Waar bent u naar op zoek?

Ongewoon geloven

ds. G.M. van Meijeren
Door: ds. G.M. van Meijeren
18-03-2021

‘Jezus is voor ál mijn zonden gestorven.’ Wie belijdenis doet, wil daarom niets liever dan Hem uit dankbaarheid volgen. Maar dan blijkt al snel hoe onmogelijk dat is.

Recent sprak ik daarover met een leeftijdsgenoot. Hij vertelde: ‘Als ik nu terugdenk aan toen ik belijdenis deed, vraag ik me af: Meende ik destijds wel wat ik zei? Want hoe kan het dat ik zo’n slappe christen ben, zo ongelovig en zo ver bij God vandaan, al volg ik de kerkdiensten trouw? Dat zou toch anders moeten zijn als je echt gelooft?’

Aan alles proefde ik hoe hij ermee worstelde. Hij begon over ‘geloofsafval’, ‘het oordeel van God’ en ‘het bedroeven van de Heilige Geest’. ‘Jezus zou mij toch alles waard moeten zijn?’ Nee, hij had er nooit op gerekend dat de vanzelfsprekende manier waarop hij destijds zijn geloof had beleden, zo in twijfel getrokken zou kunnen worden.

Verwondering

Het deed mij denken aan een preek van ds. H.C. Touw (1903-1972). Hij zegt: ‘Er is een tijd in ons leven, dat wij het ‘natuurlijk’ vinden, dat wij mogen aanbidden, mogen geloven. Natuurlijk helpt Hij ons, natuurlijk verhoort Hij ons, natuurlijk neemt Hij ons in genade aan! Alles doodgewoon! Totdat onze verbaasde ogen ontdekken, hoe groot Gods geduld met ons is. Zodra dit door ons ontdekt wordt, schamen wij ons over onze aanmatiging, onze verwaandheid. Die Heilige – ontfermt zich over mij?’

Tijdens ons gesprek was dat dan ook wat ik mijn leeftijdsgenoot vroeg: ‘Wil God je door je ongeloof en ontrouw misschien tot nieuwe verwondering brengen over Zijn eeuwige liefde?’

Verzet

Uiteraard zijn er ook (jonge) mensen die op een veel minder ‘natuurlijke’ manier tot het doen van geloofsbelijdenis komen. Soms gaat aan het jawoord een periode van openlijk verzet tegen God vooraf. Hoewel iemand is opgegroeid bij de Bijbel, zegt het hem weinig, gaat hij amper naar de kerk, totdat hij wordt stilgezet en Gods liefde in Jezus ontdekt. Een nieuw begin. Van zo’n omkeer zijn bijzondere voorbeelden te geven. De één herkent zich daarbij in de jongste zoon uit de bekende gelijkenis van Jezus, de ander juist in de oudste, maar wat ze delen is de verrassing over de ontferming van de Vader (Luk.15:11-32).

Ook wie zó belijdenis doet, stuit vroeg of laat op de ervaring dat het verbonden blijven aan Gods genade vanuit jezelf onmogelijk is. Als tenminste de Heilige Geest in het spel is. Want hoe vreemd het misschien ook klinkt: dááraan kunnen we Zijn werk herkennen. Aan de macht van de duisternis die wakker wordt in ons leven. Aan de zonde van het ongeloof, onze ongehoorzaamheid en de dwingende wijze waarop zich dat vaak laat gelden. Het lijkt wel een verslaving en soms is het dat ook. Om het met Paulus te zeggen: ‘Het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik.’ (Rom.7:19) Waar Christus verschijnt, daar neemt Zijn tegenstander de wapens op. Waar geloof is, is ook aanvechting.

Confrontatie

Laten we onszelf daarom gelukkig prijzen, wanneer we voor of na het doen van geloofsbelijdenis in een strijd verwikkeld raken met de zonde. Sterker nog, laten we de hemelse Vader prijzen, Die het ons gunt om daardoor iets te ervaren van de confrontatie die Jezus meemaakte toen Hij stierf aan het kruis. Een confrontatie waarin de vloek van God Hem dodelijk trof, maar waarin Hij Zich tegelijk toevertrouwde aan Gods liefde.

Jezus volgen is delen in die confrontatie. Dat is dus iets anders dan je leven op een hoger level van fatsoen brengen. Het werk van de Geest is niet per se dat je wat aardiger wordt voor je collega’s of wat behulpzamer voor je buren. Daar is niets mis mee – integendeel, zie bijvoorbeeld Handelingen 28:2 – maar het hoort op de keper beschouwd meer bij het ‘natuurlijke’, vanzelfsprekende, wereldse leven, dan bij het volgen van Jezus.

Uitblinken

Het volgen van Jezus wordt juist getypeerd door een tegennatuurlijke beweging. Een beweging tegen jezelf in. De Geest stelt zich op tegenover een hardnekkig patroon in je leven, ‘die mij’, zegt Paulus, ‘tot gevangene maakt van de wet van de zonde die in mijn leden is’ (Rom.7:23). Als de Geest door je leven waait, dan komt die wet in het licht. De zonde blijkt veel dieper geworteld te zijn dan je dacht. Juist een fatsoenlijk, christelijk leven kan akelig verbloemen dat er op de bodem van ons bestaan een neiging is om met de naam van Jezus op je voorhoofd en lippen tóch gescheiden van Zijn Vader te leven. Voor je het weet is je inzet, stille tijd, missionaire bewogenheid en christelijkheid een manier om zélf uit te blinken, terwijl daardoor juist de hoogmoed zegeviert en de betekenis van Gods genade verbleekt. Super dus, als de Geest daartegen in het verweer komt met het Woord van God, dat zelfs je diepste gedachten uiteenlegt en oordeelt (zie Hebr.4:12).

Als Hij mij laat zien dat ‘in mij, dat is mijn vlees, geen goed woont’ (Rom.7:18a).

Aanvechtingen

De Geest voert dit werk uit midden in de wereld, waar eigen persoonlijke omstandigheden, karakter en levenservaring volop in participeren. En daarmee ben ik terug bij mijn twijfelende leeftijdsgenoot. Hij gaf me aan dat niet alleen de hectiek op zijn werk en zijn prestatie-denken een grote impact hebben op zijn verslapte toewijding aan God, maar ook dat juist zijn pogingen om beter te bidden en nadrukkelijker met de prediking bezig te zijn hem steeds verder van God af lijken te brengen. ‘Hoe meer ik dat probeer, hoe groter de deceptie. De zonde lijkt alleen maar meer vat op me te krijgen. Ik wil dat niet, maar hoe kom ik eruit?’

Ja, en stel dat je in die strijd te maken krijgt met bijvoorbeeld een echtscheiding, een depressie of een verslaving, waardoor je nauwelijks nog durft te geloven wat vroeger zo gewoon was: ‘Jezus is voor ál mijn zonden gestorven.’ Is dat wel waar, want als ik naar mijzelf kijk, dan ervaar ik er niks van…

Zou het soms de Geest kunnen zijn, Die een mens door al dit soort aanvechtingen heen jaagt om zo – je kunt het je op zo’n moment zelf bijna niet voorstellen – des te dieper te laten merken, wie de Gekruisigde is en wat het betekent om Hem te volgen? De Geest slaat de ‘oude mens’, je ‘vlees’, je ‘zondige ik’ aan het kruis van Christus vast en bij tijden grijpt dat diep in, in je ervaring: ‘Ik ben het niet meer waard Uw zoon genoemd te worden’ (Luk.15:21b). Maar Jezus is voor ons uit gegaan op die weg en daarom blijft in de aanvechting de troost recht overeind staan: ‘Ik leef, maar niet meer ík, maar Christus leeft in mij; voorzover ik nu in het vlees leef, leef ik in het geloof van de Zoon van God die mij heeft liefgehad en zichzelf voor mij heeft prijsgegeven.’ (Gal.2:20; Naardense Bijbel)

Geloven is zó ongewoon. Het is jezelf – zo los van God als je bent – toevertrouwen aan het geloof van Jezus. Alleen omdat Hij het voor ons volhield, dwars door de hel, zullen wij het redden om tegen de zonde te strijden én verbonden te blijven aan Zijn Vader.


Alleen belijdenis doen

Op 5 juli 2020 heb ik geloofsbelijdenis afgelegd in de Nieuwe Westerkerk te Capelle aan den IJssel. Dat deed ik m’n eentje, wat bij ons zeldzaam is. Desondanks heeft mij dat niet belemmerd in mijn keuze belijdenis te doen, want het is toch iets persoonlijks. Het draait om de relatie tussen mij en God. Eigenlijk zou ik eerste paasdag belijdenis doen, maar dat kon

Eigenlijk zou ik eerste paasdag belijdenis doen, maar dat kon vanwege het coronavirus niet doorgaan. Dat was jammer, want hoe mooi zou het zijn als ik op de dag van Jezus’ opstanding mijn geloof in Hem mocht openbaren. Daarentegen realiseerde ik me dat belijdenis doen niet draait om op welke dag je het doet. Je belijdt in principe elke dag dat God je Vader is, Jezus je Redder en dat de Heilige Geest in je hart werkt. Dat laatste heb ik tijdens de catechisatieavonden gemerkt. Ik groeide steeds meer in mijn geloof en wilde dat belijden.

Het was wel spannend, zo alleen. Gelukkig waren mijn familie, vrienden en enkele gemeenteleden bij de dienst aanwezig, wat mij steunde. In de dienst hebben we mogen ervaren dat God onze Vader wil zijn. Hij wil ons vergeven en vernieuwen. Hij heeft de wereld in Zijn hand, inclusief ons leven.

Elianne Hofman, Capelle aan den IJssel

ds. G.M. van Meijeren
ds. G.M. van Meijeren