column
Onopgeefbaar
Nu 'onopgeefbaar verbonden' slaat op Israël als volk, land en staat, is er een probleem.
Recent verscheen Onopgeefbaar verbonden, geschreven door de tien leden van een Israëlberaad binnen onze kerk. Zes van hen zijn betrokken bij het Evangelisch Werkverband. De brochure is uitgegeven met instemming van onder meer de Gereformeerde Bond.
De standpunten over de onopgeefbare band met Israël botsen hard. Je bent voor of tegen. Waar komt dit nieuwe, tot sjibbolet geworden woord ‘onopgeefbaar’ eigenlijk vandaan?
Het was ouderling mr. H.J. Bruins Slot die op de gereformeerde synodevergadering van 9 oktober 1979 in een amendement de uitdrukking introduceerde. ‘De gemeenten dienen, met name ook in de Woordverkondiging, te worden gewezen op de onopgeefbare verbondenheid van de Kerk met het Joodse volk en daarvan te getuigen.’ Wat was de aanleiding? Dat was de tv-serie ‘Holocaust’, die in het voorjaar van 1979 was uitgezonden. Hierin werd het leven van een Joodse familie ten tijde van nazi-Duitsland in beeld gebracht.
Het proclameren van verbondenheid met het Joodse volk was dus een late reactie op de verdelging van zes miljoen Joden in het hart van christelijk Europa. De kerk spreekt hier voor eigen rekening. Er is geen sprake van verbondenheid als verbond. Laat staan van een huwelijk, zoals wel is gesuggereerd. Israël zelf heeft er niet om gevraagd.
Intussen is de verbondenheid vooral gericht op het Joodse volk in de staat Israël. Maar tussen Auschwitz en Jeruzalem liggen de grote nacht en de bittere dood. Daar kan de kerk niet om heen. In het belijden van de onopgeefbare band wil allereerst gehoord worden een roep van schuld, een gebed om inzicht.
Nu de beleden verbondenheid slaat op Israël als volk, land en staat, zijn voor de kerk de gevolgen niet te overzien. Neem de volgende passage uit de brochure: ‘Het uiteindelijke doel van God is niet hemelse gelukzaligheid, maar de oprichting van het toekomstige rijk van vrede en gerechtigheid.’ Een breekijzer in de traditie van de kerk. ‘Zonder het land kan Israël niet beantwoorden aan de door God gegeven bestemming.’ En het heil der wereld hangt nauw samen met de landbelofte, aldus de brochure. Hier wordt het ooit als Joodse (!) dwaling veroordeelde chiliasme stevig omarmd. Daarmee is in het belijden der kerk niet minder dan een wissel omgezet.
H. Vreekamp