Waar bent u naar op zoek?

column

Ontvangen

12-09-2016

‘Geen wild?’ Teleurgesteld, bijna angstig kijkt de man me aan. Even vermoedt hij dat zijn fietstocht naar het wildscherm tevergeefs is.

Ik ben inmiddels op de terugweg en kan hem van goed nieuws voorzien. ‘Zeker wel. Herten én zwijnen.’ De ogen van de keurige vijftiger beginnen te schitteren en wat onhandig haast hij zich om de dieren te bewonderen. Als ik me omdraai zie ik nog net dat hij snel een verrekijker uit zijn fietstas grabbelt.

De vakantie breng ik door op de Veluwe. De omgeving nodigt uit om een hobby op te pakken die sinds mijn basisschooltijd ligt te verstoffen: het observeren van vogels en andere dieren in het wild. Zo kruip ik in een klein vogelkijkhutje, nauwelijks een meter in het vierkant en wacht rustig af. Ik kan de koolmezen, roodborstjes, boomklevers en vinken die af en aan vliegen bijna aanraken.

Niet altijd is het succesvol. Soms zit ik een hele tijd zonder ook maar een dier te ontwaren en worden gedurende de dag de verwachtingen getemperd. En dan, plotseling, zie ik ongedacht een ijsvogel. Razendsnel laat hij zich van een tak in het water vallen om een vis te verschalken. Verrast bewonder ik het blauw en het bruin.

’s Avonds, in de vakantiewoning, lees ik een van de vele magazines die de Veluwe aanprijzen. ‘Honderd procent garantie op het zien van wild’, belooft een artikel. Nadere beschouwing leert dat het neertellen van een flinke som geld een privé-safari met de boswachter mogelijk maakt. Ik geloof nooit dat die mensen evenveel voldoening halen uit het zien van de beesten als iemand die zoekt en maar af moet wachten of hij ergens op stuit.

Wandelingen ’s avonds naar een wildscherm hebben wisselend succes. Soms zijn er veel beesten te zien. Een andere keer staar ik een tijd naar een leeg veld. Maar ik vind dat het mag. Niet alles hoeft meteen tot succes te leiden. Je mag je best inspannen om vervolgens te zien wat je ontvangt.

Die man op de fiets had daar iets van ontvangen. Zijn oprechte vreugde zat in het ontvangen van wat hij al bijna niet meer durfde te hopen.

Arjan Baarssen