Over een bijbelgeleerde
Een kleine twintig jaar na zijn biografie over ds. J.J. Poort, Nochtans, beschrijft drs. Cees Hoogendoorn het leven van dr. Izaäk Boot (1930-2000). Opnieuw een hervormd-gereformeerde predikant die we veel meer markant en bijzonder dan ‘standaard’ kunnen noemen, al heeft sowieso elke dienaar van het Woord iets eigens en is de koppeling van ‘predikant en standaard’ nooit een gelukkige.
Afkomst, opvoeding en karakter doen helemaal mee in de wijze waarop een predikantschap ingevuld wordt. Dat geldt ook dr. Boot, die de hervormde gemeenten van Wijngaarden (1961‑1973), Nijkerkerveen (1973‑1977) en Boven‑Hardinxveld (1977‑1992) diende. Izaäk Boot groeit op in Kortgene, het Zeeuwse dorp waar in 1913 een gereformeerde gemeente geïnstitueerd wordt die zijn grootvader en vader als ambtsdrager dienen. Bijzonder is het om te lezen welke plaats God in dit gezin inneemt. Moeder houdt van de Schotse oude schrijvers en vader is eveneens belezen. Het maakt dat Izaäk als ulo‑leerling met instemming John Owen leest, van Brakel de Redelijke Godsdienst, van Hellenbroek De Evangelische Jesaja. Aan spelletjes wordt niet gedacht, er wordt gelezen en aan meningsvorming en geloofsonderwijs gedaan.
Het ademen in lectuur van voor de Afscheiding maakt dat de overstap naar de Nederlandse Hervormde Kerk voor ‘Ies’ Boot een natuurlijke is, niet als een breuk beleefd wordt. Zijn enorme dorst naar kennis betekent dat hij de basis van de predikantsopleiding in de Gereformeerde Gemeenten te smal vindt. Zijn moeder – altijd weer zijn het moeders die een antenne hebben voor de geestelijke gang van hun kind – voelt zijn worsteling, merkt het als de zeventienjarige rust in God vindt.
Horizon verbreden
Hoogendoorn tekent ds. Boot heel zijn leven als een denker, die zijn horizon altijd verbreden wil, die Russisch leert om de spanningen rond de Koude Oorlog beter te begrijpen, die een abonnement op drie kranten heeft om de ontwikkelingen in de maatschappij te volgen. Boven alles was hij een bijbelgeleerde, een typering waarmee we deze dienaar van het Woord in ere mogen houden. Veel dingen in de gemeente laat hij passeren, als hij maar vrijheid van preken heeft. ‘Boot en prediking. Het zijn bijna synoniemen’, schrijft Hoogendoorn.
Verre van een sociaal type was ds. Boot en een herdershond die achter de gemeente aanliep, wilde hij niet zijn. In de prediking beoogde hij wél herder te zijn, dicht bij de mensen te komen. Daartoe bood hij een uitleggende prediking met een bevindelijke gloed, hield hij zich strikt aan de gekozen tekst, waarbij de uitwerking breed, diepgaand en verrassend was. Om al deze zaken is deze biografie een spiegel voor ieder die nu het Woord verkondigen mag én voor elke ouderling die vandaag geroepen is mede opzicht te oefenen over de leer van de dienaar van het Woord.
Gereformeerde prediking
Het eigene van ds. Boot vind je ook in zijn stelling dat ware, gereformeerde prediking tot Gods eer is. Hij is de belangrijkste Hoorder, zodat het zou kunnen dat de gemeente zegt: ‘Er was vanmorgen niets aan’, terwijl de Heere zegt: ‘Ik heb vanmorgen met smaak geluisterd.’ Zó’n focus op je Zender drijft een predikant naar de studeerkamer en maakt minder afhankelijk van de mening van mensen.
De studiezin én de liefde van dr. Boot voor schepping en dieren maken dat hij zich over evolutie nadrukkelijk uitspreekt, in een tijd waarin dit thema nog niet gepolariseerd is. Meer dan eens komt dit terug in deze biografie, de these van ds. Boot dat ‘als je op je verstand vertrouwen gaat, je bij de evolutieleer terecht zou komen’, terwijl hij de evolutietheorie een ‘godloze leer’ noemt.
Sociaal verkeer
De sterke focus op (de voorbereiding van) de preek en de catechese betekent dat het pastoraat er bij ds. Boot bekaaid afkomt, wat zijn echtgenote zoekt te compenseren. Het maakte dat zijn vicariaat bij ds. L. Blok in Capelle aan den IJssel over moet, waarna ds. W.L. Tukker uit Katwijk zich over de student ontfermt. Ook in het sociale verkeer was ds. Boot wat onhandig, wat door Hoogendoorn als ‘bijzonder gedrag’ getypeerd wordt. Als persoon blijft ds. Boot een ‘beetje een raadsel’. In de gemeenten zal dit een punt van aandacht geweest zijn, in onze huidige tijd zou het echt lastiger geweest zijn. »
En tegelijk, als dit onhandige de schaduwzijde is van een gepassioneerdheid om het Woord van God recht te doen, uit te leggen en toe te passen, gebruikt God ook deze dienaars van het Woord. Zou ieder die iets profetisch in zich heeft, in het sociale en maatschappelijke niet wat onhandig kunnen zijn? Dit is een vraag, geen stelling. Soberheid, eenvoud, oprechtheid zullen bij ds. Boot de sociale onbeholpenheid beslist gecompenseerd hebben.
Koninkrijk der hemelen
Deze biografie wil dr. Boot als prediker van het Koninkrijk der hemelen accent geven, net zoals diens proefschrift uit 1971 over de allegorische uitleg van het boek Hooglied de prediking dienen wilde. Om die reden preekte ds. Boot meer trinitarisch dan christocentrisch – een insteek die ik van een vraagteken voorzie, die elke voorganger in elk geval laat nadenken – en zei hij ooit: ‘Alles draait wel om Christus, maar het gaat om de realisering van Gods Koninkrijk door een drie-enig God.’ Dit boek verwijst daarom naar de site koninkrijkderhemelen.nl, waarop 550 preken van ds. Boot te vinden zijn.
In 300 pagina’s volgen we een boeiend leven en wordt een waardevol en existentieel stukje hervormd-gereformeerde kerkgeschiedenis beschreven. Ik zou deze predikant in zijn leven graag eens ontmoet hebben.
Herinneringen aan Izak Boot
Het is een mooie voorjaarsavond in mei 1960. Na gedane studie maak ik een wandeling met medestudent Ton Klusener in het park Hydepark. Het is er heerlijk stil en koel. Wanneer we na ons ommetje met een fris hoofd de grote zaal van het Eykmanhuis betreden, raken we in een totaal andere sfeer. Er draait een single op de platenspeler met muziek van Chris Barber ‘and his big band’. In die tijd een bekende jazzpianist en bandleider. De muziek klinkt hard in een snel ritme. In een grote kring zit het grootste deel van onze medeseminaristen mee te deinen, het ritme met de vingers mee te roffelen of de klanken mee te neuriën. Voor de binnenkomer als wij een kakofonie van geluiden.
Ineens gaat de deur opnieuw open, voor een ander tweetal wandelaars. Het zijn Sijmen de Jong (de latere predikant van Houten, Ouddorp, Katwijk aan Zee en Staphorst, red.) en Ies Boot. Nooit vergeet ik de schrik in hun opengesperde ogen. In welke wereldse disco zijn ze beland? Hun schrik betreft niet alleen de harde, opzwepende muziek, zeker niet hun smaak. Maar dat dit ‘helse lawaai’ is opgezet door aanstaande dominees van de kerk. Snel draaien beide broeders zich om, zoeken de rust van hun kamer….
Studeerkamerman
Met Izak Boot had ik een goed contact. Ik heb hem in Utrecht leren kennen. Hij werd op aanraden van prof. Van Ruler lid van de studentenvereniging Voetius, waarvoor hij zich tijdens het noviciaat eerst had teruggetrokken. Ik bezocht hem namens het bestuur op zijn kamer om hem uit te nodigen toch toe te treden. Ik herinner mij scherp die ruime kamer in de Mgr. Van de Weteringstraat 33, gevuld met tal van boeken en op de vloer stapels kranten. Op het seminarie zat ik vaak naast Ies. Als principieel vegetariër at hij geen vlees, maar wel een kaassoufflé. Meer dan de helft daarvan at hij niet op. Die was voor mij.
Wij werden beiden predikant in de Hervormde Kerk. Onze wegen kruisten elkaar niet meer. Wel was ds. Boot in Boven-Hardinxveld enkele jaren collega van mijn broer ds. Luuk Romein. Twee zeer verschillende types. Boot een studeerkamerman, mijn broer een mensenmens. Beiden wisten: wij vullen elkaar aan. Helaas beklemtoonden veel gemeenteleden de verschillen.
ds. A. Romein, Ede