Waar bent u naar op zoek?

Ouderling Ruis uit Sliedrecht heeft passie voor passieven

27-01-2014

Kaartenbakken van hervormde gemeenten bevatten heel wat randleden. Maar naast deze categorie is er nóg een slapend bestand: passief-geregistreerden. Bij hun naam kwam ooit het vinkje ‘wenst geen contact'. ‘Zou je niet eens ‘op hun hart kloppen'?'

Ouderling Arie Ruis van de hervormde gemeente Sliedrecht bezocht vijftig ‘passieven’ in zijn deel van de wijk: ‘Ik belde aan bij een man, geregistreerd lid van onze gemeente, die zei dat hij 37 jaar geleden op dat adres was gaan wonen, net na zijn trouwdag. Kort daarna is zijn vrouw ziek geworden. Ze was 35 jaar (!) ziek en enkele maanden voor mijn bezoek overleden. In al die jaren was er niemand van de kerk aan de deur geweest… ‘Nu hoeft het voor mij niet meer’, zei hij. Ik was geschokt en kon even niet verder. Kun je begrijpen wat er toen door mij heenging?’

Arie Ruis heeft een passie voor passieven. ‘We weten allemaal dat de volkskerk altijd een brede rand heeft’, vertelt hij, ‘maar met het nieuwe landelijke registratiesysteem (LRP) van de Protestantse Kerk in Nederland moet je wel weten hoe je deze categorie in het vizier kunt krijgen. Toen ik als ouderling begon, kreeg ik een ‘kaartenbak’ met ‘actieve’ leden. Vergis je niet in die term: dat zijn zowel de trouw meelevende leden als de randkerkelijken. Maar daarnaast is er in het nieuwe LRP-systeem een derde categorie: de ‘passieven’; je zou hen ook hoopvol kunnen aanduiden met de ‘nog-niet-actieven’.

Ik ben hen in de bezinning op ons pastorale werk op een gegeven moment op het spoor gekomen. Het was vreemd om te ontdekken dat mijn wijk eigenlijk veel groter was. Er waren vijftig adressen die zich tot dan toe totaal aan mijn zicht hadden onttrokken, omdat ze stonden geregistreerd met het vinkje: ‘wenst geen contact’. Dat bracht me in geestelijke nood. Want zij behoorden toch óók tot het deel van de gemeente dat aan mijn verantwoordelijkheid was toevertrouwd? Wat is de houdbaarheidsdatum van dat vinkje? Moeten we wachten tot de laatste van hen, achter wiens naam een vinkje staat, is overleden? Zou het niet goed zijn om eens in de twee jaar ‘op hun hart kloppen’ en zo te proberen het contact te herstellen?’