Waar bent u naar op zoek?

Ongedacht!

dr. W.J. Dekker
Door: dr. W.J. Dekker
01-04-2021

Ze zagen dat Hij stierf. En ze zagen waar Hij werd neergelegd. Maria Magdalena, nog een Maria, en Salome. Ze volgden Jezus. En ook nu, paasmorgen, kunnen ze moeilijk van Hem loskomen. Voor dag en dauw zijn ze opgestaan om Hem te gaan zalven.

Zoveel geven ze om Hem. Ook na Zijn dood. En wat zien ze nu? Op weg naar het graf zien ze alleen maar de steen die voor de opening gerold was. ‘Wie zal voor ons die steen wegrollen?’ Wie krijgt die enorme steen opzij? Die ene steen op ons pad. Die steen die ons de doorgang belet…

Geen herinnering

Is er helemaal niemand die paasmorgen die zich herinnert wat Jezus zei? Op de derde dag zou Hij opstaan. Maar waar zijn ze dan, de volgelingen van het eerste uur? Ze zijn helemaal nergens meer, en hun geloof ook niet. Geloof is die paasdag ver te zoeken, blijkt uit wat Markus verhaalt. De vrouwen zien de steen opzij liggen. En als ze dichterbij gekomen zijn, zien ze ook een hemelse figuur. Maar aan een opstanding denken ze geen moment. De zon komt wel op terwijl ze naar het graf lopen, maar echt dagen doet het nog niet.

Is het hun verdriet waardoor ze zich Jezus’ woorden niet herinneren? Kan wat Hij gezegd heeft daardoor maar moeilijk doordringen? Dat zou kunnen. Toch denk ik dat hier meer aan de hand is. Is de reactie van de vrouwen en de totale afwezigheid van de discipelen vreemd? Helemaal niet. Die allereerste paasdag komt aan het licht hoe vreemd en ongedacht Pasen is. Ook voor Jezus’ eigen volgelingen. Pasen is niet het verhaal dat in óns opkomt. Het gaat op Pasen over iets wat wij niet bedenken. Het valt compleet buiten wat wij, moderne, weldenkende mensen voor mogelijk houden. Daarom snap ik al die mensen om mij heen wel, die de grootst mogelijke moeite met dit verhaal hebben. Het past niet. Met alle gevolgen van dien: dood is dood. ‘De enige zekerheid die je hebt, is dat je allemaal een keer sterft.’ Hoe troosteloos.

Steeds weer horen

Maar. Pasen is een wervelstorm, bij God vandaan. Hij stormt die vroege morgen onze wereld binnen en keert alles om. Wat wij voor onmogelijk houden, gebeurt: Jezus staat op, wordt door God Zelf overeind geholpen, opgericht. God schept leven uit de dood en daar dwars doorheen. Het moet ons wel worden gezégd. De hemel zelf moet eraan te pas komen, want anders komt dit niet in ons op en geloven we er niets van. En dat is dan ook wat gebeurt: een engel komt tussenbeide. Pasen is dat het ons verkondigd wordt. En het is maar goed dat het elk jaar weer Pasen is, want we moeten het steeds weer horen. Om opnieuw te leren geloven wat nauwelijks te geloven is: dat Christus is opgestaan. Dat we niet geloven in Iemand Wiens veelbelovende leven uiteindelijk smoorde in de dood. Maar dat we mogen geloven in Hem Die leeft.

Opvallend hoe de ‘jongeman in wit’ het zegt: ‘U zoekt Jezus de Nazarener, de Gekruisigde.’ Raak gezegd. Want, inderdaad, Díe zochten ze. Zó zagen ze Hem. Als Jezus van Nazareth, van Wie het leven eindigde aan een kruis. Maar Pasen is dat Hij zoveel meer en zoveel groter is dan wij wel denken! ‘Hij is hier niet. Want Hij is opgewekt!’ Waarom is geloof zo ver te zoeken die paasmorgen? Omdat ze toch weer te klein van Christus dachten. Herkenbaar, niet?

Op de vlucht

Maar ook wanneer het de vrouwen gezegd is, is er niet meteen geloof. Helemaal niet! Bevend van angst slaan ze op de vlucht. De opstanding blijft een harde noot om te kraken (Van Ruler). Zou het verblinding zijn? We hebben ons hart niet mee. Dat kon wel eens de grootste steen zijn die in de weg ligt. Wie krijgt die opzij?

De oorspronkelijke versie van Markus’ Evangelie eindigt in deze complete afwezigheid van geloof (vs.8). Pasen vraagt om een vervolg. En dat is er gekomen. Want op Pasen volgt Pinksteren. De Geest schiet ons te hulp. Hij opent ogen, breekt harten, leert ons steeds opnieuw geloven wat niet te vatten en toch waar is: dat Christus is opgestaan en leeft. En dat ook ik leef, met Hem. Ook dat laatste is niet te vatten. Dat hoeft ook niet. Ik mag het gelóven.

dr. W.J. Dekker
dr. W.J. Dekker