Het christelijk onderwijs staat onder druk, maar daarmee ook de christelijke opvoeder. Vorig jaar juni verscheen er in 'De Waarheidsvriend' een oproep om te bidden om meer leerkrachten en docenten die belijdend in de wereld staan. De actualiteit laat zien dat deze oproep geen slag in de lucht is.
Wie in Nederland op zoek gaat naar een christelijke school, komt een grote diversiteit aan invulling van het begrip christelijk tegen. Van reformatorisch onderwijs aan de ene kant, tot de school die nog wel christelijk heet, maar in de praktijk niet of nauwelijks meer aandacht geeft aan de christelijke grondslag.
Rol van de kerk
Niet elke regio is voorzien van een christelijke school. Waar kun je terecht als de christelijke school niet (meer) dichtbij is, maar je als ouders wel het verlangen hebt om bijbels onderwijs vorm te geven? Wie ondersteunt deze ouders in hun geloofsopvoeding?
Daarnaast kun je ook een andere vraag stellen: als er wel een christelijke school in de buurt is, laten we als ouders dan de geloofsopvoeding niet te makkelijk over aan de school? In gesprek over de ontwikkelingen op het gebied van (geloofs)onderwijs, kwamen wij tot enkele gedachten over de rol van de kerk bij de geloofsopvoeding.
Jawoord
Het kloppend hart van geloofsonderwijs ligt binnen het gezin. Dat gezin heeft in het christelijke perspectief twee betekenissen: het kleine gezin als de familie waarbinnen een kind wordt geboren en opgroeit, én het grotere gezin, de christelijke gemeente, waar het kind door de doop gemarkeerd wordt als lid. De gemeente heeft de plicht en verantwoordelijkheid om ouders te ondersteunen in hun geloofsopvoeding.
Scott McKnight en Todd Hunter schrijven in hun boek It takes a church to baptize (2018) dat het een gehele familie en gehele geloofsgemeenschap vraagt om een kind vanuit de doop op te voeden. De dopeling hoort ondersteund te worden door een geloofsomgeving. Mooi is dat het kind er dan niet alleen voor staat, maar één kraaltje is in de verbondsketting van de gemeente.
De gemeente is medeverantwoordelijk voor het gelovig beantwoorden van de doop door het kind. Het hele ‘huis’ doet mee, zo horen we in de Bijbel. Dat is: de hele huisgemeente, de kerkelijke gemeente. In sommige kerkelijke gemeenten geeft de gemeente dan ook haar jawoord bij de zogenaamde vierde doopvraag. Zo is het gezin in feite ‘een kerkje in de kerk’.
Toerusting en jeugdwerk
De kerk als het grotere gezin speelt een belangrijke, misschien wel de belangrijkste rol in de geloofsvorming van een kind.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 15 februari 2024. Neem een jaarabonnement(€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!
Dit artikel is geschreven door Mariska Buitink-Visser MA en ds. J.W. Verboom, predikant van de hervormde gemeente te Apeldoorn en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.