column
Onderweg
Mijn collega Gert Vierwind promoveerde op 4 december 2019 in Religiewetenschappen op zijn proefschrift Zin in elke dag een onderzoek naar alledaags ritueel handelen van adolescenten in de residentiële jeugdhulp.
In zijn boek doet hij verslag van zijn onderzoek in twee instellingen, waar hij jongeren observeerde en interviewde.
Uit het onderzoek blijkt dat jongeren behoefte hebben aan rituelen. Ze willen bijvoorbeeld belangrijke momenten in hun leven markeren en hier een ritueel voor gebruiken. De dag voordat Yayden vertrekt naar begeleid wonen, spreken zijn medejongere hem toe rond een vuurtje: ‘Ik mag je, jij hebt schijt aan alles’, ‘Jij komt er wel’ en ‘Blijf klimmen!’.
Rituelen zijn niet automatisch voorhanden, dus bedenken jongeren ze zelf. Ze stoken een vuurtje, ze staan in een kring, ze wensen elkaar dingen toe. De afwezigheid van rituelen die helpen op de weg naar volwassenheid komt door de grote kaalslag die plaatsvond onder de druk van secularisering en individualisering in de tweede helft van de vorige eeuw. Bestaande rituelen in de gemeenschap en kerk hebben het veld moeten ruimen. Hoewel daar vast nieuwe rituelen voor in de plaats zijn gekomen, zullen jongeren meer zelf moeten zoeken naar een invulling hiervan.
Door dit onderzoek besefte ik dat we als kerk blij mogen zijn met bepaalde rituelen die wij hebben voor kinderen en jongeren in de weg naar volwassenheid. Het moment van het doen van belijdenis kan een moment zijn voor jongeren waarop ze beseffen dat ze erbij horen en dat ze hun verantwoordelijk mogen nemen in het midden van de gemeente. Maar misschien is dit moment wat laat en hebben we veel te weinig van dit soort rituelen. De joden kennen het moment van het worden van Bar-mitswa (als een jongen dertien wordt) en Bat-mitswa wordt (als een meisje twaalf wordt). Er zijn kerkelijke gemeenten waar jongeren bij de overgang van basisschool naar middelbare school en van middelbare school naar vervolgonderwijs een tekst en zegen meekrijgen.
Ik pleit voor een verdere doordenking op dit punt. Zo’n ritueel onderstreept de overgang van fasen. Het laat de jongeren zien dat ze op weg zijn, bij een gemeenschap horen en dat ze een verantwoordelijkheid hebben. En Gods Woord heeft vast meer kracht op de weg naar de toekomst dan teksten als ‘Blijf klimmen!’.
Elsbeth Visser-Vogel