Waar bent u naar op zoek?

Opmerkelijk contrast

ds. B. Coster
Door: ds. B. Coster
19-01-2023

Als Paulus op zijn tweede zendingsreis aankomt in de dynamische dubbele havenstad Korinthe, maakt hij een uitgeputte indruk. Eerder, toen hij in Athene aankwam, had hij een langere reis achter de rug, maar was hij onvermoeibaar geweest.

Gedreven door zijn diepe hartstocht voor het Evangelie, was hij het gesprek aangegaan met de filosofen, door wie de stad beroemd was. Echter, in Korinthe, na een veel kortere reis, was hij aanvankelijk angstig en moedeloos. Tenminste, in 1 Korinthe 2:3 zegt hij dat hij met veel vrezen en beven en in zwakheid was gekomen. Waren het misschien de ervaringen in Athene die hem onzeker gemaakt hadden? Had hij te grote verwachtingen gehad van zijn rede op de Areopagus voor de culturele en wetenschappelijke elite van zijn tijd? Er is in ieder geval een opmerkelijk contrast tussen de prediking van Paulus in Athene en zijn verkondiging later in Korinthe, dat ook de inhoud van de eerste Korinthebrief zeker ten dele bepaalt.

Paulus in Athene

De rede van de apostel op de Areopagus is het klassieke voorbeeld van gecontextualiseerde evangelisatie in de Bijbel. Hij houdt een rede waarin hij inderdaad de Grieken een Griek wordt, zoals hij ook de Joden een Jood was (1 Kor.9:20). Wendbaar als hij is, past hij zich volkomen aan aan de omgangsvormen van de Atheense filosofen. Wellevend beantwoordt hij hun interesse in wat hij te zeggen heeft met zijn wederkerige waardering voor hun rijke tradities. Zelfs hun spiritualiteit honoreert hij. Hij heeft een altaar gezien, gewijd aan (de) onbekende God (Hand.17:23). Een God zonder naam, die echter gekend moet worden, want Hij is de oorsprong en de oorzaak van alle dingen die bestaan. Die ook gekend wil worden, hoewel Hij niet – zoals de andere goden – in tempels woont en op geen enkele wijze afhankelijk is van de mensen (Hand.17:24-27). Als we de inhoud van de Areopagusrede nagaan door de details wat uit te vergroten en tussen de regels door te lezen, worden we toch teleurgesteld. Nadert Paulus het syncretisme als hij de woorden ‘wij zijn ook van Zijn – Gods – geslacht’ citeert (Hand.17:28,29)? Hij moet geweten hebben dat de oorspronkelijke dichtregels niet spreken over de ware God, door Paulus aangeduid met het woord Theos, maar over Zeus, de Griekse hoofdgod. De onbekende God die hij verkondigt, is dan dus een god die tot de Atheense traditie behoorde. Verder gaat de rede wel over Christus, maar Paulus noemt Hem niet de Zoon van God. Hij is ook niet de enige Naam onder de hemel, ‘waardoor wij zalig moeten worden’ (Hand.4:12), maar slechts de Man, aangesteld om in Gods naam de wereld te oordelen, en daartoe opgestaan uit de dood (Hand.17:31). De bekering die in verband met het oordeel genoemd wordt, krijgt geen inhoud.

Handelingen 17:34 vertelt ons dat er in Athene enigen zijn die zich bij Paulus voegen en die geloven. Onder andere een zekere Dionysius, lid van de Areopagus, de hoogste rechtbank van de stadstaat, maar we lezen niet dat er zich een gemeente vormde in Athene. Athene blijft een lege plek op de kaart van het Nieuwe Testament.

Paulus’ prediking in Korinthe

Bovenstaande breng ik naar voren met de bedoeling om Paulus’ prediking in Korinthe beter te begrijpen. Het lijkt namelijk dat hij in Korinthe zijn prediking opnieuw heeft gedefinieerd en dat hij daarbij nadrukkelijk afstand neemt van de retorica en de filosofie, waarvan hij zich in Athene had bediend. In Korinthe kwam hij met het getuigenis en de wijsheid van God, onder de betoning van Geest en van kracht (1 Kor.2:1,4,7; zie Rom.1:16). Teleurgesteld in de Joden, die steeds maar weer wonderen verlangden en eveneens in de Grieken, met hun eenzijdige interesse in de filosofie, concentreerde hij zich uitsluitend op de gekruisigde Christus (1 Kor.1:23; 2:2). De climax van de rede in Athene was geweest de opstanding van Christus en Zijn komst als rechter in de naam van de onbekende God. Deze boodschap was voor de Griekse toehoorders reeds een dwaasheid geweest, hoeveel te onbegrijpelijker is dan het kruis van Christus? Nochtans, deze gekruisigde Christus was in Korinthe voor hen ‘die geroepen zijn, zowel Joden als Grieken, de kracht van God en de wijsheid van God’ geworden (1 Kor.1:24).

Het zwakke en dwaze van God

In 1 Korinthe 1:17-2:16 legt Paulus de paradoxale kracht van Christus’ kruis uit. Het blijkt juist het wijze besluit van God te zijn om Zijn geheimen te openbaren door middel van de ongerijmdheid van het kruis. Het dwaze en zwakke van God, dat uitsluitend verwijst naar Jezus Christus, de Gekruisigde, is wijzer en sterker dan alles van de mensen. De gekruisigde Christus is het ongerijmde, het dwaze en het zwakke van God, maar daar doorheen is het juist de wijsheid en de kracht van God. Deze kracht en wijsheid worden waargenomen en ervaren door degenen die door God daartoe geroepen zijn, maar niet door de wijzen en de verstandigen, voor wie zij juist verborgen blijven. De ongerijmdheid van het kruis frustreert dus de menselijke wijsheid en tradities. De apostel zal niet alleen aan de filosofische en religieuze systemen gedacht hebben, maar ook aan het gangbare wereldbeeld, het gezonde verstand en de tradities volgens welke de dingen werden gedaan. Joods wetticisme, Grieks sofisme en Romeinse staatskunde zijn de wijsheid van de wereld. Echter, door de onmacht en de onvruchtbaarheid van deze wijsheid omdat ze de mens uiteindelijk niet redden, wordt de kracht en de betekenis van het kruis zichtbaar, juist in de gelovigen.

Onderklasse

In Athene had Paulus verbinding gezocht met de elite van de stad, met de filosofen en hun cultuur, hun religie en hun status. Paulus erkende hun voorkennis en prees hen omdat ze zo voorbeeldig godsdienstig waren, maar hij had hen niet kunnen bereiken. In Korinthe echter richt hij zich tot de onderklasse. Tot de mensen die hij, in woordgebruik dat overeenkomt met het Evangelie van het kruis, benoemt als dwazen, zwakken en onaanzienlijken (1 Kor.1:26- 28). Mensen die zichzelf niet konden redden, mensen zonder middelen, zonder rang, status of titel, zonder invloedrijke familie en zonder voorgeslacht. Slaven en mensen zonder burgerrechten. Ze zijn allemaal echter geestelijk en moreel rijk geworden door het Evangelie, door het geloof in Christus. Zo is ook de sociale structuur van de gemeente te verklaren: niet veel wijzen, niet veel machtigen, niet veel edelen, hoewel er toch ook geweest zijn die zich onderscheidden door invloed en vermogen. We kennen de namen van enkelen, die we later in deze serie tegen zullen komen, als de mogelijke gastheren en -vrouwen van de huisgemeenten waaruit de gemeente van Korinthe bestond.

Solidariteit

Waarschijnlijk zijn de dwazen, zwakken en onaanzienlijken van Korinthe geraakt door de wijze waarop Paulus hun de genade en liefde van God in Christus heeft verkondigd. Ze zien de wonderlijke solidariteit van de Zoon van God met hen, die de apostel kort samenvat in de tweede Korinthebrief als: ‘u kent de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij omwille van u arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat u door Zijn armoede rijk zou worden’ (2 Kor:8.9). Zij zullen in de boodschap van de gekruisigde Christus de onzelfzuchtige liefde ervaren hebben, die de apostel later in de brief zo indrukwekkend bezingt (1 Kor.13). Door het geloof in Christus hebben de onderbedeelden een nieuwe identiteit gekregen en zijn ze deel van een nieuwe gemeenschap geworden (1 Kor.1:4-9, 30-31).

Paulus gaat zelfs zover dat hij Gods genadige verkiezing uitlegt als deel van dezelfde veelzijdige paradox die hij in de eerste hoofdstukken van de brief ontvouwt, door haar te concentreren op dwaze, zwakke, onedele, onwaardige en verachte mensen, evenwel door God uitverkoren om Zijn volk te zijn. Dezelfde verkiezing is daardoor tegelijk een oordeel over anderen die in eigenwijsheid, eigen kracht en waardigheid menen zichzelf te kunnen redden, maar die uiteindelijk beschaamd zullen staan (1 Kor.1:26-28). Deze benadering van de verkiezing herkennen we ook in de zaligsprekingen, de spreuken van de Heere Jezus aan het begin van de Bergrede, vooral in de versie van Lukas 6:20-26.

Geheiligden in Christus Jezus

We hebben geprobeerd de nadruk die de apostel Paulus in de eerste Korinthebrief op het kruis van Christus legt, te begrijpen door zijn teleurstellende ervaring in Athene. In Athene was hij zijn hoorders ver tegemoet gekomen, maar hij was afgewezen. In Korinthe concentreert hij zich eenzijdig op de confronterende en ongerijmde boodschap van de gekruisigde Christus, aanstootgevend voor de Joden en zonder betekenis voor de Grieken, maar inderdaad voor degenen die in het geloof behouden worden, de kracht en de wijsheid van God. Juist de dwazen – mensen die zichzelf niet kunnen redden – hadden oog gekregen voor de zin, de betekenis, van Christus (1 Kor.2:16). In tegenstelling tot Athene was er in Korinthe een gemeente ontstaan. Door de boodschap van het kruis (1 Kor.1:1) hadden mensen zonder middelen, rang, status of titel een nieuwe identiteit gekregen, van geheiligden in Christus Jezus.


1 Korinthe

In een viertal artikelen staan we stil bij de inhoud van de eerste brief van de apostel Paulus aan de gemeente van Korinthe.

1 De ervaringen van Paulus in Athene en Korinthe en de weerslag daarvan op de brief

2 het pastoraat

3 de ecclesiologie

4 de eschatologie

ds. B. Coster
ds. B. Coster