschien zo graag zichtbaar en tastbaar bij je hebben, maar houd je hier nu maar aan vast. De dag van Zijn wederkomst komt vanzelf. Daar hoef je niet voor naar de hemel te staren.

De boodschap van de engelen gaat echter nog dieper. Ze herinnert aan de profetie uit Daniël 7:13-14: ‘Er kwam met de wolken van de hemel Iemand als een Mensenzoon. (…) Hem werd gegeven heerschappij, eer en koningschap, en alle volken, natiën en talen moesten Hem vereren. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die Hem niet ontnomen zal worden, en Zijn koningschap zal niet te gronde gaan.’ Christus komt niet alleen zeker terug, Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Zo is Hij met de Zijnen tot de voleinding van de wereld. Zo houdt Hij hen staande. Zo houdt Hij Zijn kerk in stand.

Toch omhoogkijken

Dan hoeven we Jezus met Hemelvaart niet na te staren, maar gaat de blik vanzelf toch wel weer omhoog. Zou Hij al bijna komen? Het komt ons niet toe de dag te weten, maar we mogen er wel naar toeleven. Dan komt de vraag op tafel of we er klaar voor zijn om Hem te ontmoeten. Dan gaat ook de vrijblijvendheid af van de opdracht Christus’ getuigen te zijn. De tijd dringt, want Hij komt terug.

Ds. A.C. de Kruijf
Ds. A.C. de Kruijf