Waar bent u naar op zoek?

blog

Onder bereik

12-11-2012

Een leeg en opgeruimd bureau suggereert dat de man die er achter zit zijn zaakjes onder controle heeft. Die uitstraling heeft mijn bureau nooit gehad. Het wordt altijd ‘ontsierd' door meerdere stapeltjes met paperassen.

De logica daarachter is dat ik zaken waar ‘nog iets mee moet gebeuren’ onder hand- en oogbereik wil hebben. Pas als een dossier geen directe actie van mijzelf of van anderen meer vereist, verdwijnt het achter kastdeuren of in de papierbak.

Met het beheer van mijn mail is het niet anders gesteld. In mijn inbox staan momenteel 3524 berichten. Ook hier dezelfde logica: zolang er met een kwestie nog iets moet gebeuren wil ik, al werkend, dagelijks tenminste de kans lopen hieraan te worden herinnerd. Eenmaal verplaatst naar een folder in het achtergrondgeheugen is de kans daarop verwaarloosbaar klein.

Veel verstand van de werking van een menselijk geheugen heb ik niet, maar ik zie wel parallellen. Zaken die niet in ons werkgeheugen zijn opgeslagen zullen in ons dagelijks (denk)werk geen rol van betekenis spelen. Hoe minder ons werkgeheugen bevat, hoe geringer de kans dat we tijdens onze dagelijkse activiteiten ongedachte verbanden zullen leggen. Terwijl juist het leggen van verbanden (vooral daar waar ze niet min of meer vanzelfsprekend zijn) tot de meest creatieve vorm van menselijke activiteit behoort.

De tegenwoordig nadrukkelijker gehoorde oproep om in het onderwijs het memoriseren weer een ruimere plaats te geven, snijdt daarom hout. Een lerares behoeft zich van mij niet te verantwoorden als uit de openstaande ramen van haar lokaal de klassikaal opgedreunde tafel van zeven naar buiten klinkt. Ook het memoriseren van jaartallen kan van grote betekenis zijn in het persoonlijk ordenen van de geschiedenis. Zoals het begrip ‘van voor of van na de oorlog’ voor velen nog een zinvolle ordeningsfunctie heeft, zo gebruik ik het jaar van het overlijden van Maarten Luther graag als een haakje om de belangrijkste gebeurtenissen uit de zestiende eeuw aan op te hangen.

Het belang van memoriseren van feiten, cijfers en andere gegevens wordt door de Britten kennelijk beter verstaan dan door ons. Ze spreken immers niet over ‘uit het hoofd leren’, maar van <i>learning by heart<p>.

F.A. van der Duyn Schouten